De drone: een honderd jaar oud fenomeen
President Obama maakt in de strijd tegen het terrorisme graag gebruik van drones. Onbemande vliegtuigen zijn effectief: in plaats van grondsoldaten is er tegenwoordig slechts één druk op de knop nodig om terroristen uit te schakelen.
Moreover, the pilot of the future will not even need to leave home to wage a foreign war
– Paul Dickson in The Electronic Battlefield
Daarnaast leveren de op afstand bestuurbare vliegmachines een schat aan informatie op over terroristische activiteiten. Maar het gebruik van drones heeft ook voor een maatschappelijke discussie gezorgd. Wordt het voeren van oorlog op deze manier niet te verleidelijk en maken militaire drones niet teveel onschuldige slachtoffers? Hoewel dit debat nog vrij recent is, zijn drones geen typische uitvinding uit de 21ste eeuw. Sterker nog: onbemande vliegtuigen bestaan al sinds de Eerste Wereldoorlog.
Eerste Wereldoorlog
Gevechten boven het Europese luchtruim waren tijdens de Eerste Wereldoorlog schering en inslag. Het is bijna niet te bevatten dat de gebroeders Wright slechts tien jaar daarvoor, in 1908, de allereerste gemotoriseerde vlucht in de geschiedenis maakten. De tocht duurde slechts twaalf seconden, maar veranderde de luchtvaart voor altijd. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in september 1914 ontwikkelde de militaire luchtvaart zich in een razendsnel tempo. Aan het einde van de oorlog in 1918 bedachten technici een heel nieuw type vliegtuig dat zelfs geen piloot nodig had: de drone.
De Kettering Bug
In 1917 verklaarde de Verenigde Staten de oorlog aan Duitsland. De Amerikaanse regering ontwikkelde vervolgens in het diepste geheim een drone-programma. Onder leiding van vliegpionier Orville Wright en ingenieur Charles F. Kettering werd de allereerste self-flying aerial torpedo geboren, beter bekend onder de naam “Kettering Bug”. Dit onbemande vliegtuig was gemaakt van hout en had een reikwijdte van 120 kilometer. Het toestel woog slechts 270 kilo en droeg een bom van ongeveer 135 kilo met zich mee. De kist vloog met een benzinemotor van Ford die slechts 40 dollar kostte. De allereerste drone maakte echter weinig vlieguren. Voordat het daadwerkelijk in productie kon gaan was de Grote Oorlog al ten einde gekomen.
Tweede Wereldoorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontwikkelde de Amerikaanse regering in samenwerking met de luchtmacht een nieuw drone programma: Operatie Aphrodite. De bedoeling was om Duitse lanceerbases voor V-1 raketten in het Nauw van Calais te bombarderen. Maar omdat de vliegtuigen niet zelfstandig konden opstijgen, moesten de dappere piloten de kisten tot een bepaalde hoogte vliegen en daarna per parachute het vliegtuig verlaten. Feitelijk bevonden ze zich dus in een ‘vliegende bom’. De operaties waren dan ook zeer gevaarlijk en zelden een succes. Twee piloten meldden zich op vrijwillige basis aan voor de missie. Een van hen, Joseph P. Kennedy Jr, was de oudere broer van president John F. Kennedy.
Op 12 augustus 1944 moest Kennedy samen met luitenant Wilford J. Willy een V-3 complex in Noord-Frankrijk bombarderen. Hij had al 25 missies gevlogen en mocht eigenlijk naar huis. Maar de gedachte aan eeuwige roem na het voltooien van de missie deed hem besluiten mee te doen. Op enige afstand achter de drone vlogen twee Mosquito bommenwerpers om de operatie te filmen. Ironisch genoeg werd een daarvan bestuurd door Elliot Roosevelt, de zoon van de Amerikaanse president Franklin D. Roosevelt. Plotseling ontplofde de vliegende bom boven het Britse Suffolk. De kracht van de explosie was zo groot dat duizenden meters lager 59 huizen beschadigd raakten. Van de piloten werd nooit iets teruggevonden. Joseph P. Kennedy Jr en Wilford J. Willy werden later als oorlogshelden gelauwerd en ontvingen postuum het Navy Cross, de hoogste marine-onderscheiding van de Verenigde Staten.
De precieze plek (Blythburgh in Suffolk) waar operatie Aphrodite uitliep op een mislukking
1945-heden
Technologische ontwikkelingen op het gebied van computers en satellieten hebben het gebruik van onbemande vliegtuigen na de Tweede Wereldoorlog een stuk effectiever gemaakt. Tijdens de Vietnamoorlog in de jaren zeventig gebruikte de regering in Washington drones om te spioneren en om luchtdoelen in het vizier te krijgen. Volgens de Amerikaanse luchtmacht vlogen er destijds ongeveer drieduizend onbemande vliegtuigen in Zuidoost-Azië.
Na de terroristische aanslagen van 11 september 2001 is het gebruik van drones sterk toegenomen, bijvoorbeeld om terroristische doelen in Afghanistan en Irak te vernietigen. Het belang dat de Verenigde Staten hecht aan drones blijkt wel uit het enorme bedrag dat het Pentagon investeert in het onderzoek naar de ontwikkeling en aanschaf van de toestellen: in 2013 bijna 5 miljard dollar. Amerika is geenszins van plan om ondanks maatschappelijke protesten te stoppen met het gebruik van drones. Sterker nog: over tien jaar heeft wellicht ieder land de mogelijkheid om drones in te zetten. Drones hebben een rijke geschiedenis, en zullen in de toekomst een belangrijk onderdeel blijven vormen van de militaire luchtvaart.
Bronnen
Pingback: Drones zijn the next best thing! | Jordy's Blog