Karel de Grote, Widukind en Willehad
De Frankische heersers steunen de Angelsaksische missionarissen, onder wie Willibrord en Bonifatius, die naar het continent komen om de heidense volken te bekeren. Ook Karel de Grote doet dat.Is het Karel de Grotes vurige wens om het christendom te verspreiden? Zeker wel. Karel is een christelijk vorst en de bekering van heidense volken is zijn heilige plicht. Maar er speelt meer. De verandering van religie, zeker een religie met hele andere waarden, is een flinke cultuurschok. Als een overwonnen volk zo’n verandering van wereldbeeld ondergaat, is er ook een uitgelezen kans om Frankische gebruiken te ‘implementeren’. Het is de gedachte dat eenheid van geloof ook de politieke eenheid in het rijk bevordert. De Saksen geven zich echter niet zomaar gewonnen. Tussen 772 en 804 voeren zij –een soms bloedige- strijd om de verovering door Karel de Grote te voorkomen, de Saksenoorlogen.
Bekering Saksen
Eind jaren 770 lijkt het tij in de oorlogen in Karels voordeel te keren. Met de militaire opmars kunnen ook de missionarissen oprukken. Als de Angelsaksische bisschop van Mainz, Lullus (opvolger van Bonifatius), er bij Karel de Grote op aandringt dat hij werk moet maken met de bekering van de Saksen, kan Karel zich daar op zowel morele als politieke gronden wel in vinden. In 780 gaat hij over tot daden. Om effectief te werk te gaan verdeelt hij het Saksische gebied op in drie missiegebieden. Hij stuurt de –ook al- Angelsaks Willehad op pad om onder de Saksen te werken in het gebied tussen de rivieren Elbe en Weser. Willehad heeft al eerder in Friese gebieden (Dokkum) en in Drenthe gepredikt.

Willehad predikt in Drenthe. Collectie Drents Museum. Bron: www.regiocanons.nl/drenthe/drenthe-po/drenthe-en-de-kerk/drenthe-en-de-kerk/willehad-predikt-christendom
Widukind
De Saksen laten zich niet van hun bekeerlijkste kant zien. Onder leiding van de Saksische hertog Widukind (†807) komen de Saksen weer in opstand. Aanvankelijk is deze succesvol. Willehad kan ternauwernood ontsnappen. Hij besteedt de tijd nuttig; hij gaat naar Rome en daarna naar Echternach, het klooster (nu in Luxemburg) dat door Willibrord is gesticht. De opstand eindigt uiteindelijk in een slachtpartij van de Saksen. In het Bloedbad van Verden laat Karel de Grote 4.500 Saksen ombrengen.
Widukind is een doorzetter. In 783 levert hij weer slag. In 785 weet Karel hem eindelijk definitief te verslaan. Een gebruikelijke vroegmiddeleeuwse ‘straf’ voor een overwonnen leider legt hij op: de doop. Om de verhoudingen duidelijk te maken, neemt Karel de rol van peetoom op zich. Misschien is het Willehad wel die de doop van Widukind uitvoert. De missionaris is teruggekeerd naar het noorden om de draad van het Saksen bekeren weer op te pakken.
Bisschop van Bremen
In 787 wordt Willehad gewijd tot bisschop van Bremen in het noorden van Duitsland. Hoewel heiligenlevens graag willen doen geloven dat het optreden van een missionaris het gebied waar hij werkzaam is, in no time zorgt voor een kudde vrome christenen, is de werkelijkheid veel weerbarstiger. De kerstening is een proces van de lange adem. Die lange adem heeft Willehad niet. Zeven dagen na de inwijding van een houten kerk van Bremen, op 8 september, sterft hij. Drie jaar later gaat de kerk in vlammen op. De Saksenoorlogen zijn weer opgelaaid.

Bisschopsstad Bremen sinds 787. Karel de Grote en Willehad kijken tevreden toe. Postzegeluitgifte Bondsrepubliek Duitsland 1987, Michel-nummer DE 1329.
Pingback: Angelsaksische missionarissen maken de oversteek