Britse design-tentoonstelling in Bonn

In Bonn is een tentoonstelling over kunst en design. De tentoonstelling omvat meesterwerken op het gebied van decoratieve kunst uit de 19e eeuw, fotografie, mode, beeldhouwkunst enz. uit de collectie van het prestigieuze Victoria and Albert Museum uit Londen.V&A design tentoonstelling in Bonn

Walt Disney

Walt Disney en zijn zeven dwergen. Bron: Wikipedia

Over Nazi-couturier Hugo Boss, foute kunst en wansmaak

De BundesKunsthalle en de Horror-kamer van Charles Dickens

Volgens de Nederlandse beeldend kunstenaar Joost van den Toorn waren Walt Disney en Adolf Hitler de belangrijkste kunstenaars en designers van de vorige eeuw. Ze waren volgens hem niet de beste kunstenaars van hun tijd, maar qua importantie kan niemand aan hen tippen. Disney is in dit geval het positieve voorbeeld. Volgens Van den Toorn heeft bijna iedereen in zijn jeugd wel films van Disney gezien. Dat heeft uiteraard invloed op mensen. Als negatief aspect noemt hij Hitler. Hitler was volgens Van den Toorn een hele foute kunstenaar die desondanks een bepaalde vormgeving heeft ontwikkeld die belangrijk werd. Van den Toorn:  “Kijk maar eens naar de architectuur uit de Nazi-tijd  (van o.a. Albert Speer), de nationaal-socialistische schilderkunst en de Volkswagen die op Hitler’s aandrang is uitgevonden. Noem het maar op. Hitler heeft een hele sfeer geschapen waar kunst een heel belangrijk aandeel in had.”

Een ander mooi voorbeeld van deze foute design is het ‘hippe’ en ‘chique’ modemerk Hugo Boss. Dit Duitse merk fabriceerde in de Tweede Wereldoorlog kostuums en uniformen voor de Nazi’s. Zowel SA, SS, Hitler Jugend en Wehrmacht liepen in de pakken van Hugo Boss. Modebewuste types van tegenwoordig zullen het zich meestal niet realiseren, maar hun hippe merk Hugo Boss heeft een behoorlijk duister verleden achter de rug. Het toont allemaal aan hoe belangrijk en invloedrijk kunst en design kunnen zijn binnen een samenleving.

Ook op de Art and Design-tentoonstelling van het Victoria and Albert Museum in de Kunsthalle van Bonn, die onlangs van start ging, is invloedrijk, foute design te zien, zij het van een hele andere orde. Het gaat daar meer om ontwerpen van slechte smaak dan om ideologisch foute kunst. Een tentoongestelde oven in de vorm van een ridderharnas, een lamp in de vorm van een bloem, bankbekleding met een planten- en bloemenpatroon en een Gulliver (Twist) van Papier-maché  (het plastic van die tijd) zijn volgens het Victoria and Albert Museum (V&A) allemaal voorbeelden van wansmakelijke design van massaproducten door de jaren heen.

Hugo Boss

Hugo Boss Uniformen. Bron: Wikipedia

V&A heeft een lange traditie watt betreft het tentoonstellen van slechte smaak. De voorganger van het V&A Museum, The House of Manufactures, wijdde in 1852 bijvoorbeeld al een tentoonstelling aan Examples of False Principles in Decoration. Het ging hierbij om lelijke voorwerpen die desondanks in hun tijd een groot verkoopsucces waren. De eerste directeur van het museum wilde met deze wansmakelijke expo immers mensen opvoeden in goede smaak en fatsoen. Charles Dickens noemde deze tentoonstelling niet onbegrijpelijk een Horrorkamer.

Laat u echter niet afschrikken door deze wansmaak. Vanzelfsprekend draait de tentoonstelling in Bonn vooral om goede ontwerpen en schitterende design. Er is veel prachtigs te zien in de Kunsthalle.

