Ronald Naar overleden

Ronald_Naar_2_intro.jpgHoe dichter je bij de dood bent, hoe intenser je leeft” zegt Ronald Naar twee jaar geleden in een Historiën-interview. Op 22 mei 2011 wordt hij onwel tijdens de afdaling  van de Cho Oyu (Tibet) en overlijdt op zo’n 8000 duizend meter hoogte.  Ronald_Naar_1.jpgInterview met Ronald Naar:
“Hoe dichter je bij de dood bent, hoe intenser je leeft”

Skiën op rood zand in de Sahara, over een mijnenveld in Irak of in het tropische Nieuw- Guinea. Het lijken eerder surrealistische taferelen uit een film van Fellini dan realiteit. Wat voor de meeste mensen altijd een droom of een magisch-realistische fata morgana zal blijven, voert Nederlands succesvolste bergbeklimmer, wereldreiziger en avonturier Ronald Naar gewoon uit. Zelf spreekt hij liever over “wat maffe dingen doen”. Zijn ski-reizen zijn voor hem een alibi om de meest bijzondere en instabiele regio’s ter wereld te bezoeken en er over te schrijven. Op plaatsen waar journalisten meestal geweigerd of ernstig gehinderd worden, werd Naar als toerist probleemloos toegelaten.

In zijn net uitgekomen nieuwe boek Verliefd op Sneeuw beschrijft hij op kleurrijke wijze zijn bijzondere sneeuw-reizen op de zeven continenten. Ronald Naar: “Op mijn tochten in de bergen ben ik op zoek naar uitersten in ervaringen. Je maakt op grote hoogte vreselijke dingen mee, maar ook veel mooie. Zo leef je in het hooggebergte veel intenser dan op een Nederlands kantoor.”

Verschrikkingen en piekervaring wisselden elkaar inderdaad vaak af in het leven van Naar. Op een skitocht in 2000 verloor Naar de 22-jarige neef van zijn vrouw Tilleke en na afloop van een expeditie in 1992 raakte hij in opspraak omdat hij op de flanken van de Mount Everest een stervende Indiër niet zou hebben geholpen. In 2003 beschuldigde een van zijn voormalige bergvrienden hem ervan een van zijn toppen nooit te hebben gehaald. Het dispuut werd voor de rechter uitgevochten. In 2003 in kort geding en in 2006 in hoger beroep won Naar het geschil. Maar tegenover al die verdachtmakingen, ellende en tegenslag stonden ook even zo vele mooie momenten die hij ervoer toen hij verschillende reuzen-toppen bedwong, exotische landen bezocht en verschillende records brak.

Ronald Naar (52) is van opleiding wiskundige, maar op de dag van zijn afstuderen trok hij meteen de bergen in om te klimmen. Zijn wiskunde-studie heeft hem naar eigen zeggen gevormd, maar beroepsmatig heeft hij er verder nooit meer iets mee gedaan. Als eerste Nederlander beklom hij in de jaren zeventig met succes de beruchte Eiger-noordwand, wellicht de moeilijkste bergwand van de Alpen. Bijna twintig jaar later zou hij ook nog de gevaarlijkste berg ter wereld, de K2 in Pakistan, bedwingen. Naar was tevens de eerste Nederlander die de Seven Summits beklom (de Zeven hoogste toppen van elk der zeven continenten), die van de kust van Antarctica naar de geografische zuidpool skiede en de Groenlandse ijskap over stak. Als eerste mens ter wereld stond hij op tien verschillende bergen in onder andere Suriname (de granietrots Duivelsei), de naar zijn zonen vernoemde toppen Boris Peak op Oost-Groenland en de Victor Kangri in Bhutan.

