Gladiatoren en gladiatrices in Gallo-Romeins Museum

In het Gallo-Romeins Museum in Tongeren is tot en met 3 april 2016 een expositie gewijd aan de Gladiatoren. De groots opgezette tentoonstelling is georganiseerd met onder andere het Colosseum van Rome.

Geronnen bloed in het zand. Zinderend heet. Het bloed stroomt langs zijn been. Gejuich. Geschreeuw. Oorverdovend. Overweldigend. Hoorngeschal. Gewonnen. Hij steekt zijn zwaard door het hart van zijn tegenstander die kermend van pijn in het zand bijt. Nog meer gejuich. Hij is onoverwinnelijk. Mannen schreeuwen. Mooie vrouwen gillen. Ze willen een druppel van zijn zweet, van zijn bloed zelfs. Uitzinnige menigte. Hij is de held.

Een wedstrijd tussen twee gespierde mannen, vies en bezweet, die elkaar urenlang bevochten totdat de dood erop volgde. Wreed, luguber, maar het spreekt tot de verbeelding. Het Romeinse Rijk, dat een hoog beschavingspeil kende, had ook een macaber kantje. De gladiatorengevechten in het amfitheater. Los van de vragen ‘waarom?’ en ‘wat bezielde hen?’, hebben we nu de kans om meer te weten te komen over deze gladiatorengevechten, waarbij er op een genuanceerde wijze wordt afgerekend wordt met onzinverhalen.

Op naar Tongeren

In het Gallo-Romeins Museum (GRM) in Tongeren is tot en met 3 april 2016 een expositie gewijd aan de Gladiatoren. De groots opgezette tentoonstelling is georganiseerd met onder andere het Colosseum van Rome. Dat is buitengewoon, want nog nooit eerder heeft het Colosseum een ander museum benaderd om mee te werken aan een dergelijk project. Het gaat om de unieke reizende tentoonstelling Gladiatoren, helden van het Colosseum. De reis begint in Tongeren. Dat deze tentoonstelling daar begint is logisch, omdat het GRM door het ruime gebouw een uitermate geschikte locatie is. Daarnaast, en dat is heel bijzonder, heeft er een Tongerense gladiator gevochten in Rome, maar daarover verderop meer.

Gallo-Romeins Museum

Voel het verleden in het Gallo-Romeins Museum. Foto: E. Smit.

Voel het verleden in het Gallo-Romeins Museum. Foto: E. Smit.

Het GRM doet eigenlijk zijn naam tekort, want niet alleen Romeinse geschiedenis is te bewonderen. De vaste opstelling gaat van ondergronds naar bovengronds en begint met een half miljoen jaar geleden, bij de eerste mens in dit gebied (Belgisch Limburg). Het licht is schemerig. Dat is de bedoeling, want er is over deze vroegste tijd niet veel bekend. Naast de vitrinekasten zijn voeltafels. Je mag hier het verleden voelen! Een verdieping hoger belanden we in de IJzertijd, waar al meer te bewonderen is, zoals prachtige potten, zwaarden en voorwerpen. Weer een verdieping hoger, met direct daglicht, komt de Oudheid aan de orde. Julius Caesar sleurde moordend en slachtend de Eburonen, die hier woonden, een nieuw tijdperk in. In de vitrines liggen prachtige gebruiksvoorwerpen uitgestald en ook, een beetje verstopt ‘de goudschat der Eburonen’; glanzend gouden munten, en een hoop onbewerkte perfect gave schijfjes van puur goud. De bedoeling was om deze tot munt te slaan, maar dat is er nooit van gekomen.

Romeinse schatten genoeg, maar naast de vaste collectie wordt er jaarlijks een tentoonstelling georganiseerd. Deze keer komen ‘Gladiatoren, helden van het Colosseum’ aan bod. Spectaculair. Per zaal worden films getoond waarin actuer een type gevecht naspelen. Aan de hand van het onderwerp zijn objecten te zien, bruiklenen uit negen EU-landen. Het historische verhaal wordt thematisch uit de doeken gedaan. Voor kinderen en scholieren is er een educatieve animatie op swypescreens.

