Leer Plinius kennen door zijn brieven over huizen
Classicus Vincent Hunink heeft een bloemlezing gemaakt van de brieven van Plinius de Jongere over zijn huizen. Een prachtige bron voor wonen in de Romeinse tijd én voor de persoon Plinius.
Kijk naar iemands huis en doorgrond de menselijke psyche. Waar ligt het het huis? Hoe is het ingericht? Wat doet de bewoner er zoal? Het zal om de nieuwsgierigheid naar menselijk denken en handelen zijn dat er zoveel mensen kijken naar televisieprogramma’s over verhuizen, verbouwen en inrichten. Niet om de huizen maar vooral om de mensen te leren kennen. Zeker als daar een klein beetje drama aan te pas komt.
Plinius de Jongere
De Romeinse politicus en schrijver Plinius de Jongere (ca. 62-ca. 113) onderkende dat huizen iets zeggen over mensen. In zijn -door hemzelf- zorgvuldig overgeleverde brieven schreef hij dan ook veelvuldig over huizen. Woningen van anderen maar vooral die van hemzelf.
Classicus Vincent Hunink bracht een aantal bijeen brieven over huizen in de bloemlezing Mijn landhuizen, Brieven over Romeinse villa’s. Hij geeft aan dat het hier voor Plinius niet zomaar om huis-, tuin- en keukenverhalen ging, maar dat de brieven onderdeel waren van zijn programma:
“De brieven over huizen zijn bedoeld als deel van zijn zelfportret. Ontwerp, inrichting en gebruik van huizen vertellen vooral een verhaal over de persoon Plinius. Of beter gezegd: over zijn gewenste imago, zijn publieke persona (letterlijk: masker).”
Literaire arbeid
Om dat imago op te poetsen gebruikte hij onder meer de geadresseerden van zijn brieven, want hun roem en levensstijl straalde ook op hem af, wist Plinius. Als er iets is wat hij bewonderde, was het onvermoeibare literaire werk dat anderen verrichten. “’s Zomers ging hij van tafel als het nog licht was, ’s winters bij het eerste donker, alsof het een wettelijke bepaling was”, schrijft hij over zijn oom Plinius de Oudere.
Ondanks die bewondering, wist hij zichzelf nog een treetje hoger te tillen, concludeert Hunink doordat “alles meer in evenwicht dan bij de portretten van anderen” lijkt. Over zijn verblijf op zijn landgoed toonde Plinius dat: “Daar ben ik op mijn best, naar geest en lichaam. Want met literair werk train ik mijn geest, en mijn lichaam door te jagen.”
Toegankelijke klassieker
Plinius’ brieven zijn niet alleen interessante bronnen over huizen en wonen in de Romeinse tijd. Juist door de dubbele bodem zijn de brieven heerlijk om te lezen. Plinius kon schrijven en ook nu zijn deze klassieke teksten zeer toegankelijk. De keuze om de uitleg aan het einde van de brief te zetten, vind ik welgekozen. Dan blijft je aandacht bij de brief en aangezien de meeste redelijk beperkt van lengte zijn, is het goed te doen om de uitleg achteraf aan de inhoud te koppelen. Of om de brief gewoon nog eens te lezen met die extra kennis.
De vormgeving van de gebonden omslag is simpel, maar smaakvol en doeltreffend.
Plinius
Mijn landhuizen, Brieven over Romeinse villa’s
Vertaald en toegelicht door Vincent Hunink
(Amsterdam 2017)
ISBN 978 90 253 0807 0, € 9,99
Uitgeverij Athenaeum – Polak & Van Gennep