Toonaangevend in de wereld

Het Victoria and Albert Museum is ’s werelds meest toonaangevende museum op het gebied van kunst en design. Het is tegenwoordig een cruciale inspiratiebron voor kunstenaars, ontwerpers, stilisten en fashionistas overal ter wereld. In Bonn zijn momenteel zo’n 500 meesterwerken op het gebied van beeldende en decoratieve kunst uit de 19e (en  21ste eeuw) te zien. Het gaat daarbij o.a. om prachtig vorm gegeven keramiek, fotografie, meubilair, mode, wandtapijten, beelden en juwelen uit India, China, het Midden-Oosten en Japan. Onder al die voorwerpen bevindt zich ook een zeer bijzondere, eigentijdse, lamp die gemaakt is van uitgebloeide zonnebloemen van de Nederlandse ontwerper Ralph Nauta.

Een belangrijke taak van het Victoria and Albert Museum is en was altijd om de kwaliteit van design in het dagelijkse leven te hervormen en te verbeteren. V&A wil immers met behulp van toegepaste kunst het leven aangenamer en mooier maken.

De oprichter van de V&A was de Britse Prins Albert. Hij was afkomstig uit het oorspronkelijk Duitse adellijke geslacht Saksen-Coburg en trouwde met koningin Victoria van Groot-Brittannië. In zijn jeugd studeerde hij in de universiteitsstad Bonn. In die tijd was er sprake van een grote onderwijshervorming op Duitse scholen. Albert was daardoor zeer geïnteresseerd geraakt in kunst, wetenschap en techniek. De ideeën die Prins Albert in Duitsland opdeed, gebruikte hij later als basis voor de oprichting van het V&A Museum. De Britse wereldtentoonstelling van 1851 en de oprichting van het  South Kensington Museum (voorloper van V&A), werden daarom ook voor een belangrijk deel overgelaten aan de Duitse architect en professor Gottfried Semper.  Aan Semper’s invloed op het V&A wordt veel aandacht besteed in Bonn.

Een van de meest bijzondere zaken die Albert wist te realiseren was de organisatie van de allereerste wereldtentoonstelling in 1851 (The Great Exhibition). Het evenement vond o.a. plaats in het Crystal Palace in Hyde Park/ Londen. Deze constructie van geprefabriceerd ijzer en glas was 563 meter lang, 124 meter breed en 33 meter hoog en werd ontworpen door Joseph Paxton. Het geval kon 100.000 objecten uit alle werelddelen herbergen. Bepaald niet misselijk voor die tijd. Later werd het Crystal Palace uitgebreid en verplaatst naar Sydenham Hill. Helaas brandde het gebouw in 1936 tot de grond toe af.

In de Kunsthalle kan men op verschillende schilderijen zien hoe prachtig en indrukwekkend het glazen paleis er uit moet hebben gezien. V&A-curator Julius Bryant is echter het meest trots op de 3D-simulatie van de bouw van het Crystal Palace die de Kunsthalle dagelijks meerdere malen vertoont. Het lijkt wel of je door deze beelden zelf aanwezig bent op deze historische plek. De film, die men kan bekijken met een speciaal 3D-brilletje, is de moeite waard, maar de schilderijen van het kristallen paleis spreken toch nog net wat meer tot de verbeelding.

De Wereldtentoonstelling van 1851 werd een gigantisch succes. Er kwamen niet minder dan 6 miljoen kijkers op af. De revenuen waren zo groot dat er in Londen zelfs een culturele wijk van gebouwd kon worden, die nu nog bestaat. Deze wijk was een samenstelling van concertzalen, musea en universiteiten die door het volk wel als Albertopolis werd aangeduid. Dit buurtschap had een oppervlakte van 35 hectare en is gelegen tussen Hyde park en Brompton Road in de wijk South Kensington. Het V&A Museum maakt hier deel van uit.

Terzijde kan men opmerken dat de bekende Britse voetbalclub Crystal Palace haar naam ontleent aan dit zelfde kristallen paleis van de wereldtentoonstelling. Een niet alledaagse vernoeming mag men wel zeggen. Niet elke macho-voetbalclub noemt zich zelf immers naar een arty farty en kwetsbaar design-gebouw.

