Interview thrillerauteur Elvin Post
De nieuwe literaire thriller van Gouden Strop winnaar Elvin Post, getiteld Roomservice, is net uit. Het verhaal speelt zich af in de pornowereld en staat bol van seks en geweld. Een gesprek met Post over zijn manier van werken, Kim Holland, misdaad, kunst, de Bijbel en nog veel meer.

Elvin Post
“Sex is de handeling die het minste tijd kost maar tegelijkertijd de meeste problemen veroorzaakt” heeft de Amerikaanse acteur John Barrymore eens gezegd. Het nieuwe boek Roomservice van de Nederlandse thriller-auteur Elvin Post (37) lijkt de waarheid van Barrymore’s uitspraak te bevestigen. In Roomservice zorgt een cocktail van porno, sex en vreemdgaan immers tot een hoop ellende en geweld. Zou het dan toch waar zijn dat ‘het leven een sexueel overdraagbare aandoening is met een sterfkans van 100 procent’, zoals de Schotse psychiater R.D. Laing eens schreef? De Duitse filosoof Arthur Schopenhauer vond van wel. Volgens hem ‘is de sexuele bevrediging bij de mens een bron van korte vreugde en langdurig lijden’.
In Roomservice verdient de 32-jarige Jack Farrell zijn geld met het bespieden van mensen die vreemdgaan. Dit Judas-werk heeft hem echter niet gelukkig gemaakt en daarom is hij op zoek naar iets anders. Als pornoproducent Archie Venice hem benadert om zijn zoon ver uit de buurt te houden van zijn ex-vriendin Amanda gaat hij daar dan ook snel op in. Het lijkt een makkelijk klusje maar de schijn bedriegt en geleidelijk aan beginnen de problemen zich op te stapelen…
Een gesprek over sex, macht en geweld met Elvin Post, de jongste Nederlandse schrijver die direct met zijn debuut de Gouden Strop prijs voor misdaad-boeken won.
Voorafgaand aan zijn schrijverscarrière studeerde Post Boekhandel en Uitgeverij in Amsterdam. Als stagiair van een literair agent in Nederland ontmoette hij vervolgens in Frankfurt de literair agent van o.a. Stephen King, Ralph Vicinanza. Deze man vroeg of Post voor hem in Amerika wilde komen werken. Post: “Dat heb ik toen meteen gedaan zonder te weten wat ik wilde. Ik las daar veel manuscripten van schrijvers die al uitgevers hadden, maar ook heel veel ongevraagd aanbod. Je leerde daar heel snel hoe het wel en hoe het niet moest. Omdat ik in New York zo veel rare en interessante verhalen tegenkwam, ben ik ze gaan opschrijven en heb ik ze in de weekends uitgewerkt. Uiteindelijk ben ik toen aan de hand van een verhaal dat ik in de metro hoorde, begonnen aan mijn eerste boek.”
“Daarvoor schreef ik helemaal niet. Ik was vroeger eigenlijk alleen maar met voetbal bezig. In Rotterdam stond ik best lang net achter PSV-voetballer Danny Koevermans in het Rotterdamse regio-klassement voor topscorers. Ik had altijd veel spierblessures en wist al snel dat ik nooit profvoetballer zou kunnen worden. Ik was geen goede voetballer, maar scoorde wel altijd veel doelpunten. Voetbal is nog steeds mijn grote passie. Als iemand me vraagt of ik de Gouden Strop voor mijn eerste boek zou willen inruilen voor het winnende doelpunt van Feyenoord tegen Ajax dan zeg ik: ‘meteen’. Een doelpunt maken is een mooier soort gevoel dan heel hard zwoegen op een boek vind ik. Schrijven kun je bovendien ook nog doen als je veel ouder bent.”
“Ik heb al eens een boek over voetbal geschreven: Het 17e. Dat lijkt een beetje op de tv-serie All Stars, maar dan in columns en met foto’s erbij. Je ziet in het boek kansloze foto’s van echte mensen. Er staat bijvoorbeeld iemand in die op het veld naar zijn geblesseerde been grijpt met op de achtergrond verschillende meeuwen. Je vraagt je bij die foto’s echt af waarom die mensen dat eigenlijk doen. Zo troosteloos is het.”
Denk je ooit een voetbal-thriller te gaan schrijven?
Post: “Nee, ik denk het niet. De verhalen waar ik inspiratie uit put, kwamen tot nu toe meestal uit Amerika en niet uit Europa. Amerika heeft me altijd erg aangetrokken. Het is niet echt bewust dat ik niet kies voor Nederland of voor mijn woonplaats Rotterdam. Ik had er bij mijn laatste boek ook voor kunnen kiezen om alles in Nederland te situeren, maar Amerika heeft uiteindelijk toch meer mogelijkheden en gekkigheden. Het is een land van extremen en dat spreekt me meer aan dan een verhaal in Nederland te plaatsen. Zo kan ik meer kanten op.”
Je hebt ook in de VS gewoond. Had je geen zin om daar te blijven?
Post: “Nee, dat is het rare. Ik vergelijk het een beetje met op vakantie gaan. Ik ga nog graag naar New York en de VS toe. Ik vind het super om in Manhattan te zijn, waar ik gewoond heb, maar ook andere staten bezoek ik graag. Ik heb een maand met een Greyhound-bus rondgereden voordat ik weer terug ging naar Nederland en dat was fantastisch. Amerika is een schitterend land, maar ik vind het in Nederland prettiger om te wonen. Ik geniet hier van de rust. Het is zo intens om in Manhattan te wonen. Ik ben altijd een vrij kalm persoon geweest, maar ik merkte gewoon dat ik daar alles ging plannen. Je wordt helemaal meegezogen in het tempo van die stad. Ik maakte er veel wandelingen en dan merk je dat die stad continu verandert. Het verloop van dingen als eet-tenten etc. is zo groot dat je de stad nooit helemaal kunt leren kennen. Ergens krijg je er geen vat op. Dat is ook het mooie er aan.”
