Bankrover-filosoof Rein Gerritsen
Rein Gerritsen, in zijn jeugd slachtoffer van een auto-ongeluk waarna hij een bijna-dood-ervaring kreeg en in een psychose belandde. Later raakte hij in het criminele circuit verstrikt. Nu is hij filosoof. Een interview over het menselijk kwaad.
Rein Gerritsen was als jong-volwassene slachtoffer van een auto-ongeluk waarna hij een bijna-dood-ervaring had en in een psychose belandde. Later raakte hij in het criminele circuit verstrikt en pleegde een bankoverval. Gerritsen’s leven leest als een filmscript: tragisch, bijzonder en heroïsch. Tegenwoordig is hij wetenschapsfilosoof. Over zijn tumultueuze leven kwam enige tijd geleden het autobiografische boek Knock Out uit. Daaruit blijkt hoe de bijna overleden Gerritsen als een feniks uit zijn as herrees en daarna een catharsis doormaakte die hem tot nieuwe inzichten bracht.
In april 2011 verschijnt deel 2 van zijn biografie, getiteld: Code Willem Rood. Onlangs schreef Gerritsen ook het voorwoord voor het boek Het Lucifer Effect van Philip Zimbardo over het Stanford Prison Experiment. Dit experiment was een sociaal-psychologisch onderzoeksproject dat in 1971 in de universiteit van Stanford (Amerika) werd uitgevoerd door onderzoeker Philip Zimbardo. In de kelders van de universiteit werd een namaak-gevangenis gebouwd om te kijken hoe mensen zich aan hun omgeving aanpassen. Het experiment liep volledig uit de hand en moest voortijdig worden stopgezet wegens sadistisch gedrag van de bewakers.
Over het kwaad is gedurende de geschiedenis van de mensheid al heel veel nagedacht, geschreven en gezegd. Tal van filosofen hebben hun licht er over laten schijnen. De oude Griekse filosofen hadden er al zo hun ideeën over. Sommigen, zoals Diogenes, pleegden zelf ook misdaden. Deze Cynicus bezondigde zich aan valsemunterij terwijl Socrates dan weer (wellicht onterecht) van criminaliteit werd beschuldigd en de gifbeker moest leegdrinken.
Wijsgeren hadden, gedurende de geschiedenis, zeer uiteenlopende ideeën over het kwaad.
Plato meende dat iedereen die het goede kent, ook goed zal doen. Niemand bezondigt zich volgens deze wijsgeer vrijwillig. Kwaad en zonde zijn slechts het uit het oog verliezen van het goede. Op een goede manier leven is, volgens Plato, leven vanuit begrip van het goede. Kwaad ontstaat als het zicht daarop belemmerd wordt.
Volgens Aristoteles streeft de mens er altijd naar om het goede of het schijnbaar goede te doen. Dat wat goed lijkt, kan volgens hem, echter in werkelijkheid toch kwaad en slecht wezen.
Epicurus had een nog iets andere visie op het kwaad: volgens hem overkomt een mens het kwade als hij zijn begeertes niet in de hand houdt en niet leeft volgens het inzicht van de wijsgeer. Epicurus spreekt echter niet zo zeer over het kwaad an sich, als wel over de reactie op het kwaad.
In de visie van de Stoïcijnen is het kwaad veeleer een vorm van niet-redelijk zijn. Daarom moet de mens strijden tegen driften en hartstochten. Deze ondeugden bedriegen en bedreigen immers de rede. Het doel van de stoïcijnen is daarom de apathie (hartstochteloosheid). Dat levert uiteindelijk wijsheid op.
Het Christendom zorgde er later voor dat het kwaad geïndividualiseerd werd en het begrip zondaar ontstond.
In de 17e eeuw verkondigde Hobbes dan weer dat de mens goed noch kwaad is. In de theorie van Hobbes wordt de mens geleid door eigenbelang. Uit opportunistische redenen – en puur uit eigenbelang – worden afspraken gemaakt, maar die worden even snel ook weer verbroken als dat beter uitkomt.
Dit was slechts een greep uit de verschillende visies op het menselijk kwaad. Tijd voor een gesprek met een ervaringsdeskundige die zelf kwaad heeft begaan, zelf in het gevang zat en daarnaast ook veel over criminaliteit heeft nagedacht: ex-crimineel, maar ook afgestuurd filosoof Rein Gerritsen. Een interview met deze bankrover-filosoof over Zimbardo, het menselijk kwaad en zijn eigen turbulente leven.
Markies De Sade. Bron: Wikipedia
Om maar meteen met een bekende representant van het kwaad te beginnen: Markies de Sade heeft eens (vrij vertaald) gezegd dat de natuur dood leven gebruikt om nieuw leven te scheppen. Daarom zijn misdaad, vernietiging en de dood iets positiefs en behagelijks voor de natuur. Moorden is in die visie goed en daarom is de massamoordenaar het hoogste mensentype volgens De Sade. Ook zegt hij dat nihilisme mensen bevrijdt en dat de mens, god en de natuur allemaal puur slecht zijn.
Zie jij als filosoof iets in De Sade of is het allemaal onzin? Kortom: heeft De Sade enig zicht op het kwaad in de mens en de natuur?
Gerritsen: “De Sade heeft een elitistische opvatting voor ogen: alleen mensen zoals hijzelf mogen anderen vermoorden. Bovendien, als de mens, god en de natuur allemaal slecht zijn, is het tegenstrijdig om te zeggen dat moorden ‘goed’ is. Je bent een nihilist of je bent het niet. (Voor een nihilist kan de notie ‘waarde’ geen enkele betekenis hebben.) Voor mij is De Sade niet meer dan het goed geschreven verhaal van een psychopaat.”
Zit het kwaad vooral in de genen van de mens of zijn omgevingsfactoren meer van invloed?
Gerritsen: “Ik ben ervan overtuigd dat er iets in onze genen zit dat maakt dat we ons agressief opstellen. Ik denk echter niet dat het zoeken naar een criminaliteitsgein op het 23ste chromosoom in ons lichaam een legitieme vraag is. Want wat is criminaliteit eigenlijk? Dat is een sociologisch begrip en een sociologisch begrip vind je heus niet verankerd in een DNA- basenpaar. Het kan wel zo zijn dat een basenpaar die specifieke eigenschappen bezit die zorgen voor een adrenaline-verhoging.”
“Het probleem bij de bewering dat criminaliteit in de genen zit, is dat er nog zoveel stappen tussen zitten voordat dit zich vertaalt in agressief gedrag. In de biologie heb je het dogma dat het genotype het fenotype bepaalt. Dat is echter lang niet altijd het geval. Als iemand bepaalde eigenschappen in zijn gen heeft zitten, wil dat niet automatisch zeggen dat die altijd tot uiting komen. Dat is het gevaarlijke van de discussie rond de erfelijkheid van criminaliteit en dat is ook mijn bezwaar tegen de criminoloog Buikhuisen en Lombroso destijds.”
“Wetenschappelijk onderzoek doen naar de oorzaken van criminaliteit vind ik prima. Alleen zitten er tussen de kennis die je pretendeert te hebben over het functioneren van de genen, de organen en de mensen in de samenleving nog zo ontzettend veel fases.”
“Vanaf het moment dat je met dergelijk onderzoek start, ben je al bezig met reductionisme omdat je de zaak simpel wilt houden. Jammer genoeg zijn die zaken niet zo simpel. Ik vind het heel erg gevaarlijk om dat soort theorieën te poneren omdat bij het in de praktijk brengen van die ideeën je andere mensen gebruikt als proefkonijn.”