V&A in Bonn

De V&A expositie in Bonn besteedt begrijpelijkerwijs ruim aandacht aan de oprichter van het museum, Prins Albert, en zijn vrouw koningin Victoria. Zowel hun trouwkleding als afbeeldingen van de trouwplechtigheid krijgen veel ruimte in de Kunsthalle. Verder geeft het museum aandacht aan de kwaliteit van design in het dagelijkse leven en aan de manier waarop de kledij die we dragen en de ruimtes waarin we werken en wonen, werden hervormd door (toegepaste) kunst.

Dat een Brits museum deze taak op zich neemt, is niet verwonderlijk. De Industriële Revolutie begon immers in Engeland en gedurende een groot deel van de 19e eeuw was Groot-Brittannië daarom de zogenaamde ‘workshop of the world’ De meeste massaproducten werden toen in Engeland namelijk goedkoper en efficiënter gemaakt dan elders in de wereld. Door die nieuwe apparaten en ontwerpen ontstonden er drastische veranderingen in levenswijze in de geïndustrialiseerde landen; spatten sociale netwerken en verhoudingen uit elkaar en wijzigden traditionele gedragspatronen en denkkaders zich volkomen. V&A laat zien wat de resultaten daarvan waren op visueel gebied en hoe de nieuwe wereld er op straat en thuis uit kwam te zien.

In Bonn kan men verschillende voorbeelden van dergelijke apparaten en ontwerpen aanschouwen. Er zijn voorbeelden te zien van telegrafie-apparatuur, elektrische weefmachines, mooi vormgegeven vazen en religieuze kunst uit die tijd: allemaal bewijzen van hoe design de (oude) wereld veranderde en soms zelfs overnam. Een mooi voorbeeld hiervan is een elektrisch hulp-apparaat voor weefgetouwen dat de naam Model of a Jacquard loom draagt. Volgens de prachtig uitgevoerde catalogus van de V&A tentoonstelling in Bonn is het Model of a Jacquard loom een apparaat dat een belangrijke stap betekende in de ontwikkeling van onze huidige computer-hardware. Het apparaat werkte met zogenaamde ponskaarten en is te zien in de Kunsthalle. Dit betekende een enorme innovatie in de 19e eeuw.

India

Een opvallend onderdeel van de V&A-collectie in Bonn wordt gevormd door traditioneel Indisch handwerk. Niet verwonderlijk natuurlijk omdat India een belangrijke Britse kolonie was in de tijd dat het V&A Museum werd opgericht. Koningin Victoria was sinds 1876 koningin van India en opende daarom in 1886 de Colonial and Indian Exhibition in South Kensington (voorloper van V&A). In de begin-dagen van het museum werd er in de pottenbakkerei van de Art School van Bombay keramiek gekocht voor deze vroege vestiging van V&A.

Jungle Book

Jungle Book. Bron: Wikipedia

In de Kunsthalle van Bonn kan men verder ook nog bijzondere tekeningen zien van Indiase pottenbakkers en wevers die gemaakt zijn door de vader van de beroemde Britse schrijver Rudyard Kipling (Jungle Book). John Lockwood Kipling was een ontwerper van keramiek manufacturen. Hij vond de Indiase pottenbakkers aanzienlijk beter dan de Britse en promootte daarom de Indiase ambachten. Kipling’s tekeningen geven een mooi beeld van hoe dat er toen moet hebben uitgezien.