“Ik woon tegenwoordig in Rotterdam en vind het een hele fijne stad, maar het is niet zo dat ik elke dag de behoefte heb om mijn eigen stad te gaan herontdekken of dat ik denk dat ik dingen mis als ik niet naar buiten ga. Dat had ik in New York wel heel sterk omdat er zo veel gebeurt. Ik heb het een paar keer meegemaakt dat ik tijdens het hardlopen in een filmset met beroemdheden terecht kwam. Zo ben ik een keer bij de opnames van Celebrity met Leonardo DiCaprio, Woody Allen en Judy Davis beland. Die beroemde acteurs staan daar dan gewoon op straat terwijl je komt aanrennen. Dat is zo gek. Ik heb daar toen als een klein kind een uur staan kijken. Het was alleen maar een scene dat er een auto de hoek om kwam, maar dat was al behoorlijk enerverend. Die scène hebben ze geloof ik twintig keer over gedaan.”
Je nieuwste boek Roomservice is net uit. Gaat het in dat boek vooral om een goede plot of zijn de sfeer, de dialogen of het onderwerp het belangrijkst?
Post: “De personages en de dialogen zijn in mijn boeken het belangrijkst. De plot komt bij mij vaak voort uit de personages. De aanleiding voor het schrijven van Roomservice was een bezoek van een vriend van mij aan Zuid-Afrika. Hij zat in een restaurant en zag een man zitten van een jaar of zeventig met wit haar die gekleed was in een zwart-leren broek met een zwart-leren jack en een sleutelhanger aan zijn broekrits had zitten. Twee veel jongere vrouwen van een jaar of 25 zaten in zijn buurt. Uit de manier waarop hij met ze omging, bleek duidelijk dat het niet zijn dochters waren. Die vriend van mij was na afloop met die man in de bar van het restaurant beland, terwijl de dames naar huis waren. Het klikte en ze dronken samen een paar biertjes. De bejaarde kerel bleek Christiaan Barnard te kennen, de arts die de allereerste harttransplantatie heeft gedaan. Toen ze op het punt van die vrouwen kwamen zei de man: ‘Die ene is mijn verpleegster en die andere is een vriendin van de familie.’ In één adem door liet hij ook weten dat hij ooit zijn huis beschikbaar had gesteld voor de beruchte porno-film Deep Throat omdat de locatie-scout die ze daarvoor hadden aangesteld, niets had geregeld.”
“De combinatie van die intrigerende oude man en het feit dat er een locatiescout voor pornofilms bestaat, brachten me op het idee om Roomservice te gaan schrijven. Vooral het gegeven dat er mensen bestaan die kunnen mislukken in een simpele job als locatiescout voor pornofilms fascineerde me. Hoe moeilijk kan het immers zijn om een goede bank of badkamer te regelen? Ik vond het mooi en grappig om me in te beelden dat er dan tegen zo iemand gezegd wordt dat hij maar iets anders moest gaan doen omdat het niet in orde was wat hij gedaan had. Het is prachtig dat zoiets simpels toch nog verkloot kan worden door iemand. Je moet echt wel een sukkel zijn, wil je dat voor elkaar krijgen. Ik wilde per se iets met die twee personages doen: van de oude man met de sleutelhanger aan zijn broekrits heb ik een pornoproducent gemaakt en van die locatieregelaar diens zoontje. Aan het begin van het schrijf-proces had ik puur die twee personen voor ogen en van daaruit moest ik vervolgens mijn verhaal gaan scheppen. Die twee personages dwongen me gewoon om het verhaal in de porno-industrie te laten afspelen.”
“ Toen ik me ging afvragen wat ik dan eigenlijk van die pornowereld afwist, moest ik bekennen dat dat eigenlijk niet veel was. Vroeger bracht RTL sex-programma’s op televisie. Dan was het spannend afwachten tot je een stel borsten zag om twaalf uur ‘s avonds. Maar verder had ik, behalve de documentaire over de porno-wereld van Louis Theroux die ik jaren geleden gezien had, eigenlijk geen referentiekader. Van Theroux ben ik een grote fan. In zijn programma Weird Weekends kwamen o.a. mensen voor die dachten dat ze het einde van de wereld konden behoeden van de overname door Aliens (buitenaardse wezens). Dat vond ik prachtig. Het waren steeds afleveringen van een uur met gekke onderwerpen. Toen ik Theroux’s porno-aflevering van Weird Weekends zag, kwam toevallig net zijn boek Reizen door de subculturen van Amerika uit in Nederland. Ik heb hem daarover geïnterviewd voor het AD. Na afloop van het gesprek heb ik Theroux verteld dat ik zelf ook een boek aan het schrijven was dat met porno te maken had en hem vervolgens gevraagd of hij me aan wat gegevens kon helpen. Dat heeft hij toen gedaan. Via hem ben ik op de pornoster JJ Michaels gekomen en daarna ook bij de Nederlandse porno-diva Bobbi Eden.