Bizarre begrafenissen

Tijdens de tentoonstelling doe je bizarre ontdekkingen. Al in de vierde eeuw voor Christus kwamen er spelen voor bij de golf van Napels. Griekse kolonisten die zich op het Italische schiereiland hadden gevestigd, hielden tijdens begrafenisrituelen gevechten om de overledene een goed heenkomen naar het hiernamaals te bezorgen. De vechters waren slaven. De winnaar behield zijn leven, de verliezer was met zijn dood het offer voor de dode. Deze lijkspelen kunnen we vergelijken met mensenoffers ter ere van de overleden hoogwaardigheidsbekleder. Allen de rijkste families konden zich lijkspelen veroorloven. Gladiatorenspelen waren particulier en kwamen alleen in familiesferen voor. Er moest bloed vloeien, hoe meer bloed, hoe beter voor de overledene op zijn weg naar het hiernamaals. Dat stromende bloed is op een meer dan 2300 jaar oude fresco goed te zien. Alsof het niets is, hebben de tentoonstellingsmakers deze voor de expositie overgehaald naar Tongeren.

Paestum, 350 v. Chr. Frescoschildering uit een graf bij Paestum (Zuid-Italië). Foto: Gallo-Romeins Museum Tongeren. Bruikleengever : Paestum, Nationaal Archeologisch Museum.

Paestum, 350 v. Chr. Frescoschildering uit een graf bij Paestum (Zuid-Italië). Foto: Gallo-Romeins Museum Tongeren. Bruikleengever : Paestum, Nationaal Archeologisch Museum.

Godin met bloeddorst

Diervechter en leeuw in gevecht. Foto : E. Smit

Diervechter en leeuw in gevecht. Foto : E. Smit

Het is de Romeinse Livius (59 v.Chr.-17 n.Chr.) die in zijn werk Ab Urbe Condita als eerste melding maakt van gladiatorenspelen. Nog steeds in de privésfeer, worden ze georganiseerd voor bloeddorstige goden. In deze tijd zagen maar heel weinig Romeinen een echt gladiatorengevecht. Het eerste publieke spektakel zou hebben plaatsgevonden in 42 v.Chr. ter eren van de graangodin Ceres, die na een aantal misoogsten nodig gunstig gestemd moest worden, met bloed welteverstaan. Het eerste openbare gladiatorengevecht was een feit. Slaven moesten vechten. Bloed vloeide. Of daarna de oogsten de gewenste opbrengst hadden vermeldt de historie niet.

Intussen groeide en bloeide het Romeinse Rijk. In 202 v. Chr. behaalden de Romeinen de eerste overwinning in Noord-Afrika. Hier kwamen ze in aanraking met de voor Afrikaanse vorsten georganiseerde jachtpartijen, waarbij zoveel mogelijk wilde dieren werden gedood. Als snel begon men met het invoeren van wilde dieren voor jachtspektakels in steden als Pompeï en Rome. Een gladiator, of een groep gladiatoren slachtten in de arena zoveel mogelijk wilde beesten af, of wilde beesten verscheurden elkaar. Het publiek was uitzinnig, deze evenementen waren ongekend geliefd.

Dierengevechten = big business

Het organiseren van dierengevechten werd big business. Dieren, eten, transport, logistiek, contracten, hier viel geld te verdienen. Vanaf de keizertijd (die begon met keizer Augustus (63 v.Chr.-14 n.Chr)) werd het steeds grootser aangepakt. De spektakels werden vanuit de staat georganiseerd. Dieren- en gladiatorengevechten werden steeds vaker door elkaar gehouden. Volgens de overleveringen vond er tijdens keizer Nero (37-68 n.Chr.) in Rome elke dag een gladiatorengevecht plaats in het amfitheater, met een vast programma. Allereerst begon een dagje amfitheater met een stoet van muziekanten en draagbare altaren waarop beelden van goden en halfgoden stonden. De gladiatoren sloten de stoet, gevolgd door exotische dieren. In de middag vonden er terdoodveroordelingen plaats, gevolgd door een komische opvoering van clowns en potsenmakers. Tenslotte barstte het gladiatorengevecht los, dat de hele middag duurde.