“Ik heb er daarentegen geen bezwaar tegen als je op theoretisch niveau uitzoekt en bekijkt hoe die processen verlopen in een laboratoriumsituatie, want dan komen die onderzoekers ook wel tot de ontdekking dat je niet kunt spreken over criminaliteit op de genen. Net zo als het onzin is om te zeggen dat mensen een schizo-gen hebben. Schizofrenen kunnen een gen hebben dat voor een bepaald aantal eigenschappen codeert, maar dan is het nog de vraag of die genetische code de hele tijd exact gereproduceerd kan worden door een RNA en ga zo maar door. Daar zitten zoveel stappen tussen. Dat is veel ingewikkelder dan men kan vermoeden.”
“Wat me stoort in de wetenschappelijke discussie is dat wanneer er gepretendeerd wordt dat het wetenschappelijk is, er toch zoveel factoren onbesproken blijven. Bij Pauw en Witteman hoor je dan bijvoorbeeld neurobioloog Dick Swaab die zegt: we zijn onze hersenen. Dat is een stompzinnige uitspraak. Het is een tegenstrijdige bewering. Als je die zin gaat ontleden, moet hij semantisch gezien kloppen en dat doet hij niet. Mensen vind je echt niet terug in onze hersenen hoor.”
Politiek en criminaliteit
“Het enge aan dat soort wetenschappelijk onderzoekingen is dat ze heel erg ingebed liggen in een politiek klimaat. Er is duidelijk een interactie tussen de wetenschap en de politiek. Momenteel gaan we heel hard naar rechts toe in Nederland en dan is het tijd voor dat soort reductionistische ideeën. En waarom is dat zo? Omdat het de overheid geld bespaart. We hoeven er op die manier ook niet meer over na te denken en Klaar is Kees. Daaraan zie je hoe de politiek met de wetenschap en de filosofie erachter, vervlochten is. En dat sijpelt ook door tot op het niveau van de rechterlijke macht. Kijk maar eens hoe de rechterlijke macht tegenwoordig onder politieke druk en media-druk staat.”
“Maar om op de vraag over de invloed van erfelijkheid en/of omgevingsfactoren terug te komen, nog even dit: als het specifiek om het kwaad gaat, denk ik dat je niet kunt zeggen dat alles uit de omgeving komt, maar ook niet dat alles erfelijk is. De nature-nurture discussie is totaal zinloos. Ik ben een aanhanger van paleontoloog Stephen Jay Gould. Die zei op een gegeven moment: ‘natuurlijk is het nature en natuurlijk is het nurture.’ Beiden doen ertoe. De grote vraag is juist om uit te zoeken waar wat begint en waar wat ophoudt. En die vraag hebben we bij lange na nog niet beantwoord. Je weet dat beide facetten (nature/nurture) er bij betrokken zijn, maar waarschijnlijk nog veel meer andere, onbekende factoren. Het is allemaal met elkaar vervlochten.”
“Ik moet zeggen dat ik de inrichting van ons detentie-klimaat liever aan denkers als Stephen Jay Gould overlaat dan aan mensen als Swaab. Momenteel schrijf ik over dat onderwerp. Ik ben bezig om een verhaal uit te werken over de opvattingen die we hebben over wat criminelen zijn en wat we daarmee moeten doen. Dat stuk komt in een nieuw boek van mij. Daar ben ik nu tweeënhalf jaar mee bezig. Het komt uit in april 2011.
“In mijn boek signaleer ik dat er door de maatschappelijke roep om veiligheid van tegenwoordig er op een steeds wetenschappelijker manier met gedetineerden wordt omgegaan. Dat lees je ook terug bij de Franse filosoof Michel Foucault. Volgens hem gaat ons detentiesysteem om het beheersen van de criminelen. Hun gedrag is afwijkend en men wil weten wat er met hen aan de hand is. We zijn namelijk als de dood voor iets dat afwijkend is.”

Michel Foucault. Bron: Wikipedia
Geloof je dat Foucault gelijk heeft in zijn analyse over het gevangeniswezen en de kwestie macht? Sta je achter zijn standpunt dat criminelen de maatschappelijke structuren die bestaan doorbreken en dat ze daarom opgesloten worden? Klopt zijn visie dat misdadigers niet aan de kapitalistische, bourgeois-structuren willen gehoorzamen en dat de maatschappij ze daarom wil detineren?
Gerritsen: “Foucault zegt dat wel, maar hij heeft daar niet direct een moreel oordeel over. Wat Foucault echter ook zegt, en dat is eigenlijk veel belangrijker, is dat als je iets wilt weten je op zoek moet gaan naar de epistemie van het tijdperk. Je moet op zoek gaan naar het brokje kennis waar nu eigenlijk alles om draait. En bij Foucault zit dat in disciplinering. Mensen zijn volgens hem te disciplineren. Bij Foucault maakt dat deel uit van zijn machtsanalyse, waarin hij volgens mij echter wel een beetje te ver doorschiet. Bij hem is alles macht, maar hoe zit het dan met geweld, denk ik dan? Is elke vorm van geweld dan ook een vorm van macht? Ik denk het persoonlijk niet. Maar Foucault heeft zeker gelijk als hij zegt dat heel het gevangeniswezen is ingericht op correctionele maatregelen. Vanuit de rest van de samenleving bekeken, vertonen criminelen natuurlijk ook deviant gedrag. Mensen die afwijken, moeten volgens dat systeem gecorrigeerd worden. En met corrigeren bedoelen ze het terugbrengen naar de oude normen, zodat het niet langer afwijkend is. Volgens Foucault is dat echter een illusie omdat er simpelweg geen algemene norm bestaat.”
“Bij Foucault zie je in zijn boek Discipline, Toezicht en Straf ook weer dat thema terugkomen van de verwetenschappelijking van de crimineel. Hij stelt dat een heleboel wetenschappen hun bestaansgrond te danken hebben aan het bestaan van de crimineel als wetenschappelijk proefkonijn en van wat wij als afwijkend beschouwen. Ik vind dat zelf ook weer een te sterke these hoor. Het hangt er wel mee samen, maar het is geen één op één relatie. Foucault ging vaak wat te ver, maar ik denk ook dat hij zich dat zelf wel realiseerde. Foucault had sterk de neiging om sweeping statements te maken.”
“Wat betreft de proefkonijn-functie van de crimineel zit er zeker waarheid in hetgeen Foucault beweerde want de ontwikkelingen in de psychologie houden gelijke tred met toepassing in het gevangeniswezen. Volgens de psychologische stroming van het behaviorisme kun je mensen klassiek en operant conditioneren en dergelijke technieken werden het eerste gebruikt in de gevangenis. Een gedetineerde verliest bepaalde burgerrechten op het moment dat hij veroordeeld is door een rechter en verliest daarmee ook het recht om gevrijwaard te worden van alle dingen die inbreuk maken op de integriteit van zijn lichaam. Hij wordt daardoor een soort proefkonijn. Ik vind het heel erg raar als je bedenkt dat bepaalde ideeën die er leven in de psychologie meestal het eerste in het gevangeniswezen worden toegepast.”