Ronald_Naar_2.gifNaar: “De beklimming van ’s werelds moeilijkste top, de K2, beschouw ik als mijn meest bijzondere en grootste prestatie. Die berg is niet alleen zeer hoog – het is de één na hoogste berg ter wereld – maar technisch ook erg moeilijk en het weer in deze bergketen is een lastige factor. Dat maakt het alles bij elkaar een zeer moeilijk te beklimmen berg. Voor mij was het meest uitdagende dat vooraf niemand iets voor onze kansen gaf. Nederlanders moesten er maar niet hun vingers aan branden, werd gezegd. Veel van mijn eigen expeditieleden geloofden er zelfs niet in. Ik dacht dat we het wel konden klaren. Dan is het erg mooi als het ook daadwerkelijk lukt.”

Tegenwoordig waagt Naar zich niet meer aan dergelijke risicovolle ondernemingen. Hij richt zich nu op kleinere expedities naar politiek, geografisch of sociologisch interessante gebieden. Komende zomer vertrekt hij, inmiddels 53 jaar oud, per zeilboot naar tot op heden nauwelijks geëxploreerde bergen aan de kust van Tierra del Fuego en Patagonië. In vijf weken tijd hoopt hij samen met rotsklimmer Martin Fickweiler midden in de australe winter de top van enkele niet of nauwelijks beklommen pieken te bereiken.

Naar: “Als je begin 20 bent, durf je tochten te ondernemen met een extreem hoog risico. Toen beklom ik bergen waarbij elke misstap ervoor kon zorgen dat je honderden meters omlaag zou vallen. Als twintiger sta je anders in het leven dan iemand van dertig of veertig. Nu ben ik 52. Dan moet je dingen doen die bij je mogelijkheden horen. Door de jaren heen verander je zelf en wijzigt ook je inzicht in hoe je bergen moet klimmen en je je leven wilt leiden. Tenminste als het goed is. De wereld om je heen verandert ook continu, dus moet jij ook veranderen. Als je steeds aan je oude mening vast blijft houden, is er iets mis met je. Ik heb Marco van Basten hoog zitten, maar als ik hem dan op tv hoor zeggen dat hij al jaren aan zijn visie vasthoudt, heb ik toch mijn bedenkingen. Je zult je moeten aanpassen aan de omstandigheden. Anders leer je niet, en kom je nooit vooruit.”

Mijnenveld
Verliefd_Sneeuw.jpg De meest bijzondere reis uit Verliefd op Sneeuw vond Naar zijn trip naar Irak. Vooral ook omdat dat gebied in het brandpunt van de belangstelling stond. Naar: “In Iraaks Koerdistan hebben we over mijnenvelden heen geskied. Dat was een beredeneerd risico. Ik had immers bedacht dat ’s winters een dik pak sneeuw en ijs de mijnen af zou dekken als een betonnen deken, waardoor we veilig naar beneden zouden kunnen skiën. Dat bleek te kloppen. De inwoners van het gebied keken ons wel een beetje vreemd aan. Het was op het hoogtepunt van de Irak-crisis. Ze hadden daar wel iets anders aan hun hoofd met een dreigende burgeroorlog en vooral met het verwerken van decennia gruwelijke onderdrukking door Saddam en zijn getrouwen. De dag van vandaag overleven was al moeilijk genoeg voor de meeste mensen. Maar de Koerden die in het buitenland hebben gewoond, begrepen het wel. Die weten wat voor luxe sporten en hobby’s Europeanen beoefenen.”

De risico’s en het gevaar van dergelijke tochten zijn volgens Naar nooit echt goed in te schatten. Naar: “In het Noorden van Irak heb ik me geen moment bedreigd gevoeld, maar dat zegt niks over het werkelijke risico dat ik heb gelopen. Het is niet goed in te schatten wanneer een ongevaarlijke reis verandert in een fatale trip, zoals bijvoorbeeld mijn tocht op Groenland waarbij Tilleke’s neef omkwam. Juist als je je veilig waant, loop je het grootste risico. In Irak zou het kunnen zijn gebeurd dat ik net langs een moordzuchtig iemand met een bomvest ben gelopen. Dat weet je echter niet op zo’n moment. Als de bom af gaat is het gevaarlijk, maar gebeurt dat niet dan denkt iedereen dat het niks voorstelde. Echt gevaar komt meestal uit een hoek die je niet verwacht en niet ziet aankomen. Als je het risico immers had verwacht, had je je er wel op ingesteld en tegen gewapend en was het mogelijk niet gebeurd.”