Stom toevallig heb ik daarna ook nog porno-actrice Kim Holland gesproken tijdens de Bed in for Peace op de Euromast in Rotterdam. Veertig jaar na de actie van John Lennon en Yoko Ono in het Amsterdamse Hilton werd het nog eens overgedaan in Rotterdam om War Child te steunen. Toen ik er kwam, werd Yoko Ono gespeeld door pornoster Kim Holland. Ik heb twintig minuten met haar gepraat en ze heeft me toen veel verteld over de porno-industrie. Ze sprak o.a. over een meisje met wie ze een pornofilm gingen maken die nog nooit gevaren had. Het meisje was heel enthousiast en blij omdat ze voor het eerst op een boot mocht. Ze werd echter zeeziek en hing steeds over de railing om te kotsen. Haar mannelijke tegenspeler kon ‘hem’ moeilijk overeind krijgen omdat hij dat allemaal zag. De acteur moest daarom steeds weer opnieuw aan die scene beginnen. Dat vond ik zo goed. Hahaha. Kim Holland zei trots dat je er later in de film helemaal niks meer van zag, maar nu weet ik dus wel hoe dat allemaal tot stand komt. Hahaha. Dat vond ik wel mooi. Misschien dat ik later in een van mijn boeken nog eens iets doe met deze anekdote. Het absurde trekt vaak mijn aandacht, net als dingen die net wat anders zijn dan normaal.”
Waarom is dat zo? Kun je uitleggen waarom het absurde en surrealistische je zo aantrekken?
Post: “Dat weet ik eigenlijk niet. Die zelfde vraag speelde ook bij Louis Theroux toen hij begon met het schrijven van zijn boek. Hij wilde zijn eigen motieven onderzoeken, zei hij. Theroux vroeg zich af of hij alleen maar hoge kijkcijfers wilde halen met Weird Weekends of dat het iets was in de mensen die hij portretteerde dat hem trok?”
“Ik ben schrijver en daar wordt je niet erg rijk van dus om het geld doe ik het niet. Het absurde boeit mij gewoon. Misschien komt het wel door verveling met de normale wereld. Ik verveel me denk ik redelijk snel waardoor iets dat net iets anders is snel mijn aandacht trekt en interessant wordt voor mij. Bovendien kom ik daardoor in boeiende werelden terecht die ik nog niet ken. Ik vind het leuk om me daar in te storten.”
“Dat ging met mijn boek Vals Beeld ook zo. Om dat werk te kunnen schrijven moest ik mij in de kunstwereld storten. Voordat ik aan dat boek begon was ik volslagen onbekend met dat onderwerp. Van vervalsingen en kunst wist ik helemaal niks af. Door heel veel te lezen en te praten met mensen heb ik mijn eigen beeld gevormd. Ik vond het boeiend om te horen dat veilinghuizen in het verleden vervalsingen hebben geveild die met tuinaarde en stofzuigerstof ingewreven waren om ze ouder te laten lijken en dat die werken ook nog verkocht waren. Ik heb meestervervalser Geert Jan Jansen veel gesproken daarover. Hij heeft ook een mooie quote op mijn boek gegeven. Jansen is een verschrikkelijk aardige man. Ik heb uit dank voor alle hulp die hij mij gegeven heeft een valse Matisse van hem gekocht. Die hangt nu in onze woonkamer.”
Vals Beeld is gebaseerd op de grootste kunstroof aller tijden. De feiten van die zaak hadden me dusdanig aangesproken dat ik daar iets mee wilde doen in een thriller. De directe aanleiding voor het boek was een minuutje tv dat ik op Discovery Channel zag. Ik zat te zappen en ontdekte toen een reportage over een kunstroof in Stockholm. Dat ging om de beruchte Isabella Stewart Gardner roof. Het enige regeltje dat ik hoorde ging over criminelen die verkleed als politiemensen ’s nachts hadden aangebeld bij het museum en zonder controle waren binnengelaten, waardoor ze 80 minuten lang in dat museum allerlei topkunst konden weghalen. De inbrekers wisten kennelijk dat er geen stil alarm en beveiliging was. Ze hebben toen 13 schilderijen waaronder drie Rembrandt’s, een Vermeer en vijf werken van Degas meegenomen. De schilderijen waren niet verzekerd.”
“Toen ik dat hoorde, dacht ik meteen dat het een mooi gegeven was voor een boek. Het verhaal heb ik toen vrij strak gepland. Ik heb vervolgens een paar criminelen verzonnen die de schilderijen gingen stelen. Om allerlei redenen gaat het kwijtraken van de werken echter moeilijker dan verwacht, met alle gevolgen van dien.”
Al je schrijft, denk je dan in filmische beelden? Heb je eigenlijk de verfilming van je eigen boek al een beetje in je achterhoofd?
Post: “Nee, van twee van mijn boeken zijn de filmrechten nu verkocht, maar ik ben nooit boeken beginnen te schrijven met het idee dat ze verfilmd zouden worden. Ik heb wel goed het werk van thriller-auteur Elmore Leonard bestudeerd en zodoende geleerd hoe je karakters tot leven kunt brengen en filmisch kunt schrijven. Leonard is mijn favoriete auteur en in Hollywood een van de meest verkochte schrijvers. Ik ben hem gaan lezen omdat ik zijn boeken erg leuk vond. Zijn schrijftips over wat je wel en niet moet doen tijdens het schrijven en wat wel en niet werkt, probeer ik zo goed mogelijk na te volgen. Je moet volgens Leonard bijvoorbeeld je verhaal vertellen in dialogen en zo weinig mogelijk uitleggen. Dat is iets dat bij film ook goed werkt. In een film kun je niet zo makkelijk zaken verklaren. Explicatie haalt immers de vaart uit een film en dat werkt contra-productief. Daarom kreeg de DaVinci Code ook super veel kritiek. In mijn boeken probeer ik om die reden zo weinig mogelijk uit te leggen en de vaart er steeds in te houden. Ik denk dat mijn boeken daarom aantrekkelijk zijn voor de filmwereld. Maar toch blijft het me verbazen dat er al twee scripts verkocht zijn. Toen ik hoorde dat mijn eerste script verkocht werd, was ik zeer verbaasd, maar ook trots, dat ze juist mijn boek eruit hadden gepikt.”