“Men gaat uit van het denkbeeld dat de gevangenis dient om de maatschappij veiliger te maken en om die reden leggen we dus gevangenis-straffen op. Maar gevangenissen zijn af en toe heel erg gewelddadige omgevingen. Daar hangt dus een interessante vraag aan vast. De sixty-four-thousand dollar question bij deze zaak is dan deze: ‘als je weet dat door de wetenschappelijke methodes gevangenissen minder veilig worden, maken die gevangenissen dan geen deel meer uit van de maatschappij? Of is het zo dat de mensen die we daar hebben opgesloten, daarmee ook voorgoed uitgesloten zijn van het Sociaal Contract.”
“ In heel die gedachtegang zit echter een denkfout. Wanneer gevangenissen de maatschappij veiliger maken, waarom zijn de gevangenissen door die wetenschappelijke technieken dan toch onveilig gebleven? Daaruit volgt dan weer dat we eigenlijk moeten zeggen dat al die gevangenissen die we in Nederland hebben staan, dus eigenlijk niet tot Nederland behoren. Dat is toch een vreemde paradox, lijkt me zo.”

Philip Zimbardo. Bron: Wikipedia
Gerritsen: “Ik weet niet of je dat immoreler moet noemen. Als je kijkt naar onze culturele normen dan zijn die allemaal gericht op het samenwerken met elkaar (eerlijkheid etc.). Een van de problemen van onze ethiek is dat die gebaseerd is op de autonomie van het individu. Sinds de Duitse filosoof Immanuel Kant hebben we dat Verlichtingsidee. Binnen die ethiek gaat het dan om autonome individuen die optreden. De moeilijkheid bij een groepsgebeuren is dat er weinig overblijft van de autonomie van het individu. Ik denk zelfs dat de autonomie van het individu een illusie is en dat we veel vaker – zelfs in ons persoonlijke denken en als we ons alleen wanen – minder autonoom zijn dan we geloven.
Eén van de dingen die ik nu in mijn nieuwe boek aan het uitwerken ben is dat zelfs wanneer je in een isoleercel zit in de gevangenis, je toch niet echt alleen bent. Dan nog bepaalt de groepsdruk je denken. Ik zal daar een positief en een negatief voorbeeld van geven. Om met het positieve voorbeeld te beginnen: de Italiaanse filosoof Antonio Gramsci zat voor de Tweede Wereldoorlog in de gevangenis als Marxistische dissident. De fascisten van Mussolini hadden hem gevangen gezet. Hij is toen begonnen om zijn levensverhaal op een rol toiletpapier te schrijven. Dat deed hij echter in het besef dat wat hij deed en wat hij schreef, bedoeld was voor een lezer. Het was bestemd voor andere ogen – namelijk die van zijn medelotgenoten – maar ook om een verhaal na te laten over hoe het daar voor hem was. Met andere woorden: zelfs al zat hij in de gevangenis, dan nog had hij een publiek voor ogen. Dat bepaalde heel erg zijn handelingen in die gevangenis. Gramsci wist welke dingen hij wel en niet mocht zeggen. In zijn achterhoofd speelt namelijk ook steeds de vraag mee wat er ontdekt kan worden als de rol wc-pier gevonden wordt door de Duitsers. Wat komen ze dan wel of niet te weten en zou hij dan mensen mogelijk verraden, te veel zeggen of te veel blootgeven? Dat zijn allemaal normatieve stellingen waarmee hij op dat moment rekening houdt.”
“Nu komen we op een negatief voorbeeld dat gaat over mezelf. In de tijd dat ik in die juryzaal zat, had ik nog steeds te maken met de mores van het criminele circuit waar ik deel van uitmaakte. Ik kon door mijn banden met het criminele circuit mijn mond niet voorbij praten en ik kon niks ondertekenen. Bij alles wat ik deed, moest ik rekening houden met wat anderen (collega-misdadigers) daarvan dachten. Ik kon en mocht ze niet verlinken. Anders zouden er mogelijk represailles volgen. “
Bystander-effect
“Dus in die zin zit eigenlijk niemand alleen in de cel en zie je dat de autonomie van het individu in dat soort omstandigheden heel erg fragiel is, omdat je denken, doen en laten worden bepaald door wat jij denkt dat anderen van jou vinden, en hoe jij over die anderen denkt. Dat werkt het zelfde bij bepaalde situaties in de buitenwereld zoals bijvoorbeeld bij het bystander-effect (bijstandereffect) waarbij mensen in een groep niet ingrijpen als iemand anders in een noodsituatie verkeert. Dan zie je dat in een groep de eigen verantwoordelijkheid van een individu en de eigen denkbeelden diffuus worden. Een mens wordt op zo’n moment minder individu. Dat is heel eigenaardig om te zien. Mensen denken dan dat je de verantwoordelijkheid voor die situatie kunt delen. Men gaat uit van een gedeelde verantwoordelijkheid. Dus als er niks gebeurt, treft jou heel weinig blaam, want die ander deed namelijk ook niks.
Een collega van mij zegt daarover : “de beste kans die je hebt om in dergelijke situaties geholpen te worden is om de omstanders tot individu te maken en ze individueel toe te spreken. Een slachtoffer op straat die in elkaar geslagen wordt terwijl andere mensen eromheen staan te kijken en helemaal niets doen, maakt nog het meeste kans als hij iemand in het publiek direct op de man af vraagt of hij kan helpen. (Bijvoorbeeld: ‘jij daar met die blauwe trui, kun je me helpen a.u.b.) Op het moment dat je dat aangeeft wordt die persoon weer individu, en weet hij dat anderen hem ook weer als individu gaan zien. Iedereen ziet dan dat het om die bepaalde persoon gaat. Als je mensen persoonlijk kent, zijn ze ook veel sneller geneigd te helpen dan in een grote, amorfe groep van onbekenden.”
“Dat bystanderseffect treedt op zoveel plaatsen in de maatschappij op: het vindt plaats op school, voetbalveld, fabriek, kantoor etc. Dat zijn allemaal milde vormen van wat kan gebeuren in termen van groepsdruk. Het verraderlijke aan het bijstandereffect is echter dat mensen eigenlijk het idee hebben dat ze nog steeds hun eigen beslissingen aan het maken zijn, terwijl ze onbewust die keuze al elders (bij de groep) gelegd hebben. En hoe langer ze daar naar kijken, des te minder worden ze een individu en des te meer wordt ook het slachtoffer dat op de grond ligt gedeïndividualiseerd.”
“Wat Zimbardo in zijn Stanford Prison-experiment deed was een situatie in het leven roepen waarin echt alle vormen van groepsdruk aanwezig waren zoals expliciete en impliciete groepsdruk etc. Onuitgesproken, impliciete, groepsdruk gaat altijd over normen en waarden. In die zin heeft het altijd iets beladens. Bij een impliciete groepsdruk wordt er eigenlijk stilzwijgend vanuit gegaan dat jij je houdt aan die normen en waarden van de groep. Als je dat niet doet worden de sancties ook onuitgesproken gelaten, maar ze zijn wel degelijk aanwezig.”
“Bij een expliciete groepsdruk zoals bij het gevangenisexperiment van Zimbardo werkt het ongeveer zo: als jij je als bewaker niet conformeert aan de eisen en de bevelen van de andere cipiers en jij de gedetineerden niet op die en die manier behandelt, dan pas jij niet binnen de groep. Het devies luidt eigenlijk: conformeer je of rot op. In het experiment van Zimbardo zag je dat een bepaalde groep bewakers eerst de neiging had zich aardig op te stellen tegenover de gedetineerden, maar na verloop van tijd gingen ze hun gedrag veranderen toen gezegd werd dat ook zij de gevangenen moesten gaan beschimpen en koeioneren. Anders zouden ze niet in de groep passen.”