In India bezocht Naar in Kasjmir een van de hoogste ski-gebieden ter wereld. Tot de informele wapenstilstand van 2005 was de Siaghen-gletsjer in Kasjmir zelfs het hoogste oorlogsgebied ter wereld. Naar: “De oorlog in Kasjmir tussen Pakistan en India heeft in het Karakorum-gebergte enorme milieuschade aangericht. Ik ben aan de rand van het voormalige oorlogsgebied geweest en kon zien dat er in de bergen veel verwoest is. Overal zag je loopgraven en rondslingerende troep. In het Pakistaanse deel van Kasjmir was ik al verschillende keren geweest. Daarom vond ik het interessant om ook eens naar het Indiase deel te gaan. Dat heeft mijn visie op de kwestie wel veranderd. Omdat ik vaak in het Pakistaanse deel was geweest, dacht ik dat de Pakistani gelijk hadden met hun claim op het gebied, maar in het Indiase deel van Kasjmir denken ze er weer heel anders over heb ik gemerkt. Daar willen ze niet noch bij Pakistan noch bij India horen, maar opteren ze voor een derde weg: ze willen onafhankelijkheid. Hun beide moederlanden vinden de Kasjmiri veel te gewelddadig, Ze willen rust en vrede en dat kan alleen als ze zelfbeschikking krijgen. Dat werpt voor mij weer een heel nieuw licht op de zaak.”

Angst en noodlot
Een vlucht uit de beschaving wil Naar zijn tochten niet noemen, maar hij bezit wel de drang om de ongerepte wereld op te zoeken. Naar: “Het opzoeken van gevaar is niet mijn eerste en voornaamste drijfveer. Ik wil de natuur beleven in haar zuiverste vorm en ben op zoek naar uitersten in ervaringen.”
“Het risico van het klimmen is wel een essentieel onderdeel ervan. Het maakt het klimmen interessanter, boeiender en leuker, maar ook angstaanjagender natuurlijk. Hoe dichter je bij de dood bent, hoe intenser je leeft. Bergbeklimmen heeft echter niks met doodsdrift te maken. Het is geen verkapte vorm van suïcide. Bergbeklimmen is geen spotten met het leven of de dood. Je gaat niet de bergen in met de bedoeling te sterven. Het gaat eerder om levensdrift dan doodsverlangen. Je wilt voelen dat je leeft. Dat is de kern.”
“Ik denk nooit dat ik verheven ben boven de dood, dus dat mij niets kan overkomen. Angst blijft belangrijk, zeker als je ouder wordt. Als je geen angst meer kent, gaat het leven mis. Dan zie je geen gevaar meer en ga je fouten maken. Soms ben ik bang in de bergen, maar nooit panisch. Als een bepaalde situatie erg gevaarlijk wordt, dwing ik me rustig te blijven en een oplossing zoeken.”
“Bergbeklimmen gaat eigenlijk niet om het overwinnen van bergen, maar om het overwinnen van jezelf. Het draait om het overwinnen van je eigen angsten en het in harmonie komen met jezelf. Soms verlang je naar huis, maar toch wil je per se je doel bereiken en daarom ga je door. Dat is een lastig dilemma; in geestelijke zin balans ik altijd tussen het verlangen om thuis bij mijn geliefden te zijn en erop uit te trekken naar de bergen.”

Vaak wordt gedacht dat bergbeklimmers geen hoogtevrees hebben, net als Eskimo’s het nooit koud zouden hebben. Beide veronderstellingen kloppen niet. Naar: “Sommige vrienden en collega-klimmers hebben totaal geen hoogtevrees, althans zo lijkt het. Ik echter wel. Ik heb af en toe flinke hoogtevrees in de bergen, maar ook hier in Nederland. Als ik bijvoorbeeld op een balkon sta, denk ik wel eens: is dat hier wel goed gebouwd. Dan durf ik niet eens over de balustrade te kijken. In de bergen heb ik minder angst voor afgronden. Ik heb meer vertrouwen in de natuur.”