“Een bijkomend punt dat mogelijk verklaart waarom mijn boeken goed verfilmd kunnen worden is wellicht dat veel van mijn locaties inwisselbaar zijn. Als ik een Boeing in het World Trade Center zou laten vliegen op pagina één, is er meteen een stuk minder kans op verfilming dan wanneer je dat niet doet. Special effects zijn namelijk heel duur. Scènes waarbij dat nodig is, heb ik bijna niet in mijn thrillers. Ik heb geen ‘spectaculaire’ auto-achtervolgingen, botsingen of een Tyrannosaurus Rex in mijn boeken, hoewel er toevallig in Roomservice wel een aan lagerwal geraakte porno-acteur zijn auto in de vernieling rijdt. Maar dat is achtergrondverhaal en wordt sowieso niet sterk naar voren gehaald in een film.”
“Spectaculaire scènes boeien me helemaal niet. In mijn boeken wordt er heel veel gepraat. De combinatie van veel dialogen en geen hele kostbare scènes is wellicht een belangrijke reden geweest dat de filmrechten verkocht zijn.”
Weet je al wanneer je boeken verfilmd gaan worden?
Post: “Nee, ik heb al wel veel scripts gezien, maar het proces om tot een film te komen duurt altijd heel lang. Het script moet eerst perfect zijn en vervolgens dient er ook nog geld te komen. Films zijn gewoon kostbaar en zeker in deze tijd is dat lastig. Er moet minimaal drie miljoen euro zijn om van start te kunnen gaan en het kan zelfs gebeuren dat het hele project ook helemaal niet van de grond komt. Maar daar bemoei ik me niet mee. Als ik een script krijg, lees ik het door en geef er commentaar op. Verder probeer ik er niet te veel aan te denken en niet weg te dromen. Het is beter om gewoon boeken te schrijven. Daar heb ik tenslotte zelf invloed op. Ik weet dat met de verfilming talentvolle mensen bezig zijn en dus kan ik het gewoon los laten. Dat geeft rust.”
Ben je zelf ooit in aanraking gekomen met misdaad? Ben je bijvoorbeeld ooit bestolen of heb je een moord gezien etc?
Post: “Ik heb toen ik een jaar of 14 was en ’s nachts samen met een vriend van een feest terug naar huis fietste wel eens een slachtoffer van een misdrijf gezien. Bij elektronica-gigant Correct op de Bergweg in Rotterdam stond midden in de nacht een politiebusje dubbel-geparkeerd. Ik had geen licht op mijn fiets en was bang een boete te krijgen. Toen we zenuwachtig om de busjes heen fietsten, lag daar een man in een bloedplas van een halve meter. Het zag er uit als ketchup, maar het slachtoffer was morsdood. Ik hield echt mijn adem in. Het leek alsof de man was neergeschoten. Ik heb dat incident echter nooit gebruikt in een boek. Het is geen inspiratiebron geweest om te gaan schrijven.”
“Ik ben zelf ook helemaal niet gewelddadig en schrijf ook niet op die manier. Ik probeer het in mijn boeken altijd een beetje Quentin Tarantino-achtig te houden. Bloed lijkt bij mij meestal op ketchup zodat mensen zelfs nog een beetje kunnen grijnzen als er iemand neergeschoten wordt. Ik vind het prettig als de lezer niet helemaal in de put zit na het lezen van zo’n passage. Ik probeer er ook voor te zorgen dat als iemand dood gaat, de lezer daar niet heel erg rauwig om is. Dat gaat dan meestal om mensen die je al het hele verhaal lang irriteren en bij wie je, als ze eenmaal sterven, denkt ‘hè hè, eindelijk’. Dat lukt echter niet altijd. Een keer sprak ik een meisje die vertelde dat ze moest huilen toen een aardige man uit mijn boek toch dood ging. Achteraf vond ik die betreffende scène eigenlijk iets te sentimenteel, maar dat had ik toen nodig voor het verhaal.”

Christie’s Amsterdam. Bron: Wikipedia
Heb je ooit reacties gekregen van misdadigers of slachtoffers op je boeken?
Post: “Nee, ik heb nog geen reacties gekregen van mensen die zeiden dat ze net zulke dingen doen als de criminelen in mijn boeken, tenzij ik natuurlijk positieve reacties heb gekregen van mensen die verborgen hielden dat ze misdadiger waren. Dat kan natuurlijk ook. Hahaha. Van Elmore Leonard weet ik wel dat hij brieven krijgt van criminelen die met plezier zijn boeken lezen.”
“Ik heb wel sportieve reacties gehad van mensen uit de kunstwereld die mijn boeken goed vonden. Dit terwijl ik die wereld toch beschrijf als gebakken lucht. De directeur van Christie’s heeft bijvoorbeeld op de radio op mijn boek gereageerd. Hij was heel erg lovend en zei dat hij het een heel leuk boek vond. De man vertelde er ook bij dat de zaken die ik beschrijf tegenwoordig niet meer gebeuren, waarmee hij natuurlijk zijn eigen straatje schoon probeerde te vegen. Drie weken nadat die directeur dat interview had gegeven, belde Geert Jan Jansen me echter op met de mededeling dat ze bij Christie’s opnieuw valse schilderijen gingen veilen. Jansen beweerde dat er wolken waren overgeschilderd en er nep-handtekeningen opgezet waren. De veiling trok die dag ook plots twee schilderijen terug waarna Geert Jan Jansen is opgestaan en heeft gezegd dat het allemaal niet klopte.”
“Een galeriehoudster van wie ik dacht dat ze erg boos zou worden omdat ik Vals Beeld geschreven had, zei me ook dat ze van mijn boek genoten had en het heel mooi vond. Zowel de galeriehoudster als de directeur van Christie’s vertelden dat ik de kunstwereld goed beschreven had. Dat is wel erg leuk om te horen.”