Barmhartige Samaritaan. Bron: Wikipedia
Betekent dit dat mensen slappe, beïnvloedbare wezens zijn? Zou het beter zijn als mensen als individu wat krachtiger waren?
Gerritsen: “Het experiment gaat niet zo zeer om de etiketjes die je op de mens als soort plakt. Daar laat Zimbardo zich niet over uit. De kracht van het experiment zit niet in het concluderen dat we slappe, weinig heldhaftige, beïnvloedbare wezens zijn, maar toont aan dat de ideeën die in onze maatschappij leven onder druk al hele andere vormen kunnen aannemen. Hoe we volgens school in het leven dienen te staan en hoe onze maatschappij eruit ziet is niet onveranderlijk. De menselijke natuur zit namelijk veel plastischer in elkaar dan wij geneigd zijn te denken.
Zelfs onder de geringste tijdsdruk met een variabele is de mens snel uit zijn evenwicht te brengen.Zo bestaat er de zogenaamde proef van de Barmhartige Samaritaan. Dat is een experiment dat uitgevoerd werd bij groot-seminaristen. Die kregen de opdracht een preek voor te bereiden over de Barmhartige Samaritaan (zie Bijbel) . Die preek werd opgenomen op videotape waarna die band onmiddellijk naar de televisiestudio aan de andere kant van het gebouw gebracht moest worden. Daarvoor kregen de deelnemers twee minuten de tijd. Ondertussen kreeg de seminarist te horen dat op het pleintje een in vodden gehuld persoon in zijn uitwerpselen lag te verkommeren. Vanwege de groepsdruk en de haast die er bestond reageerde echter niemand op het onderwerp van zijn lezing dat daar op straat lag. Voer je de tijd tot vijf minuten op dan beginnen er al mensen te reageren en bij tien minuten helpt bijna iedereen. Wat Zimbardo laat zien is dat onze eigen normen en waarden ons danig voor de gek kunnen houden. Dat is te wijten aan de beperking van onze fantasie. Met onze fantasie kunnen we gewoonweg niet bedenken hoe ver we in staat zijn te gaan ten nadele van een ander.”
Geldt dat voor iedereen of bestaan er ook exceptionele figuren die dergelijke groepsdruk wel kunnen weerstaan?
Gerritsen: “Ja, die zijn er wel, maar dergelijke mensen zijn er tegen gewapend hoor. Je kunt je daar natuurlijk op een bepaalde manier tegen verweren. Maar voor mij betekent het experiment van Zimbardo twee belangrijke dingen die ik veel belangrijker vind.
Er was bijvoorbeeld voorafgaand aan het Zimbardo-experiment geen enkele instructie gegeven en na twee dagen liep het project al uit de rails. Zimbardo kreeg te maken met een gevangenisopstand. Hij zat zo in die context van zijn eigen gevangenisproject ingebakken dat hij zelf ook niet meer inzag dat het geen echte gevangenis was en daarom het politiebureau opbelde met de vraag om directe politie-ondersteuning omdat hij te maken had met rebellerende gevangenen en de celbewoners direct naar een streng beveiligde omgeving wenste over te brengen. De politieman aan de andere kant van de lijn vroeg daarop: “Wie bent u eigenlijk? Waar gaat het over?”
De belangrijke les die daar in zit, is dat Zimbardo zijn gedragingen zo had aangepast aan die context dat alles wat in die context gebeurde voor hem normaal was geworden. En zo werkte het ook met de agressie van de bewakers. Die agressie was in eerste instantie niet aanwezig, maar nadat zij zelf te maken kregen met gewelddadigheid, wordt hun baseline duidelijk verhoogd. Hun grondhouding tegenover geweld is dan veranderd. En dat gaat zo razendsnel, daar heb je geen idee van. Als je tien keer per dag met agressie te maken hebt, dan weet je op een gegeven moment niet beter meer en ga je het gewoon normaal vinden. Dat heb ik in mijn boek Knock Out ook beschreven. Oost-Europese criminelen die hier actief zijn in het misdaad-milieu zijn ook vaak zeer gewelddadig omdat dat in hun eigen land tijdens de burgeroorlogen (Tsjetsjenië, Joegoslavië en Albanië) heel gebruikelijk was. Dat levert de grootste moeilijkheden op.”
“Als mensen uit zo’n gewelddadige omgeving het huis van bewaring binnenkomen, worden ze plotseling geconfronteerd met bewakers die wat dat betreft een afwijkend normbesef hebben. Dat levert grote problemen op omdat die gedetineerden nog steeds van zichzelf denken dat ze zich normaal gedragen. Het eerste conflict in een huis van bewaring gaat dan ook altijd over hoe je je normaal gedragen moet in de nor. Als iemand zegt tegen een ander dat hij normaal moet doen, krijgt die persoon steevast als antwoord dat hij zelf normaal dient te doen, want de aangesprokene is al normaal. Dat is altijd de eerste inzet in de gevangenis.”
“Dat levert een hele rare kijk op inzake conflicterende normen over wat het is om normaal te zijn. En als je dan kijkt waar de invulling van die normen vandaan komt dan zie je dat het vooral de context is die dat bepaalt. Om het duidelijker te maken, geef ik een voorbeeld: als je een haai bent die tientallen jaren lang in een haaientank heeft rondgezwommen en je plaatst dat dier op een gegeven moment in een vissenkom dan gaat hij nog steeds door met moorden. Hij wordt geen schol, paling of tong. Je kunt proberen om die haai wat makreel-achtige eigenschappen mee te geven door hem te laten zwemmen in een groep bijvoorbeeld, maar op het moment dat je hem terugplaats in een haaientank, zal het dier zich weer heel snel aan die omstandigheden aanpassen. Dat is mijn manier om te zeggen dat de gedragsinterventie bij gedetineerden, waar justitie mee bezig is, weinig zin heeft als je ze weer terugplaatst in dezelfde context. Je past jezelf immers altijd aan aan die context.”
Armoede en Criminaliteit
“Als het gaat om dat soort contextuele factoren wil ik nog iets zeggen over de Britse arts en essayist Theodore Dalrymple. Die zegt dat armoede beslist geen oorzaak kan zijn van criminaliteit. Nauw, sorry meneer Dalrymple, maar kijkt u nog eens goed! Daar klopt toch niks van? Dalrymple heeft voor een groot deel gelijk als hij zegt dat het op een gegeven moment om iemands eigen verantwoordelijkheid gaat in het leven. Dat ben ik helemaal met hem eens, maar het gaat ook om de verantwoordelijkheid van de maatschappij als geheel. De kwestie is of we dat soort situaties met zijn allen willen laten voortduren of niet en wat daar dan de prijs van is? Dalrymple heeft volgens mij geen idee waar hij het over heeft. Als hij zegt dat armoede geen oorzaak is van criminaliteit, maar in tweede instantie wel toegeeft dat armoede weldegelijk bestaat, dan moet hij er op zijn minst van bewust zijn dat je een probleem hebt van de rechtvaardige verdeling van goederen. Zelfs daar komt hij niet op.”
“Kortom: ik denk dus inderdaad dat het kwaad dat er tussen mensen plaatsvindt voor een heel groot gedeelte situationeel en systemisch gestuurd wordt. Over dat systemisch gestuurd worden, kun je veel interessants lezen bij filosofen als Ivan Illich, Michel Foucault en Hannah Arendt.”
