Column: Re-enactment
Re-enactment, aan het naspelen van oude ambachten kun je misschien nog wel wat hebben als de stroom een paar maanden uitvalt. Maar die onuitroeibare voorkeur voor het oorlogje spelen vind ik op z’n minstens bizar of nog erger.
Ja, al die nieuwe Engelse termen blijf ik goed volgen. En dus heb ik tegenwoordig niet alleen een hekel aan stalking, maar beschouw ik een agressief berichtje op het internet direct als een geval van flaming. Ook gebruik ik op mijn werk nu vaak hashtags, omdat ik bang ben dat onze Human Resource Manager mij anders bij het twitteren niet goed begrijpt. Maar toch loop ik bij het lezen van mijn sms’jes en mijn mailtjes wel eens tegen een blinde muur aan, zoals laatst toen iemand mij probeerde over te halen om mee te komen doen met een re-enactment. Ging het om het opnieuw opvoeren van een toneelstuk van Vondel of Heijermans, vroeg ik mij af? Nee, met re-enactment bleek een vorm van levende geschiedenis bedoeld te zijn: dus het uitbeelden van bepaalde historische gebeurtenissen en/of periodes. Ja, die clubjes kende ik wel. Na een langdurige voorbereiding van jaren ten slotte op een mooie pinksterdag aan een groot publiek laten zien hoe de Vikingen aan het begin van de elfde eeuw de handelsstad Tiel belegerden, hoe men in de middeleeuwen lekker probeerde te koken of een vijandelijk leger met pijl-en-boog te lijf ging alvorens met het hakken met zwaarden en bijlen te beginnen.
Aan het naspelen van oude ambachten kun je misschien nog wel wat hebben als de stroom een paar maanden uitvalt. Maar die onuitroeibare voorkeur voor het oorlogje spelen vind ik op z’n minstens bizar of nog erger. Laatst werd er zelfs een veldslag uit de Tweede Wereldoorlog nagespeeld, waarbij het geen probleem was geweest om deelnemers te vinden die een nazileger wilden vormen. Kon ik geen alternatieven bedenken nu het toch de Maand van de Geschiedenis was?
Ik begon te trappelen van inspiratie toen ik op teletekst zag dat de schoentjes die koningin Marie Antoinette vlak voor haar executie in de gevangenis had gedragen, voor maar liefst € 62.460,- op een Parijse veiling verkocht waren. Wat zou dat een prachtige en ontroerende scène worden. Het is oktober 1793 en de zowel vereerde als verguisde Marie Antoinette zit op de rand van haar bed in een cel van de Conciergerie. Haar echtgenoot Lodewijk XVI was al in januari door de guillotine onthoofd en nu was zij straks zelf aan de beurt. Terwijl ze weer eens zat te dromen over haar lievelingsvriend Axel von Fersen, kwam haar trouwe dienstmeisje Rosalie binnen met een kopje bouillon. De norse bewakers die haar vanachter een kamerscherm dag en nacht gadesloegen, keken jaloers toe. Ineens begon de koningin in haar nog altijd slechte Frans over haar jeugd in Oostenrijk te vertellen: haar vele broertjes en zusjes, de jonge Mozart met wie ze een keer had zitten dollen, haar broer Ferdinand die voor bruidegom had gespeeld toen zij als veertienjarig meisje via een volmacht met de maar één jaartje oudere Franse kroonprins was getrouwd.
Toen ze weer stilviel en naar een witte jurk zocht, merkte Rosalie op dat ze haar testament nog moest schrijven voordat de beul alvast haar mooie haren zou komen afknippen. En toen moet het gebeurd zijn, ook al zijn er daarover geen betrouwbare bronnen te vinden. Nadat zij nogmaals geweigerd had bij een of andere priester te biechten en klaar was met schrijven, zei ze dapper tegen haar bewaker: ‘Zeg maar dat ik gereed ben.’ Zij trok de laarsjes aan die ze onder haar bed had staan en overhandigde toen haar mooie muiltjes met die roze banden op dat zachte groen aan Rosalie, daarbij zo innemend glimlachend als alleen zij dat kon. Meer dan twee eeuwen lang moet dat tweetal ergens in een glazen kastje hebben gestaan, totdat een of andere erfgenaam onlangs vond dat het nu wel mooi was geweest en dus naar een veilinghuis was gestapt.
Nadat ik op die manier een soort script had zitten bedenken en de geleende boeken terug ging brengen naar de bibliotheek, schrok ik me ineens lam. Was ik eigenlijk niet gewoon bezig met het op een amateuristische wijze schrijven van een toneelstuk of een filmscenario? En waren al die historische drama’s en historische films eigenlijk niet allemaal voorbeelden van een re-enactment? En was ik niet de zoveelste in een lange rij die Marie Antoinette als onderwerp had uitgekozen? Lang hoefde ik niet in de catalogus te zoeken. Ja hoor, daar had je al een toneelstuk, daar een film, nog een film… Ontgoocheld fietste ik naar huis, uiteraard met de wind tegen. Ik had schoon genoeg van al die koningshuizen en koos nu voor de revolutie. Om te beginnen zou ik géén bod uitbrengen op die onderbroek van koningin Victoria, met een buikomtrek van 97 centimeter en daarna zou ik een nieuw oproer organiseren: eindelijk eens zélf midden in de geschiedenis gaan staan! Had de dichter Willem Kloos blijkens de nieuwe roman van Martin Schouten bij dat palingoproer uit 1886 niet gezegd: ‘Verdomd, we zitten in een historische roman’? Dan was re-enactment dus nergens meer voor nodig. En aan koninklijke besluiten die gesloopt moesten worden, was heus geen gebrek. Dus: moedig voorwaarts!
Ick Sing
Bronnen
Tekening intro: Marie Antoinette op weg naar de guillotine, door Jacques-Louis David (16 oktober 1793). Bron: Wikipedia.
Veel informatie over Marie Antoinette is o.a. te vinden in: Antonia Fraser, Marie Antoinette. De biografie (vertaling: 2006). Voor de afbeelding: zie www.visitparijs.nl