“Als iemand opschrijft in een boek dat je nooit kunt weten of iets origineel is, zouden galeriehouders en veilingdirecteuren daar eigenlijk niet zo blij mee moeten zijn, want het kost ze toch handel. Dat dergelijke personen mijn boek toch zeer waarderen, beschouw ik daarom als een compliment. Met veel dingen heb ik ook gewoon gelijk, denk ik.”
“Ook Geert Jan Jansen vond Vals Beeld een goed boek net als Ton Cremers, het voormalige hoofd beveiliging van het Rijksmuseum die me vertelde dat hij het zeer goed gedocumenteerd vond. Dat kon ik wel waarderen.”
“Een jaar na het verschijnen van Vals Beeld stond ik zelfs vermeld in een boekje over de 100 meest invloedrijke mensen in de kunstsector in Nederland. Hahaha. Dat was voor mij het bewijs dat mijn stelling klopt dat er veel gebakken lucht zit in de kunstwereld, want daar behoor ik natuurlijk helemaal niet toe. Dat was erg grappig. Ik heb het boekje goed bewaard.”
Als je zo goed over misdaad kunt schrijven, moet je dan zelf ook iets misdadigs in je hebben of is fantasie voldoende?
Post: “Fantasie is genoeg. Ik ben altijd heel braaf geweest en heb geen rare dingen gedaan. Ik houd gewoon van de boeken van Elmore Leonard en zie graag misdaadfilms. Veel mensen laten zich meeslepen door zulke films zonder veel aandacht te besteden aan de details, maar ik zat vroeger al te analyseren waarom iets gebeurde. Ik vroeg me dan af waarom ze dit zo deden, waarom ze dat bepaalde stukje informatie aan het begin van de film stopten en wat de reden was dat je bepaalde andere informatie pas later kreeg? Dat analyserende is wel een karaktereigenschap van mij die er al jong in zat.”
“Maar om op je vraag over misdadigheid en fantasie terug te komen: de relatie tussen werkelijkheid en geloofwaardigheid houd ik altijd scherp in de gaten. Ik heb het namelijk een aantal keren meegemaakt dat ik de werkelijkheid moest afzwakken omdat die zo ongeloofwaardig was dat de lezers zouden afhaken als ik het opschreef in een boek. Bij die kunstroof waar Vals Beeld op is gebaseerd, werden bijvoorbeeld de als politieagenten verklede criminelen probleemloos bij het museum binnengelaten. Dat feit kan ik echter niet zo maar opschrijven in een boek. Dat zou te makkelijk zijn. Lezers van een thriller of kijkers naar een film willen immers dat het moeilijker is dan dat en vragen om complicaties waardoor de misdaad net niet lukt of dat er iemand neergeschoten wordt etc. Er moet in een thriller meer gebeuren dan in werkelijkheid vaak het geval is, omdat mensen gewend zijn aan films als de Thomas Crown Affair waarbij er allemaal ingewikkelde beveiliging is die omzeild moet worden. Maar in werkelijkheid is die er vaak helemaal niet. Uiteindelijk moest ik daarom alles aandikken en moeilijker maken voor de lezer.”
“Mijn redactrice vroeg me om die reden ook of ik die ordinaire sleutelhanger aan de rits van de hoofdpersoon in Roomservice wel zou laten staan. Dat detail lijkt immers op het eerste gezicht wat overdreven. Ik heb toen gezegd dat ik dat fragment er toch graag in wilde laten staan omdat dat gegeven de aanleiding van mijn boek was. Ik heb er nog over getwijfeld om het weg te halen, maar het uiteindelijk toch laten staan omdat het boek op dat feit gebaseerd is. Dat gegeven is immers waardoor ik geïnspireerd ben geraakt. Iemand zal wel schrijven dat dit te overdreven is en nooit in het echt gekund zou hebben, maar toch is het zo. Ik heb zelfs een foto van die man met de sleutelhanger aan zijn rits. Die stuur ik soms naar mensen toe om aan te tonen dat hij werkelijk bestaat. Er hangt echt een hartje aan de sleutelhanger van zijn rits. In het boek heb ik daar later een Snoopy-figuur van gemaakt.”
Denk je dat er in elk mens wel een misdadiger verscholen zit?
Post: “Ja, ik denk dat elk mens uiteindelijk wel tot veel in staat is. Ik heb twee jonge dochters en soms lees je verhalen over monsters die kinderen in kelders stoppen zoals Marc Dutroux deed in België. Als dat bij mijn kinderen zou gebeuren, zou ik misschien ook wel in staat zijn te moorden. Ik zou niet durven zeggen dat ik dan keurig naar de politie ga. Ik denk dat elk mens wel tot dingen in staat is waar je niet graag voor zou willen uitkomen. Maar dat hangt natuurlijk allemaal van de omstandigheden af. Omgevingsfactoren zijn belangrijk in het leven en dus ook bij het plegen van misdaden. Bij iedereen zijn de omstandigheden bepalend voor wat je bent, doet en wordt in het leven. Je hebt natuurlijk je eigen initiatieven, maar die bepalen zeker niet alles. Van iemand in de gevangenis zul je misschien wel eerder horen dat die persoon zegt dat hij zo geworden is omdat hij een slechte jeugd heeft gehad. Dat lijkt soms een excuusverhaal, maar ik geloof zeker dat bepaalde mensen nooit op het slechte pad zouden zijn geraakt als bepaalde dingen in hun leven niet waren gebeurd. Dan hadden ze gewoon een heel normaal, keurig leven geleid en waren ze nooit met de politie in aanraking gekomen. Zo is het wel vaak.”