Is de Iraakse Abu Ghraib gevangenis ook een voorbeeld van uit de hand gelopen groepsdruk?

Abu Ghraib Gevangenis. Bron: Wikipedi
“Bush heeft nu pas zijn autobiografie uitgegeven. Daarin zegt hij dat de VS een blunder hebben gemaakt doordat er geen massavernietigingswapens waren in Irak, maar dat Irak nu veel beter af is dan toen ze door hun eigen regime gemarteld werden. Zo’n uitspraak is schandalig. De Irakezen werden verdorie ook gemarteld door de Amerikanen. Vervolgens zegt Bush dat de ondervragingstechnieken van Guantanamo en Abu Ghraib niet onder martelingen vallen. Vind je het gek? Dat kwam omdat hij het begrip marteling net had geherdefinieerd in het voordeel van de VS.”
“Zimbardo is trouwens bezig om een rechtszaak tegen Bush aan te spannen. Hij is namelijk tot de ontdekking gekomen dat de Abu Ghraib-gevangenis was ingericht en gemodelleerd naar het model van zijn eigen Stanford Prison experiment. Zimbardo heeft documentatie gevonden van Rumsfeld waarin dat bevestigd wordt.”
Wat is de reden dat ze dat in Abu Ghraib op die manier hebben gedaan?
Gerritsen: “Bij dat soort dubieuze praktijken geldt altijd dat men ervoor wil zorgen dat niemand de zwarte piet krijgt toegespeeld. Er is niemand die de verantwoordelijkheid heeft, behalve het individu, de rotte appel. En als er dan wat naar buiten kwam, zegt Bush gewoon doodleuk dat de methode bruikbare informatie heeft opgeleverd waardoor hij kostbare mensenlevens heeft kunnen redden. Je hebt dus blijkbaar kostbare en minder kostbare mensenlevens. Ik vind dat bedenkelijk. Die hele manier van redeneren stuit me tegen de borst”.
Hoe komt het dat we zo gehoorzaam en gedwee bevelen opvolgen in een groep? Waarom zitten we zo in elkaar?
Gerritsen: “Iemand die Zimbardo leest, zal inzien dat wat hij zegt over het boek The Inner Ring van C.S. Lewis klopt en dat de mens behoefte heeft om ergens bij te horen. Dat zie je al op school. Ik denk anderzijds ook dat er best een evolutionaire reden achter die groepsdruk zit: drang tot zelfbehoud etc. Daarnaast spelen er volgens mij ook allerlei psychologische factoren mee zoals het wel of niet ergens je verantwoordelijkheid voor nemen. Al zegt iemand van tevoren dat hij ergens de verantwoordelijkheid voor op zal nemen en voor iets anders niet, dan nog zie je dat door de groepsdruk de scheidslijn tussen wel en niet doen erg diffuus blijkt te zijn en heel erg transparant wordt. Groepsdruk is een samenspel van allerlei factoren: sociologisch, psychologisch, evolutionair etc. Abu Ghraib was duidelijk een voorbeeld waarbij de externe druk immens was. De arbeidsomstandigheden en de detentiefaciliteit waren er onmenselijk. Bovendien was er in Abu Ghraib ook nog sprake van geheimzinnig gedoe met mensen die daar in burger rondliepen en niet aangesproken mochten worden op hun functie en volledig carte blanche hadden binnen de gevangenis. Volgens Zimbardo is er duidelijk sprake van een zware groepsdruk-functie als militaire politie opdrachten moeten aannemen van burgers:”
De Duitse filosofe Hannah Arendt heeft gezegd dat het kwaad vaak banaal is. Is Abu Ghraib daar een voorbeeld van?

Postzegel van Hannah Arendt. Bron: Wikipedia
Gerritsen: “Volgens mij klopt het wel wat Arendt zegt Het kwaad is natuurlijk vaak banaal. Mensen denken dikwijls dat er om iets kwaads te bewerkstelligen een hogere intelligentie aanwezig moet zijn en dat daar een bepaald mechanisme achter zit. In de 15e of 16e eeuw dacht men nog dat het kwaad iets externs was. De aardbeving in Lissabon was de wraak van God omdat wij geen gehoor hadden gegeven aan zijn geboden. Het kwaad zat ook vaak in de natuur: een rivier die overstroomt, was te wijten aan het feit dat men de goden ongunstig gestemd had en ga zo maar door.”
“De tweede betekenis van de banaliteit van het kwaad is dat ons hele strafrecht er van uitgaat dat om het kwade te doen, kwade opzet vereist is. Er bestaan daar wel een paar uitzondering op: bijvoorbeeld voorwaardelijke opzet. Maar zelfs in zo’n geval kom je voor een tribunaal omdat het kwaad niet gewild is. In zo’n geval is de redenering dat het kwaad voortkomt uit het feit dat de mens van nature verdorven is. Je zit daarmee eigenlijk in een catch-22 situatie. “
“Bij Arendt ging het om het volgende: ‘om het goede te doen, zijn geen goede bedoelingen vereist en om het kwade te doen, zijn geen kwade bedoelingen vereist.’ Zowel Zimbardo als Arendt denken dat zij met hun theorie een middel in handen hebben gegeven om een verschijnsel als de Holocaust te kunnen begrijpen.”
“Wat Daniel Goldhagen zegt over de Holocaust is veel simpeler. Volgens hem waren alle Duitsers verrot. Het waren allemaal kwaadwillende rotzakken die dat deden. Wat Arendt en Zimbardo daarentegen laten zien is dat je maar heel weinig groepsdruk nodig hebt om dergelijke dingen te laten gebeuren. Dat wijst op het idee dat wij mensen denken dat we de wereld tot op grote hoogte onder controle hebben, maar bij het minste of geringste blijkt dat al niet meer te kloppen. Je hoeft maar een voetbalstadion in te lopen en het gaat al heel erg anders. Er wordt ook vaak gezegd dat de mens een rationeel wezen is, maar kijk maar wat er op de snelweg gebeurt. Als er een ongeluk plaatsvindt, krijg je ramptoerisme en zijn de mensen niet meer weg te slaan bij de aanblik van zoveel leed en ellende.”
Als het kwaad banaal is en voor een groot deel te wijten is aan groepsdruk etc., kun je dan stellen dat het individuele kwaad eigenlijk niet bestaat? Zitten zaken als haat en slechtheid anders in elkaar dan wij het zien?
Gerritsen: “Van oudsher hebben we de neiging om de dingen die ons dwarszitten te benoemen en te controleren. De Bijbelse koning Solomon zei al: ‘op het moment dat ik de naam van de geesten weet, heb ik ze in mijn macht. Laat mij de geesten kennen bij naam en ik controleer ze’. Zo hebben wij het kwaad ook een naam gegeven in de vorm van Lucifer. De mens personifieert het Kwaad. We hebben van oudsher vaak een duidelijk vijandbeeld: het is iets waar iedereen het over eens is dat we dat moeten mijden. God staat daar dan tegenover en is de belichaming van het goede.”
