Jan van Schaffelaar
Jan van Schaffelaar is vooral bekend als de man die van de Barneveldse kerktoren afsprong tijdens de Hoekse en Kabeljauwse twisten. Maar wie was hij en waarom deed hij dat?

Jan van Schaffelaar springt van de kerktoren. Bron: Nationaal Archief
Tijdens de laatste fase van de Hoekse en Kabeljauwse twisten, van 1482 tot 1490,[1] was er ook een burgeroorlog in Utrecht. In deze oorlog stonden de Utrechtse bisschop David van Bourgondië en de steden Utrecht en Amersfoort lijnrecht tegenover elkaar. De bisschop hoorde tot de Kabeljauwse partij, Utrecht en Amersfoort werden gesteund door de Hoeken. Uiteindelijk slaagden de Hoeken erin de Utrechtse bisschop te verjagen, maar in antwoord daarop besloten de Kabeljauwen om Utrecht te belegeren. De Hoekse hertog Jan van Kleef probeerde de Utrechtse bevolking te helpen door voedsel naar de belegerde stad te brengen, maar de Kabeljauwen probeerden deze transporten te onderscheppen.
De Barneveldse kerk
De Gelderse edelman Jan van Schaffelaar was een van die Kabeljauwen die deze transporten van de Kleefse Heertog onmogelijk moest maken. Als aanvoerder van een gewapende ruitergroep trok Van Schaffelaar op 16 juli 1482 naar Barneveld. Ze namen daar de kerk in en verschansten zich in de toren. Ze werden al snel belegerd door Hoeken uit Amersfoort en Nijkerk. De Hoeken beschoten de toren met kanonnen en al snel zagen de verdedigers in dat hun positie hopeloos was. De Hoeken eisten dat de Kabeljauwen hun aanvoerder, Van Schaffelaar, van de toren naar beneden zouden gooien, maar op deze eis werd volgens de overlevering niet ingegaan. Maar Van Schaffelaar wilde zijn mannen ook niet de dood insturen. Hiij nam het woord en zei:
‘Lieve gesellen, ic moet ummer sterven, ic en wil u in geenen last brenghen’ (beste metgezellen, ik moet toch ooit eens sterven, ik wil jullie niet in de problemen brengen).
Hij zette zijn handen in zijn zij en sprong daarna van de toren naar beneden.Van Schafffelaar overleefde zijn val, maar werd onmiddellijk door de Hoeken gedood.
De sprong van Van Schaffelaar had geen enkele militaire betekenis, maar hij sprong wel de heldendood tegemoet. In de vijftiende-eeuwse ‘Utrechtse kroniek’ werd de sprong van Van Schaffelaar al vermeld, maar of Van Schaffelaar echt van de toren is gesprongen en of hij dat vrijwillig deed, is niet helemaal zeker.
De mythologisering van Jan van Schaffelaar
Het verhaal van de sprong van Jan van Schaffelaar is al eeuwenlang een grote inspiratiebron voor schrijvers, die van Jan een bijna mythische persoon hebben gemaakt. Vooral door de roman van J.F. Oltmans, ‘De schaapherder’, uit 1838 werd Van Schaffelaar een vaderlandse held.
Ook Thea Beckman schrijft over Jan in haar boek ‘Hasse Simonsdochter’. In dit boek redt Jan van Schaffelaar Hasse Simonsdochter als zij wordt aangevallen door een paar veedrijvers. Van Schaffelaar zou daarbij één van de veedrijvers hebben gedood en daarvoor door de Kampenaren ter dood zijn veroordeeld.
In 1853 werd Kasteel de Schaffelaar naar Van Schaffelaar vernoemd, nadat er in de 16e eeuw op diezelfde plek reeds een ander huis ‘De Schaffelaar’ stond.
[1] In het artikel De Hoekse en Kabeljauwse twisten is meer te lezen over deze reeks oorlogen.
Pingback: HET GAAT ER HOEKS EN KABELJAUWS AAN TOE | MUIZENEST
Woon in Palm Beach Florida
Ben in Barneveld July 15 in de middag