“Ik denk overigens niet dat ik over een Dutroux-achtige figuur zou kunnen schrijven. Ik vind schrijven leuk, maar het is een eenzaam beroep. Als ik dan de hele dag heb zitten werken, wil ik ’s avonds ook eens kunnen lachen en het naar mijn zin hebben. Dat gaat moeilijk als je voor een boek in de geest van een kinderlokker moet kruipen, lijkt me. Daarom doe ik dat ook maar niet. Ik vraag me soms dan ook af wat er psychisch met politie-rechercheurs gebeurt die beroepsmatig met dat soort waanzinnigen moeten werken. Wat vind er in je hoofd plaats als je zelf normaal bent en je in de geest van zo’n monster moet inleven om hem te pakken te krijgen? Ik wil er niet over nadenken.”
“Ik weet trouwens niet of het echt een misdaad is als je wraak neemt op de dader in gevallen als de Dutroux-zaak. In een verhaal van John Grisham wordt bijvoorbeeld iemands dochtertje verkracht, waarna deze vader de moordenaars van het meisje doodschiet omdat hij geen vertrouwen in de politie heeft. Ik denk dat veel mensen wel begrip voor zo’n daad kunnen opbrengen. Iedereen heeft sympathie voor zo’n dader hoewel het niet mag van de wet. Daarom blijf je die man in het verhaal van Grisham ook gewoon sympathiek vinden, het hele boek lang.”
Je zegt dat omstandigheden vaak leiden tot misdaad. Is criminaliteit dus niet aangeboren volgens jou?
Post: “Ik geloof dat er altijd een genetische aanleg meespeelt bij criminaliteit. Dat is volgens mij ook wel bewezen. Je hebt altijd te maken met een genetische factor en met de omgeving. Bij tal van zaken in het leven is er sprake van die combinatie.”
Waarom blijven sex, macht en geweld maar ook de strijd tussen goed en kwaad zo aantrekkelijk voor mensen? Niet voor niets gaan veel thrillers over die thema’s.
Post: “Dat zit zo diep in de cultuur van films en boeken verscholen dat je er als schrijver niet omheen kunt. Voor films en boeken heb je immers altijd drama nodig en met de onderwerpen sex, geweld en macht kun je, zelfs zonder echt verhaal, toch conflicten creëren omdat personages er onderling door met elkaar in botsing raken.”
Wat is het geheim van een goede thriller?
Post: “Dat kun je eigenlijk niet zeggen. Toen ik net de Gouden Strop gewonnen had, moest ik ergens een lezing houden over ‘hoe je een thriller schrijft’. Ik dacht bij mezelf dat ik dat wel zou weten omdat ik toch niet voor niets die prijs had gewonden. Ik ging zitten om er aan te werken, maar in rap tempo ontstond er toch een lichte paniek. Wat moet ik in hemelsnaam vertellen, dacht ik bij mezelf? Er is vaak een romantisch beeld van schrijvers dat ze met overzicht en professionaliteit iets zit te maken waar structuur in zit, maar dat klopt vaak niet met de werkelijkheid. Ik had bijvoorbeeld tijdens het schrijven van Groene Vrijdag allemaal briefjes op mijn bureau liggen en na heel lang zwoegen is dat een boek geworden. Dat ging bepaald niet gestructureerd, kan ik je vertellen. Gelukkig herinnerde ik me geruime tijd voor de lezing opeens het boek Over Leven en Schrijven van thriller-auteur Stephen King. Dat is een prachtig boek. Het is heel goed geschreven en erg nuttig. Nadat ik dat boek had gevonden, kwam ik helemaal tot rust omdat het precies beschrijft hoe chaotisch, rommelig en intuïtief zo’n thriller tot stand komt. Nu kon ik aan de hand van King het publiek tijdens de lezing toch goed gaan uitleggen hoe schrijvers te werk gaan..”
“King’s boek begint ongeveer zo: ‘Dit is een kort boek, omdat de meeste boeken over schrijven bol staan van de onzin. De meeste schrijvers – mezelf incluis – hebben geen idee wat ze doen. Ze weten niet waarom iets werkt als het goed is, maar ook niet waarom het niet werkt als het slecht is. Ik dacht: hoe korter dit boek wordt, hoe minder onzin er in staat.’ Vervolgens heeft King er toch een dik boek van gemaakt, maar het staat wel vol met bruikbare tips en schitterende aanwijzingen die op een heel basaal en goed niveau geformuleerd worden. Hij zegt in het boek dingen als: ‘zorg dat je een werkplek hebt die je kunt afsluiten zodat je niet afgeleid wordt door andere zaken als je aan het schrijven bent’. Iets anders is ‘dat je als schrijver geen ideeën kunt zoeken omdat er geen ideeën-vindplaats bestaat’. Ideeën moet je volgens King herkennen als ze voorbijkomen. Punt. Ze moeten jou pakken en aangrijpen. Je moet ze dermate interessant vinden zodat je helemaal die wereld in wilt duiken en er vervolgens mooi en geloofwaardig over kunt schrijven. Dan maakt het eigenlijk niet uit wat het onderwerp is. Je moet het onderwerp er uit pikken als het zich aandient, zegt King. Dat proces wordt bijna kinderlijk beschreven. Verder spreekt King net als Leonard ook over ‘show, don’t tell’ Als je iets kunt laten zien in dialogen is dat beter dan wanneer je alles gaat uitleggen. Schrijf daarom niet dat iemand niet zo intelligent is, maar laat hem iets doms zeggen, zoals ik doe bij de locatiescout in Roomservice. Je neemt de lezer serieuzer als je als verteller niet voortdurend aanwezig wilt zijn. Dat ‘show, don’t tell’ lukt me vrij aardig, maar na elk boek zijn er toch altijd weer een paar passages waarvan ik vind dat ik ze had moeten herschrijven. Dat blijf je houden.”