Pompeï, 20-50 n. Chr. In drie lagen zijn de belangrijkste onderdelen van een dagprogramma in een amfitheater te zien. De centrale scène toont gladiatorengevechten. Foto: GRM. Bruikleen : Napels, Nationaal Archeologisch Museum

Pompeï, 20-50 n. Chr. In drie lagen zijn de belangrijkste onderdelen van een dagprogramma in een amfitheater te zien. De centrale scène toont gladiatorengevechten.
Foto: GRM. Bruikleen : Napels, Nationaal Archeologisch Museum

Ter dood veroordeeld

De ter dood veroordeelden -ad gladius (met het zwaard) of ad bestias (met het beest)- waren slaven die hun meester niet gehoorzaamden. Een andere groep die in de arena terecht kwam, waren zij die heiligschennis hadden gepleegd, een tempel hadden geschonden of het bestaan van de (Romeinse) goden ontkenden. Het plaatst de Christenvervolgingen in een merkwaardig perspectief. Iets wat tijdens de tentoonstelling telkens gebeurt. Bij iedere zaal doe je nieuwe, sensationele ontdekkingen, vervreemdend en verhelderend.

 

 

 

 

Reliëf van geketende ter dood veroordeelden of slaven in een amfitheater. Foto: E. Smit

Reliëf van geketende ter dood veroordeelden of slaven in een amfitheater. Foto: E. Smit

Oog in oog met Felix

Zo maken we kennis met Marcus Ulpius Felix uit Atuatuca Tungrorum, zoals Tongeren in die tijd genoemd werd (al zijn de meningen daarover verdeeld, maar dat terzijde). Marcus Ulpius leefde tijdens de regeerperiode van Trajanus (98-117 n. Chr). Wij kennen hem dankzij een marmeren grafschrift voor zijn urn die zijn vrouw Ulpia Syntyche voor hem liet oprichten. Hij vocht in het Colosseum te Rome. Op het grafschrift staat dat hij veteraan was, en 45 jaar oud; een hoge leeftijd voor een gladiator. Hoe hij in Rome belandde weten we niet. Marcus en Ulpia Syntyche hadden een zoon, Julius. Marcus was een succesvol gladiator, held van het Colosseum. Zijn familie was rijk en kon zich een marmeren bewaarplaats voor zijn urn veroorloven. Een sensatiemoment, om die urn te kunnen zien in Tongeren!

Deze marmeren asurn met grafschrift is het bewijs dat minstens een Romeinse gladiator uit de Lage Landen kwam, en wel uit Tongeren. Het gaat om een 16e-17e eeuwse kopie. Het origineel is in de loop der tijd verloren gegaan. Foto : GRM. ruikleengever : Galleria Colonna, Rome.

Deze marmeren asurn met grafschrift is het bewijs dat minstens een Romeinse gladiator uit de Lage Landen kwam, en wel uit Tongeren. Het gaat om een 16e-17e eeuwse kopie. Het origineel is in de loop der tijd verloren gegaan. Foto : GRM. ruikleengever : Galleria Colonna, Rome.

Ondanks het harde bestaan als gladiator, kregen zij in de keizertijd een goede verzorging. Ze volgden een opleiding, die ongeveer een jaar duurde. Daarbij aten ze volgens een uitgebalanceerd dieet van koolhydraatrijk voedsel, veel groeten en peulvruchten en weinig tot geen vlees. Ook aan medische verzorging ontbrak het hen niet. Er bestonden verschillende typen gladiator die tegen elkaar vochten. In de tentoonstelling komen alle verschillen, met bijbehorende helmen, prachtige schilden en griezelige wapenuitrustingen uitvoerig aan bod. Gemiddeld vocht en vechter twee tot vier keer per jaar. Eenmaal overwinnaar en held geworden, lachte het leven hem toe. Geld, rijkdom, overvloed, misschien een eigen gladiatorenschool en vrouwen bij de vleet. De gladiator van toen wordt in het GRM vergeleken met de voetballer en de wielrenner van nu.