“Wat Zimbardo en Hannah Arendt lieten zien is dat het kwaad een contingent feit is van de wereld. Degenen die het kwaad ervaren en er het slachtoffer van zijn, kunnen dat daadwerkelijk als Kwaad ervaren. De nazi’s gebruikten psychologische trucs – net als gevangenisbewaarders dat bij ons in minder extreme vorm doen. Duitse kampbeulen lieten bijvoorbeeld de ene Jood in leven omdat hij een bepaalde opdracht goed had uitgevoerd terwijl ze de volgende Jood die die opdracht exact imiteerde om diezelfde reden neerschoten. Mensen kunnen niet tegen dergelijke volstrekte willekeur. Daar zijn wij niet tegen opgewassen. Zulke boosaardige, banale, willekeur moeten de slachtoffers en de omstanders natuurlijk wel als het kwaad ervaren hebben.”
“Ik denk dat het kwaad een proces is dat optreedt wanneer mensen gedeïndividualiseerd en ontmenselijkt worden en door de ander als vijand gezien worden. Het besef van de dader dat ze een individu zijn met eigen verantwoordelijkheden raakt dan diffuus. Neem bijvoorbeeld de uitspraak van premier Mark Rutte dat ‘wanneer u voortaan een inbreker thuis neerslaat, u niet degene meer bent die vervolgd wordt, maar de inbreker.’ Die inbreker is dan dus het kwaad. Dat Rutte daarmee ook een uitspraak deed die ongrondwettelijk is, is bijna niemand opgevallen. Of iemand daadwerkelijk een inbreker is, wordt immers bepaald door artikel 311 van het wetboek van strafrecht en die beoordeling is aan de rechter en niet aan Marc Rutte.”
“Het valt mij op dat er tegenwoordig een hele hoop uitspraken door politici worden gebezigd, die volstrekt ongrondwettig zijn. Minister van Economische Zaken Maxime Verhagen heeft onlangs bijvoorbeeld ook gezegd dat ‘het beter is om 10 onschuldigen vast te zetten dan om 1 schuldige te laten gaan.’ Zo’n maatregel is echter compleet ongrondwettelijk. Fred Teeven heeft dan weer, bij zijn aantreden als staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, gezegd dat hij dit jaar acht keer het nieuws wil halen met een maatregel in de gevangenis. Hij weet nu dus al dat hij dat acht keer wil doen, zonder te weten waarom. Dat vind ik echt een eng verhaal.”
Volgens jouw visie komt het kwaad vaak voort uit de omstandigheden. Moeten we het kwaad daarom eerder zien als een proces dat mensen ontmenselijkt dan als een entiteit of ding?
Gerritsen: “Historisch gezien was het kwaad altijd iets dat buiten ons lag. Met de opkomst van het Christendom zijn we dat wat meer gaan individualiseren en kreeg je te maken met het concept van zondaar.”
“Als je griezelfilms ziet waarbij de aarde belaagd wordt door het kwaad, dan zie je vaak ergens ver in de ruimte een soort zwarte wolk waar een hele dreigende puls of toon van uitgaat (brrrbbrrrbrrr etc.) Die wolk komt vervolgens op de aarde af en wordt dus afgeschilderd als een ding. Dat soort oude ideeën werken tot op de dag van vandaag nog steeds door. Ze zijn bij de mens volkomen ingesleten geraakt. Wat Zimbardo en Arendt aandragen is eigenlijk de volgende stap in het denken over dat kwaad. Het kwaad is bij hen niet meer Antropomorf en geen ding meer In de zin van Arendt en Zimbardo is het kwaad meer een functie van wat gebeurt als mensen in een bepaalde situatie bij elkaar staan. Het is een functie van de context en van de variabelen die die context uitmaken.”
Op die manier gedacht kunnen criminelen er eigenlijk niks aan doen dat ze op die manier handelen. Ben je daarom uiteindelijk ook tegen gevangenissen? Zijn misdadigers slechts slachtoffer van de situatie, of toch niet?
Gerritsen: “Nee, dat is een beetje te scherp gesteld, maar uiteindelijk denk ik wel dat je af moet van het idee van gevangenissen. Niemand komt een gevangenis beter uit dan hij erin ging. Daar moet een andere oplossing voor bedacht worden.”
“De vraag is dan natuurlijk wat je wel met die misdadigers moet doen. Het gaat namelijk wel om mensen die een norm hebben overschreden en daarom vraagt de maatschappij om genoegdoening en vergelding voor die handelingen. Maar gevangenissen schrikken niemand af omdat niemand echt weet wat een gevangenis is of wat de gevolgen zijn van het hebben van een strafblad.”
“Hier zie je weer het probleem van het determinisme. Ik wil weg van dat determinisme. Daar geloof ik niet in. Het probleem is dat wanneer je zegt dat het kwaad en criminaliteit gedetermineerd zijn, en we er dus niks aan kunnen doen, dat daarmee ook de rechtspraak onmogelijk wordt, want de rechter zelf is immers ook gedetermineerd. Die heeft geen andere keuze dan die persoon te veroordelen. Punt. Dat is even om die Petitio Principe kort te sluiten. (Petitio Principe is een bewijsgrond die ten onrechte als reeds bewezen aangenomen wordt, maar zelf eerst bewezen dient te worden).
“Maar belangrijker dan dat is dat Zimbardo het dikwijls heeft over het feit dat je geen contextuele psychologie kunt hebben, zoals hij voorstaat, zonder het steeds maar weer over de eigen verantwoordelijkheid van mensen te hebben. Dat komt doordat we in een maatschappij leven waarin we vrije wil bij andere mensen moeten veronderstellen, ook al zouden we wetenschappelijk gezien goede redenen hebben om te veronderstellen dat die vrije wil niet bestaat.”
“Die veronderstelling van een vrije wil en eigen verantwoordelijkheid is een sterke vorm van groepsdruk die erop staat. Als ik met jou praat heb ik het idee dat ik met een mens praat en niet met een bandrecorder. Ik veronderstel dat daar een wilsbesluit aan ten grondslag ligt. Als je het filosofisch verder gaat uitdiepen, kun je ook zeggen dat je anders geen semantiek meer zou overhouden. Als alles gedetermineerd is, hebben woorden immers geen betekenis meer, zoals ik ook in mijn boek Knock Out heb geschreven. De taaluitingen, maar ook de betekenis van woorden zijn immers niet gedetermineerd of gefixeerd. Het is maar goed dat dat niet zo is, want anders zou je bijvoorbeeld met het woord stoel niet naar verschillende soorten zitmeubelen kunnen verwijzen. Het ware kenmerk van wetenschap wordt gekenmerkt door bescheidenheid in wat je kunt claimen.”
Zijn mensen als Hitler en Stalin van nature slecht volgens jou, of is het ook te wijten aan een situationeel proces dat ze zo geworden zijn?
Gerritsen: “Ik denk wel dat bepaalde persoonlijkheidskenmerken daar een rol in spelen, maar ook een bepaalde psychopathologie. Alleen komen de meeste mensen die die psychopathologische make-up hebben niet in dezelfde soort omstandigheden terecht als Stalin en Hitler. Dat is dus weer een samenspel van allerlei krachten. Kijk bijvoorbeeld naar Hitler. Die is niet zo maar in één keer Top Dog geworden. Hij moest daarvoor eerst een heleboel lieden uit de weg ruimen zoals bijvoorbeeld SA-leider Ernst Röhm toen die te machtig werd. Dikwijls waren dat mensen die even verdorven en gestoord waren als Hitler zelf. Dat is echter ook weer een proces geweest dat door de groep waar Hitler zich in bevond, ondersteund werd.”
Zit er ook een romantisch aspect aan misdaad? In een film als Goodfellas van Martin Scorsese zie je dat criminelen soms een flamboyant, rock ’n roll leven leiden met chique kleren, mooie vrouwen, snelle auto’s en veel geld. Of klopt dat romantische beeld niet?