Wat is het belangrijkste middel dat een schrijver zoals jij gebruikt om spanning op te bouwen in een boek?
Post: “Dat zijn toch weer de personages. Als je in staat bent om de lezers met een personage mee te laten leven, raken ze ook geïnteresseerd in wat er later met diegene in het verhaal gaat gebeuren. Dan blijft je publiek doorlezen, wat je als schrijver graag wilt natuurlijk. Dat meeleven kan in negatieve zin plaatsvinden zodat je gaat hopen dat een bepaald persoon wordt afgeknald, maar ook in positieve zin waardoor je gaat wensen dat een sympathieke figuur uiteindelijk wel het meisje krijgt waarop hij verliefd is”.
“Je hebt bij boeken en films altijd te maken met verschillende soorten spanning. Er kan bijvoorbeeld spanning worden opgebouwd door de lezer of kijker van tevoren al te laten weten dat er iets ergs gaat gebeuren. Dan staat er bijvoorbeeld een moordenaar achter de deur terwijl een vrouw naar binnen dreigt te gaan. Het publiek denkt dan: ‘doe het alsjeblieft niet, arme ziel .” Dat soort boeken of verhalen met een cliffhanger schrijf ik niet. Het zou makkelijk kunnen, maar dat vind ik niet interessant. Ik vind het een veel grotere uitdaging om karakters zo boeiend te maken dat je, zonder dat soort trucjes, toch iemand bij je verhaal kunt houden en mensen plezier aan je verhaal kunt laten beleven. Dat is mijn ultieme doel.”
Wat is de beste thriller die je ooit gelezen hebt?
Post: “Dat vind ik een moeilijke vraag. Een hele goede vond ik Presumed Innocent die gebaseerd is op een boek van Scott Turow. In Nederland heet die thriller De aanklager. Stick van Elmore Leonard en Get Shorty met John Travolta vind ik ook heel goed. Die laatste film is bovendien erg grappig.”
Wat maakt Presumed Innocent zo goed?
Post: “De schrijver van het verhaal, Scott Turow, geeft in zijn werk een erg goed inzicht in de menselijke psyche. Hij is een zeer succesvol schrijver en heeft 25 miljoen boeken verkocht, maar blijft gewoon werken als advocaat. Door zijn werk als raadsman heeft hij een haarscherp beeld van hoe de menselijke geest functioneert.”
“Elmore Leonard bewonder ik zeer, maar hij schrijft meer het zelfde soort boeken als ik. Scott Turow gaat echter een stap verder vind ik. Bij hem denk ik dikwijls: ‘Dat ga ik nooit in mijn leven kunnen.’ Ik snap vaak niet hoe hij in staat is zijn verhalen zo knap in elkaar te zetten. Verschrikkelijk goed. En dat gevoel heb ik niet zo vaak meer als ik een thriller lees. Ik ben namelijk zelf schrijver en ken dus veel trucs, maar bij hem blijf ik me verbazen. Een jaar of twee geleden heb ik Presumed Innocent weer herlezen. Het blijft echt briljant.”
En wat is volgens jou de beste verfilming van een thriller?
Post: “Out of Sight van Elmore Leonard vind ik erg leuk omdat de verhouding tussen spanning en droge humor daar erg goed inzit, maar ook omdat Jennifer Lopez er de rol van federal marshal in speelt. Toen ik hoorde dat zij die rol ging spelen dacht ik eerst bij mezelf dat de film daardoor al bij voorbaat verkracht was. Maar verdomd, op een bepaalde manier is het toch gelukt. Waarschijnlijk door het goede verhaal, de geweldige dialogen en misschien ook omdat Lopez in deze film George Clooney als tegenspeler heeft. Ik moest tegenover mezelf toegeven dat de makers het toch goed gezien hadden.”
“Jackie Brown (gebaseerd op Leonard’s Rum Punch) van Tarantino vind ik trouwens ook uitstekend. Reservoir Dogs is trouwens ook razend knap gedaan. Dat is net geen toneelstuk, hoewel hij met zeer beperkte middelen is gemaakt. Een groot gedeelte van die film speelt zich af in een loods. Tarantino heeft hem eigenlijk vanuit het niets gemaakt en het werd zijn doorbraak-film. Ik vind het erg knap dat je zo’n klein verhaal zo perfect kunt verfilmen. Het is een gruwelijke film, maar ik vind hem zo knap in elkaar gezet dat die gruwelijkheid niet het gene is dat me het meeste bijblijft.”
Wat vind je van beroemde collega-schrijvers als Simenon, Raymond Chandler en Edgar Allan Poe?
Post: “Dat is niet helemaal mijn ding. Over Simenon heb ik wel een mooie anekdote gehoord toen ik in New York woonde. Simenon stond er om bekend dat hij in drie weken een boek schreef, waarna hij volledig uitgeput was. Op een gegeven moment belde Hitchcock hem op waarna hij zijn vrouw of secretaresse aan de lijn kreeg. Htchcock vroeg vervolgens of hij Simenon kon spreken. Er werd hem echter duidelijk gemaakt dat de schrijver absoluut niet gestoord mocht worden omdat hij een boek aan het afmaken was. Hitchcock zei daarop: ‘That’s allright. I wait.’ Dat vond ik zo goed. Hahaha”.
Vind je het werk van Simenon de moeite waard?
Post: “Ik vind het knap voor zijn tijd, maar het is niet echt mijn favoriete schrijver. Maar zo zijn er meer hoor. Dan Brown schrijft bestsellers en ik vind het knap wat hij doet, maar het is niet zo dat ik hem op vakantie eens lekker ga zitten lezen. Dat is echter allemaal een kwestie van smaak.”