Bitchfight

Detail. Ook vrouwen vochten in het amfitheater. Vrouwelijke vechters waren vergeleken bij hun mannelijke collega’s ver in de minderheid, maar er zijn reliëfs bekend, waarop hoogstwaarschijnlijk twee vechtende vrouwen staan afgebeeld. Zwaard geheven, klaar om elkaar bloedig te verwonden. Overigens verschillen de wetenschappers van mening over het geslacht van de afgebeelde strijders, maar wie de geschiedschrijving bestudeerd, komt erachter dat er wel degelijk gladiatrices vochten, en dat dit fenomeen niet ongewoon was.

Volgens sommigen zou het hier om twee vrouwelijke vechters gaan die een tijger doodden. Foto : E. Smit

Volgens sommigen zou het hier om twee vrouwelijke vechters gaan die een tijger doodden. Foto : E. Smit

Einde van gladiatorenspelen

3. helm van een thraex

Pompeï tweede helft van de eerste eeuw na Chr. Een bronzen helm die vaak gedragen werd door een type Thraex, een gladiator die oorspronkelijk uit Thracië afkomstig was. Bruikleengever en afbeelding: Napels, Nationaal Archeologisch Museum.

Niet alle gevechten eindigden tot een van de strijders het leven liet. Een verliezer kon om genade vragen. De keizer, de hoogwaardigheidsbekleder of het publiek bepaalde of de verliezer mocht blijven leven. Als een spel lang duurde, gaf de keizer een teken dat het wel genoeg was geweest om de wedstrijd af te ronden. Over hoe en welke gebaren men gebruikte, is het laatste woord nog niet gezegd.

Na een lange bloeiperiode nam na ongeveer 300 n.Chr. de populariteit af. Niet alleen het Christendom of het dierenleed zorgden ervoor dat de bloedige spektakels uit de mode raakten. Geld en Germaanse invallen waren een van de redenen waardoor de spelen in verval raakten. Om de (staats)kosten te drukken werden ze steeds minder spectaculair, wat de bezoekersaantallen deed afnemen, en waardoor er minder geld in het laatje kwam; de vicieuze cirkel was een feit. De laatst bekende gladiatorengevechten in Rome vonden in 434-435 plaats, de laatste jachtpartijen in 523.

De tentoonstelling Gladiatoren helden van het Colosseum eindigt, anders dan de geschiedenis van de gladiatorenspektakels, indrukwekkend. Met graffiti uit de Oudheid is een multimediale installatie samengesteld. Door de geluidseffecten en de in beeld gebrachte mozaïekvloeren gaat het leven een beetje zweven. Kippenvel. Hoe is het mogelijk?! Je maakt het mee! Juichen? Nee, dat gaat te ver.

Het verleden presenteren aan de hand van originele objecten, reliëfs, grafsteles, het echte verhaal, zonder verzinsels, want de geschiedenis is al sensationeel genoeg. Je krijgt het gevoel alsof je zelf in de arena staat. Dat doen ze goed, onze zuiderburen. Ik ben een beetje jaloers, én blij, dat ik in Tongeren het Gallo-Romeins Museum bezocht heb.

Voor openingstijden en route kijk op www.galloromeinsmuseum.be

Bronnen:
Persberichten Gallo-Romeins Museum te Tongeren
Clerinx, H., Romeinse sporen. Het relaas van de Romeinen in de Benelux met 309 vindplaatsen om ze te bezoeken (Amsterdam 2014).
www.gendergeschiedenis.nl Berg, B. van den Vrouwelijke gladiatoren <HTML>

Afbeeldingen : verstrekt door Gallo-Romeins Museum en van de auteur. De onderschriften van de afbeeldingen van het GRM zijn geschreven door de persdienst het GRM. Voor gebruik van de afbeeldingen informeren bij GRM.

Ester Smit is historica en de auteur van Romeinen rondom het Domplein, over de Romeinse sporen in Utrecht. Lees hier Esters uitgebreide reisverslag door Tongeren.

Schrijf je in voor TOEN!