Goodfellas. Bron: Wikipedia
Gerritsen: “Nee, dat klopt absoluut niet. Je hebt het over geld en mooie vrouwen, maar kun je met geld de liefde van een vrouw kopen? Nee. Je kunt er sex mee kopen, maar dat is heel wat anders. Het probleem met dat soort crimineel geld is dat het easy come and easy go is. Het is valse romantiek.”
“Snelle auto’s kopen, dure pakken dragen, mooie vrouwen bezitten en per dag 5000 à 6000 gulden uitgeven was ook voor mij geen uitzondering. Ik heb periodes gehad dat ik dat ook deed, ja, ja. Maar zo’n leven leidt alleen maar tot leegheid heb ik gemerkt.”
“Dat romantische beeld van criminaliteit wordt in stand gehouden door criminelen zelf en door boeken en films, maar het stemt niet overeen met de realiteit.”
Geeft het plegen van misdaden een gevoel van macht?
Gerritsen: “Ja, dat wel.”
Kan dat plezierig zijn?
Gerritsen: “Oh, ja zeker, maar het ligt er wel aan op welke manier je die macht kunt uitoefenen. Bij macht heb je altijd te maken met de vraag of je die macht kunt sublimeren. En ja, dat kan. Je kunt bijvoorbeeld bij een vechtpartij betrokken raken en daarbij als winnaar uit de bus komen. Dat geeft een bepaald machtsgevoel. Mensen kijken dan met ontzag naar je op, wat een gevoel van kracht en overheersing geeft. Maar het is nog veel machtiger als je dat soort dingen slechts op grond van je reputatie al weet af te dwingen.”
“Ik ben een Godfried Bomans-liefhebber en ik vind dat Bomans dat principe van macht door middel van reputatie perfect heeft uitgedrukt in een van zijn boeken. Bomans zegt daarin dat ‘hoe meer een bevelhebber om het lijf heeft, hoe soberder zijn uniform is. Zo iemand hoeft geen epauletten en toestanden te dragen. Een sober uniform is genoeg voor hem. Zonder alle franje is zijn macht en reputatie ook al aanzienlijk. Zijn ondergeschikten dragen daarom maar de onderscheidingen.”
Bomans heeft een verhaal geschreven dat de Oprechte Moordenaar heet. Het woord Oprecht kun je op verschillende manieren uitleggen, maar het betekent ook ‘rechtschapen’. Ben je wel eens goede criminelen tegengekomen? Bestaan er in het criminele circuit Robin Hoods?
Gerritsen: “Nee, Robin Hoods in die zin niet. In mijn werk heb ik wel eens gerefereerd aan de Oprechte Moordenaar van Bomans, waarbij ‘oprecht’ dan de betekenis van correct heeft. De huurmoordenaars die ik zelf heb gekend, leefden zo in hun eigen wereld en zaten zo verstrikt in wat ze hadden meegemaakt dat het moorden voor cash voor hen normaal was geworden. Binnen die context was wat zij deden daarom ‘correct’. In Knock Out geef ik ook het voorbeeld van de destijds hele populaire sanctie onder misdadigers om iemand die de regels van het criminele circuit had overtreden zijn knieën te breken met een breekijzer. Zo’n opdracht zou ik nooit begrepen hebben. Niet in mijn belevingswereld althans. Voor mij was dat niet correct.”
Veel van hetgeen iemand doet – waaronder ook criminaliteit – hangt dus af van zijn/haar eigen belevingswereld?
Gerritsen: “Ja, het probleem is dat je geen andere keuze hebt dan op een gegeven moment de dingen in je omgeving als normaal te gaan zien. Dat is een overlevingsstrategie. Even een voorbeeld daarvan: Ik ben nu gevraagd of ik mee wil doen met een aanklacht jegens het bisdom Roermond. Die aanklacht wordt geformuleerd door allerlei mensen die op de zelfde kostschool hebben gezeten als ik. Ik doe er niet aan mee omdat ik mijn eigen manier heb gevonden hoe ik met die herinneringen aan die kostschool kan omgaan. Dat is hoe ik de zaak voor mijzelf normaal houd. Ik zeg niet dat het de correcte of de ware zienswijze is, maar het is puur een overlevingsstrategie van mij om het in die termen te zien en niet anders. Zou ik meedoen aan de rechtszaak dan zou mijn beeld verstoord worden. Dat heb ik er niet voor over. Natuurlijk krijgen de mensen die de aanklacht doen mijn steunbetuiging. Ik sta daar compleet achter, maar ik wil er niet als direct betrokkene in verzeild raken.”
Overlevingsdrang is dus een heel belangrijke factor in het gedrag van mensen?

Meditatie. Bron: Wikipedia
Gerritsen: “Ik denk dat je wanneer je, zoals ik destijds, drie weken in een isoleercel moet zitten er verschillende dingen met je kunnen gebeuren. Oftewel word je er gek, paranoïde of bajesmaf, of je gaat je op een bepaalde manier aan die omgeving aanpassen zodat jij je geestelijke gezondheid kunt bewaren. Om te overleven ga je vervolgens jezelf uitputten en de meest rare dingen doen. Je probeert alles om het (geestelijk) te overleven.”
“In mijn nieuwe boek stel ik de vraag hoe een gevangenisstraf eruit zou zien als wij in onze westerse maatschappij beschikten over het vermogen om goed te kunnen mediteren. Als gedetineerden geleerd werd om op het niveau van oosterse culturen te kunnen mediteren, wat voor verschil zou dat uitmaken in gevangenissen vraag ik me af? Het lijkt me nuttig om uit te zoeken of gedetineerden er bij gebaat zijn als er in gevangenissen een meditatietraining aangeboden werd om bijvoorbeeld detentieschade te voorkomen.”
Denk je dat meditatie inderdaad effectief zou kunnen zijn?
Gerritsen: “Ik denk het wel, maar er zijn nog veel simpelere manieren om verbeteringen aan te brengen. Er is bijvoorbeeld een onderzoek geweest in Engelse gevangenissen waaruit bleek dat gevangenen minder daglicht krijgen dan normale mensen. Dat betekent dat hun vitamine-D aanmaak gecompromitteerd is. Daarom kregen ze extra vitamine D-supplementen toegediend. Het gevolg van die supplementen was dat er binnen twee weken 30 tot 40 procent minder gewelddadigheid was binnen die context. Dan zie je dus dat mensen van een hele hoop dingen afhankelijk zijn waarvan ze het bestaan nog helemaal niet vermoed hadden.”
“Er is een hele reeks van dingen die je zou kunnen doen om de situatie in gevangenissen te verbeteren. Meditatietechnieken heb je aan de ene kant van dat spectrum staan en een simpel iets als een vitamine D-supplement aan de andere kant.”
Is criminaliteit een vorm van absolute vrijheid? Een misdadiger doorbreekt immers de regels van de maatschappij en doet gewoon waar hij zin in heeft, of toch niet?
Gerritsen: “Nee, hoor. Criminelen staan ook onder de grootste groepsdruk denkbaar. Ze moeten zich aanpassen aan de regels van hun eigen groep.”
Hebben criminelen altijd een cynisch, zwartgallig wereldbeeld of valt dat mee?
Gerritsen: “Dat valt mee. Kruimeldieven zijn niet zo cynisch, maar knapen als Willem Holleeder hebben inderdaad geen rooskleurige visie op het leven. Ook niet over zichzelf trouwens. Ze maken zich geen enkele illusie over hun eigen lot.”