En kan Edgar Allan Poe je bekoren?
Post: “Mijn leraar Engels las ons dat vroeger voor. Daar houd ik dan nog het meeste van, maar mensen als Leonard en Turow lees ik veel liever.”
Er wordt wel een gezegd dat het Bijbelverhaal van Kaïn en Abel de eerste literaire thriller is. Klopt dat volgens jou?
Post: “Ik heb de Bijbel niet gelezen, maar ken het verhaal van Kaïn en Abel natuurlijk wel. Ik weet eigenlijk niet of het de eerste thriller is, maar het zou kunnen. De Bijbel is natuurlijk een van de eerste boeken en veel mensen zijn er door geïnspireerd geraakt. Wat je ook doet en of je nu muzikant of beeldhouwer bent, iedereen heeft voorbeelden, dus ongetwijfeld hebben er mensen inspiratie uit Kaïn en Abel of een ander deel van de Bijbel gehaald.”
“Lord of the Rings is, net als Kaïn en Abel, ook zo’n soort verhaal met twee machten en/of figuren die tegen elkaar strijden en elkaar willen doodslaan om de macht. Niet voor niets is Lord of the Rings ook na de Bijbel het best verkochte boek ooit.”
Ben je een liefhebber van Lord of the Rings?
Post: “Ja, dat vind ik een briljant verhaal. Mijn moeder heeft het me vroeger proberen voor te lezen, maar dat is nooit echt gelukt. Het schijnt dat je bij dat boek eerst door de zure appel heen moet bijten en dat het dan erg mooi wordt, maar ik denk niet dat het er nog van komt om het te lezen. Ik vond het wel heel mooi en briljant verfilmd. Ik heb de box met de films thuis en vind het drama dat er in zit schitterend. Het ‘macht corrumpeert’-verhaal dat er op een hele basale manier uit spreekt, is heel mooi.”
Lord of the Rings is een typisch heldenverhaal. Is de hedendaagse thriller volgens jou de eigentijdse versie van het heldenepos? Het gaat in dergelijke boeken ook vaak om de strijd tussen goed en kwaad.
Post: “In mijn geval niet. Ik schrijf liever over losers dan over helden. Mijn visie op mensen is toch eerder tragisch van aard. Ik denk dat er veel mensen rondlopen die van alles willen, maar er op een of andere manier niet aan toe komen. Ze doen vaak werk dat ze eigenlijk niet leuk vinden en blijven daar tegen hun zin mee doorgaan totdat ze op hun zestigste een hartaanval krijgen en dan is het plots einde verhaal. Bij mij gaat het om die reden minder over helden en succesvolle mensen dan om verliezers. Ik houd meer van tragische personages.”
Hoe komt het dat verliezers je meer trekken dan helden?
Post: ‘Omdat ik om me heen zie dat losers realistischer zijn. Ik schrijf niet over wat mensen graag zouden willen, maar over wat er echt gebeurt in het leven en dat is vaak niet zo opwekkend en vrolijk. Ik vind schrijver zijn eigenlijk ook wel enigszins tragisch. Het is hartstikke leuk om te doen, maar in wezen zit ik altijd in mijn eentje op mijn kamer. Veel gebeurt er niet. Dan ben ik soms blij als ik met mijn hond in het park kan gaan lopen en daar een gesprek heb met iemand over de medische kwaal van zijn hond. Na zo’n ontmoeting kom ik dan voldaan thuis, maar later denk ik dan wel dat het eigenlijk behoorlijk triest is als dat het hoogtepunt van je dag was. Ik vraag me soms af of dat wel gezond is. Ik weet het niet.”
Blijf je doorgaan met het schrijven van thrillers of ben je ook van plan om eens aan een roman of een non-fictie boek te gaan werken?
Post: “Ik denk nooit zo na over het genre dat ik schrijf. Journalisten vragen me wel eens of ik vind dat mijn boeken literatuur zijn, maar dat is een kwestie die me niet zo boeit. Ik houd me daar niet mee bezig. Ik vind het leuk om een mooi verhaal te vertellen, dat is het enige. Ik doe hetgeen voor mij werkt en laat het aan mijn uitgever over wat ze daar dan als genre opzetten en hoe ze het noemen. Ik snap het heel goed dat ze er Literaire Thriller opzetten, maar als er iets anders op zou staan, had ik het ook goed gevonden. Genres zijn wat mij betreft meer om een indeling te hebben in een boekhandel dan dat het echt een realiteit weergeeft. Bij het schrijven denk ik daar niet over na.”
Wat zijn je plannen voor de nabije toekomst?
Post: “Ik ga binnenkort misschien wat voor televisie doen. Daar ben ik oriënterende gesprekken over aan het voeren. Ik vind televisie en film heel interessant. Over die eventuele plannen mag ik echter nog niks zeggen, behalve dat het met misdaad te maken heeft.”
“ Er komt daarnaast ook sowieso nog een nieuw boek van mij aan. Ik heb daar nog een contract voor lopen bij mijn uitgeverij. In de toekomst wil ik misschien ook scenario’s gaan schrijven. Het lijkt me leuk om te kijken hoe je van een boek een film kunt maken en om te leren wat schrijf-technisch gezien wel in een film kan, maar niet in een boek en andersom.”
Roomservice van Elvin Post
ISBN: 9789041411341
Uitgever: Ambo / Anthos
Prijs: € 19,95
€€19,9
http://www.elvinpost.nl
http://amboanthos.com/LT_result_titel.asp?T_Id=826&A_Id=107&A_Id2=&A_Id3=
http://amboanthos.com
Geef een reactie