Hoewel Naar van zichzelf zegt dat hij te nuchter is om allerlei filosofische of zelfs mystieke beschouwingen te ventileren over het alpinisme, erkent hij dat bergbeklimmen dwingt tot levensbeschouwing. Wie balanceert op de grens van leven en dood, wordt vanzelf filosofisch. Naar: “ Als je te pletter dreigt te vallen, word je wel gedwongen om over het leven na te denken.”
“Dat veel alpinisten spiritueel zijn ingesteld, komt wellicht ook doordat je op grote hoogte, door zuurstofgebrek soms gaat mediteren of zelfs hallucineren. De ijle lucht zorgt er voor dat je waarneming verandert. Verschillende klimmers kunnen tijdens dezelfde tocht allemaal een andere perceptie van de werkelijkheid hebben. Vandaar ook dat er verschillen van mening bestaan over het al dan niet behalen van de top door bepaalde klimmers.”
“Er is een geval bekend van een Duitse klimmer die in zijn eentje naar de top van een berg klom en per radio liet weten aan het kamp beneden dat hij het zo leuk vond dat zijn broer daar op hem stond te wachten. Het kamp vertelde hem dat zijn broer daar helemaal niet kon zijn. De Duitser liet weten dat zijn broer er wel was en dat hij en zijn broer een andere weg naar beneden zouden nemen omdat zijn broer de oorspronkelijk geplande afdaling te gevaarlijk vond. Niemand heeft hem ooit nog terug gezien. Dat kan allemaal gebeuren door het zuurstofgebrek op extreme hoogten. Ik heb tijdens de afdaling van de top van de K2 een van mijn tochtgenoten zien vallen, maar later zei hij dat hij helemaal niet gevallen was. Was hij vergeetachtig of had ik iets gezien wat er niet is gebeurd? Je waarneming vertroebelt gewoonweg door het zuurstofgebrek.”

Ambities
Naast het klimmen, reizen, schrijven en fotograferen geeft Naar ook lezingen voor het bedrijfsleven en de overheid. Daarin ontvouwt hij de lessen die hij leerde tijdens zijn reizen over de aardbol. Naar: “Om de hoogste toppen te bedwingen is het van belang dat je goed, oorspronkelijk en analytisch kunt nadenken. Dat oorspronkelijke nadenken mis ik vaak in onze maatschappij. Veel mensen kwaken elkaar na. Als je succes wilt hebben, moet je eerst blanco tegen een probleem leren aankijken en de heersende opvattingen durven aan te pakken. Vervolgens moet je vanaf nul beginnen, en een nieuw concept durven bedenken. Wellicht is dat wel de belangrijkste les die ik van mijn studie wiskunde heb geleerd.”

“De beste klimmer aller tijden, de Italiaan Reinhold Messner, is een goed voorbeeld van die levenshouding. Messner heeft 45 jaar lang op heel hoog niveau geklommen en wist als eerste mens de Mount Everest zonder zuurstof te bedwingen. Het is een grote prestatie dat hij l zijn tochten overleefd heeft. Messner is steeds vernieuwend geweest. Continu heeft hij nieuwe regels bedacht en nieuw uitdagingen gevonden. Daar kun je uit leren. Probeer oorspronkelijk te denken; dat is een van de boodschappen die ik in mijn lezingen verkondig. Een andere les is dat sommige klimmers en mensen in het algemeen te weinig realiteitszin hebben. Hun ambities stemmen niet overeen met hun capaciteiten. Dat zie je in de bergen, maar ook in de samenleving. Het feit dat mensen iemand willen na-apen waarvoor ze de talenten missen, maakt ongelukkig, en is ook de oorzaak van veel frustraties in onze samenleving.