Islam

Een ander belangrijk onderdeel van de V&A collectie wordt gevormd door de Islamitische kunst. Op de expositie in Bonn zijn prachtige tegels met kalligrafie te zien, maar ook schitterend vormgegeven vazen. Wat niet veel Westerse bezoekers zullen weten is dat het afbeelden van de Islamitische profeet Mohammed of van menselijke figuren niet altijd verboden is in de Moslim-wereld. De Sjiieten in Iran beelden bijvoorbeeld net als westerlingen gewoon mensfiguren af en men kan er ook gewoon afbeeldingen vinden van de profeet Mohammed. Ook binnen de hoven van Arabische vorsten kwam men ze wel tegen. In de Kunsthalle ziet men een mooi voorbeeld van dergelijke figuratieve kunst. Op een paneel van geglazuurde tegels staan bijvoorbeeld zowel mannen als vrouwen afgebeeld. Dit prachtstuk werd in 1877 door de Britten verworven en toont aan dat Islamitische kunst niet overal in de Arabische wereld het zelfde is, zoals soms wel eens gedacht wordt.

De ontwerper en architect Owen Jones (1809 – 1874), die de Islam-collectie van het museum aanlegde, roemde de Islamitische kunst als bron van briljante vormgeving en zag haar rijkdom aan vormen als voorbeeld voor Britse consumenten en fabrikanten. Het Museum of Ornamental Arts, dat later opging in V&A, schiep als eerste openbare instelling ter wereld een voorbeeldcollectie van islamitische kunst en cultuur.

Verre Oosten

Al sinds mensenheugenis verzamelt het V&A ook kunst uit het Verre Oosten. In de begintijd werd vooral Japanse toegepaste kunst verworven. Koningin Victoria hielp het museum ook persoonlijk door diplomatieke relatiegeschenken die ze van de Japanse opperbevelhebber had gekregen in 1865 te schenken aan het V&A.

Daarnaast bezit het Victoria and Albert Museum tegenwoordig een van de mooiste collecties Chinese kunst ter wereld. Dit allemaal om het belang van (toegepaste) kunst van overal op aarde aan het volk over te brengen.

Ook vandaag de dag is het Victoria and Albert Museum nog steeds een basis voor wetenschappelijk onderzoek, informatievoorziening en creativiteit. De verzamelingen van het V&A Museum vormen een maatschappelijk podium voor de hedendaagse film, de beeldende kunst, binnenhuisarchitectuur, theater, grafische vormgeving en voor ingenieurs, sieradenontwerpers, de keramiek-‘industrie’ en meubelmakerij etc.

Wansmaak volgens V&A-museum. Bron: Kunsthalle Bonn

Het V&A Museum is erg toegankelijk voor iedereen. Dagelijks komen mensen uit verschillende sociale, economische en raciale groepen een bezoek brengen. Het V&A is daar zeer tevreden mee omdat het museum het als haar taak bestempelt om bewustwording omtrent ontwerpen en design te realiseren bij het volk. Men wil tonen wat de ‘kracht van scheppen en creëren’ allemaal teweeg kan brengen.

In deze moderne tijd zijn namelijk al te veel ambachten reeds verdwenen wat een groot verlies is voor de cultuur. Daarom wil V&A laten zien dat vakmanschap en fabricage van mooie artikelen nooit helemaal verloren mag gaan omdat zij de cultuur aanzienlijk verrijkt. Hoe prachtig dat er uitziet kan men in de Kunsthalle van Bonn gaan bezichtigen. Maar opgepast! Wellicht komen toeschouwers wel tot de pijnlijke conclusie dat ze thuis ook veel wansmaak hebben staan. U bent dus gewaarschuwd voor u naar Bonn afreist. Niet meteen een container bestellen en u halve huis met het grof vuil meegeven. Want misschien heeft V&A er nog wat aan… voor hun Horror-kamer van Charles Dickens.

De tentoonstelling loopt van 18-11-2011 tot 15-04-2012

Website Museum: http://www.kah-bonn.de

Kunst- und Ausstellungshalle der Bundesrepublik Deutschland GmbH Museumsmeile Bonn

Friedrich-Ebert-Allee 4
53113 Bonn

Postfach 12 05 40
53047 Bonn
Tel: +49 (0)228 9171–0

De prachtige catalogus van de expositie kost 32 euro

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schrijf je in voor TOEN!