Waardoor komt dat precies?
Gerritsen: “Omdat ze niemand kunnen vertrouwen. Dergelijke mensen moeten ogen in hun rug hebben. Je kunt rijk zijn en macht hebben, maar zelfs de vrouw waarnaast je in bed ligt kun je in zo’n situatie niet vertrouwen.”
Wat heeft je misdaadverleden en je filosofische kennis je vooral geleerd over de menselijke psyche en de menselijke natuur?
Gerritsen: “Het determinisme is onhoudbaar, te simplistisch en maatschappelijk onwenselijk”.
Zijn er meer voorbeelden van criminelen die, net als jij, later filosoof zijn geworden?
Gerritsen: “Ik heb wel eens een brief gekregen van iemand die tachtig was en in de jaren vijftig een aantal jaren had vastgezeten waarna hij filosofie was gaan studeren. De bekende Franse filosoof Bernard Stiegler was van oudsher ook een bankovervaller. In die zin ben ik dus niet uniek.”
Je hebt veel geleden in je leven. Zorgt lijden voor ontwikkeling of helemaal niet?
Gerritsen: “Of dat zo is weet ik niet. Lijden is niet iets wat zich leent voor een vergelijking tussen ‘meer’ of ‘minder’. Lijden kun je ook niet zien in termen van ‘noodzakelijkheid’ ‘Buiten het domein van de logica is alles toeval’ heeft de Oostenrijkse filosoof Ludwig Wittgenstein gezegd.”
Heb je een alles-overkoepelende levensles kunnen trekken uit alles wat je ervaren en bestudeerd hebt?
Gerritsen: “Ja, als er één ding is dat ik geleerd heb, is het denk ik dat groepskrachten, situationele krachten en systemische krachten heel erg bepalend zijn in wat je aan het doen bent. En vooral als het gaat om systemen, zou ik de goede raad mee willen meegeven aan de lieden die die systemen maken om mensen een kans te geven. Houd op met het geëxperimenteer. Nogmaals: geef mensen een kans.”
“Dergelijke systeembouwers hebben vaak het idee dat ze alles weten of denken dat ze zich de vrijheid kunnen veroorloven om te experimenteren om iets te weten te komen. Met beiden ben ik het niet eens.”
“Een heel simpel voorbeeld daarvan is het volgende: momenteel worden gedetineerden gescreend op risicotaxatie, de zogenaamde risico-methode, Als ze daar goed op scoren ( = laag risico) dan is de kans op recidive heel erg laag en krijgen ze verlof. Scoren ze hoog op die schaal dan komen ze niet voor verlof in aanmerking. Het is een prachtig verhaal, maar het veronderstelt dat het risico-instrument dat je gebruikt een valide en betrouwbaar instrument is waarmee je dat soort dingen zou kunnen meten. Dat is echter verre van het geval. En op het moment dat je dus die risico-methode inzet, ben je wederom met mensen aan het experimenteren. Opstanden in gevangenissen breken vaak uit als iemand verlof aanvraagt omdat hij bijvoorbeeld naar de begrafenis van zijn vader toe wil, maar op grond van die risicoanalyse geen verlof krijgt. Ik vraag me af wat dat instrument pretendeert te meten?”
Je grote voorbeeld is de Amerikaanse filosoof en psycholoog William James, waarover je ook een boek hebt geschreven. Wat bewonder je het allermeeste in de filosofie van William James?

William James. Bron: Wikipedia
Gerritsen: “Zijn leer is niet alleen de meest volledige ervaringsfilosofie (samenhang tussen ethiek, kenleer, sociale filosofie, enzovoort), maar vooral een werkzame methode om traditionele filosofische problemen te tackelen (bv: lichaam versus geest), gekoppeld aan engagement. James bezat een houding waaruit een diepgaande betrokkenheid spreekt bij de problemen van alledag (bv: wat zou ik, in deze situatie, moeten doen?)”
Na je auto-ongeluk heb je veel aan het lezen van William James gehad om je leven weer op de rails te krijgen. Kun je zeggen dat William James jouw leven heeft gered of veranderd?
Gerritsen: “Voor mij is William James een soort vaderfiguur, iemand wiens denken mijn leven richting geeft.”
Heeft James ook nog zinnige dingen gezegd over criminaliteit. Wat was zijn conclusie?
Gerritsen: “James heeft in zijn theorie over gewoontevorming veel geschreven over gevangenissen. Bijvoorbeeld in het hoofdstuk Habit van zijn boek Principles of Psychology. William James had voor zijn tijd al een heel kien oog voor de sociale cohesie van de criminaliteit. Hij vroeg zich af hoe vijf à zes mannen die een trein overvallen, waarin honderden mensen zitten, de situatie toch compleet naar hun hand kunnen zetten. Groepsdruk is daar zeer belangrijk bij, leerde James. De angst en de afschrikking spelen in zo’n geval een rol, maar ook het hebben van een sociale cohesie van die groep overvallers onderling. Die misdadigers weten immers precies van elkaar wat ze moeten doen. De slachtoffers weten dat niet. Dat is het voordeel dat de criminelen hebben en dat zag James goed in. James kan daarom eigenlijk als een aanhanger van de groepsdruk-theorie avant la lettre beschouwd worden.”
“James heeft ook een mooi boek geschreven over gevangenissen, waarin hij zegt: ‘prisons and mental hospitals all have their own special kind of revelations.’ Zijn advies daarbij is dat we naar die ervaringen zouden moeten luisteren en ons oordeel erover intussen zouden moeten opschorten. William James had er een goede kijk op omdat een van zijn broers gevangen had gezeten tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.”
Wat zijn naast James je andere favoriete filosofen?
Gerritsen: “Friedrich Nietzsche, Paul Feyerabend, Ludwig Wittgenstein, Bas van Fraassen en Hilary Putnam.”
Heb je nog bijzondere plannen voor de (nabije) toekomst?
Gerritsen: “Samen met VPRO Tegenlicht maak ik een documentaire over ‘gevangenissen in Nederland’, met medewerking van Phil Zimbardo. Met psycholoog Pleun van Vliet ben ik bezig aan de uitwerking van onze inleiding bij Zimbardo in boekvorm: ‘De Grote Leugen’ Het gaat over het feit dat alle vormen van systemisch kwaad beginnen met het verkondigen van ‘een grote leugen’, bv. De veiligheid van onze maatschappij wordt bedreigd door het internationale terrorisme. Dat is niets meer dan een gigantische zelfoverschatting en niets minder dan grootheidswaanzin.”
Dank voor het interview.
Het Lucifer Effect
Philip Zimbardo (voorwoord Rein Gerritsen)
Uitgever: Lemniscaat
Prijs: € 27,95
684 bladzijden
ISBN: 9789047702559
Knock-out / 1 de zieke ziel
Rein Gerritsen
Uitgever: Lemniscaat
Prijs: € 12,50
357 bladzijden
ISBN: 9789047701224
http://www.lemniscaat.nl/Volwassen/Filosofie/auteurs/Rein%20%20Gerritsen
http://www.lemniscaat.nl/Volwassen/Mens%20&%20Maatschappij/titels/9789047701224/Knock-out
http://www.lemniscaat.nl/Volwassen/Mens%20&%20Maatschappij/titels/9789047702559/Het%20Lucifer% 20Effect
Geef een reactie