Een van de prettigste landen om te reizen vindt Naar Chili. De minst aangename ervaringen tijdens zijn zwerftochten rond de wereld deed hij op in Marokko en Algerije. Naar:”In Zuid-Amerika word je over het algemeen vriendelijk benaderd. In Nepal of Tibet ook wel, maar achter die Aziatische glimlach bevindt zich soms een ander gezicht. Achter je rug word je dan uitgelachen. In Marokko en Algerije word je daarentegen vaak agressief benaderd. Daar krijg je op de markt soms bijna een mes in je rug. Ik vind het prettig als mensen recht door zee zijn. In Tibet is dat te weinig het geval en in Marokko overdrijven ze dan weer hun directheid.”

Leren van ervaringen is een belangrijk doel van Naar. “Wie niet bereid is om na een confrontatie met de werkelijkheid zijn wereldbeeld te herzien, kan beter helemaal niet reizen” staat er in zijn nieuwste boek Verliefd op Sneeuw. Na alles wat hij heeft meegemaakt en geleerd op al zijn reizen, vindt Naar dat men zich in Nederland vaak opwindt over niks. Naar: “Kijk nu eens naar die Wilders-affaire. Ik vind het toch wat vreemd dat de mensen zich hier zo opwinden over een film die er nog helemaal niet is. In andere landen zijn ze bezig met overleven en hier maken we ons druk om een media-hype.”

Verschrikkelijke sneeuwman
Komende zomer vertrekt Naar met een zeilboot richting Vuurland om daar te gaan skiën en te klimmen. In de nabije toekomst heeft hij plannen om dat ook te gaan doen in Noord-Korea, Myanmar (Birma) en Afghanistan. Hij wil ook nog gaan schrijven over het fenomeen van de verschrikkelijke sneeuwman, ook wel Yeti genoemd. Dit mythische wezen dat ook in Hergé’s wereldberoemde boek Kuifje in Tibet voorkomt, is net als het monster van Loch Ness nog steeds een mysterie. Naar is vooral geïnteresseerd in de uitersten aan meningen die erover bestaan. Volgens Japanse en Chinese onderzoekers zou het wezen in geïsoleerd oerwouden op de flanken van de Himalaya, maar ook in het zuiden van China leven. Het gegeven lijkt een beetje op de roman Lost World van de Britse auteur Conan Doyle waarin oude, vergeten diersoorten geïsoleerd zijn blijven leven in een onbekend deel van de wereld. ’s Werelds beste alpinist Reinhold Messner heeft ook onderzoek naar de Yeti gedaan. Messner kwam uiteindelijk tot de conclusie dat het om een Isabel-beer zou gaan. Ondanks zijn wetenschappelijke achtergrond en zijn nuchterheid sluit Naar niet uit dat de Yeti toch echt bestaat.

Naar: “Ik heb sporen gezien die van de Yeti zouden kunnen zijn. Het woud in de Himalaya waar de Yeti zich zou bevinden, is echter moeilijk bereikbaar en nooit goed uitgekamd. Er wordt gedacht dat er wellicht een wezen woont dat verwant is aan de mens. Het zou niet gaan om een aap, maar om een ver familielid van de mens. Hier in het westen krijgt het onderwerp weinig aandacht. De meeste onderzoeken worden door japanners gedaan. Daarom zijn de meeste publicaties ook in het japans. In het engels is er weinig over te vinden. In de toekomst wil ik er over gaan schrijven. Ik denk dat het niet onmogelijk is dat de Yeti echt bestaat.”

Ronald Naar is bergbeklimmer, schrijver en fotograaf. Hij is getrouwd, heeft twee zoons en geeft lezingen voor het bedrijfsleven en de overheid.

Bronnen
Ronald Naar, Verliefd op Sneeuw. Avonturen met ski’s op zeven continenten (Tirion Uitgevers BV /Baarn, 2008). ISBN: 978 90 4390 718 7
http://www.ronaldnaar.nl/

Geschiedenis Alpinisme
http://www.abc-van-hiking.nl/algemene-informatie/hiking-geschiedenis.asp
http://www.coach4you.co.uk/sports-climbing-history.php
http://en.wikipedia.org/wiki/Mountaineering#History

2 Reacties op Ronald Naar overleden

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schrijf je in voor TOEN!