Universiteit en identiteit
In de bundel Universiteit en identiteit gaan vijf artikelen over samenwerking, concurrentie en taakverdeling tussen de Nederlandse universiteiten.
Al in het openingsartikel komt Klaas van Berkel tot een heldere conclusie ten aanzien van die onderwerpen:
“Het lijkt erop dat in de Nederlandse universiteitsgeschiedenis van de negentiende en twintigste eeuw steeds twee tegenovergestelde tradities zijn te bespeuren: de ene traditie streeft concentratie in een beperkt aantal universiteiten na, om zo door bundeling van de krachten een hoger niveau te bereiken of om zo met de beperkte middelen toch iets zinvols te doen; de andere traditie streeft juist spreiding van de opleidingen na om zo het hele land, ook de buitengewesten, een goede gelegenheid te geven hoger onderwijs te volgen.”
Levensbeschouwelijke grondslag
In dat krachtenveld, waarin natuurlijk ook de politiek zich liet gelden, was het van belang voor de bestaande universiteiten om zich een eigen gezicht aan te meten. Tot en met de eerste helft van de twintigste eeuw werd de identiteit vooral ontleend aan de levensbeschouwelijke grondslag zoals dat gold voor “hoogleraren en bestuurders van de Utrechtse universiteit inhoud gaven aan een nationaal-conservatieve en christelijk-historische grondtoon”.
Zoeken naar identiteit
Omdat die grondtoon in de jaren 1960 en 1970 niet meer zo sterk klonk als voorheen, werd het zoeken naar een identiteit: “De ontzuiling, secularisering en roep om democratisering deden de gehele samenleving, en zeker ook de universiteit, op haar grondvesten schudden.” Voor de Universiteit Leiden gold zelfs een identiteitscrises, schrijft Jorrit Smit. Universiteiten zochten wegen om zich te profileren -die drang die volgens Klaas van Berkel overigens tot weinig heeft geleid- zoals de Vrije Universiteit Amsterdam dat met een nieuw logo (1989) wilde uitdrukken.
Marketing

Inhoudsopgave Universiteit en identiteit.
In de artikelen komt niet aan bod hoe studenten de eigen identiteit van de verschillende identiteiten waarderen. Is deze nu nog doorslaggevend bij de keuze voor de studiekeuze? Of zijn praktische zaken zoals beschikbaarheid van huisvesting, reisafstand en de kwaliteit van de studie voor hen van meer belang? De bestuurders zullen zich wel in die vraag verdiepen, want:
“Universiteiten concurreren tegenwoordig met elkaar om studenten en onderzoeksgelden. Dat gebeurt soms door inhoudelijke keuzes, maar ook door marketing. De hiervoor verantwoordelijke afdelingen of diensten zijn binnen de universiteiten flink gegroeid, en hebben op alle niveaus invloed. Ze zien zichzelf als ‘bewaker’ van zowel de huisstijl als de ‘identiteit’.”
Dynamiek
De profilering heeft dus ook gezorgd voor een nieuwe organisatie van en herziene machtsverhoudingen binnen de universiteiten. Na het lezen van de bundel Universiteit en identiteit is duidelijk dat de identiteit van de universiteit een dynamisch begrip is. De huidige trend is dat universiteiten bedrijfsmatig worden gerund. Daarbij horen slogans en logo’s. Hierbij is het sneu -ironisch noemt Ab Flipse het- om op te merken de Nederlandse universiteiten juist in die profilering “volstrekt uitwisselbaar bleken”.
Dorsman, L.J. en Knegtmans, P.J. red.,
Universiteit en identiteit, Over samenwerking, concurrentie en taakverdeling tussen de Nederlandse universiteiten
Universiteit en samenleving deel 14
(Hilversum 2017)
ISBN 978-90-8704-623-1, € 14,-, 120 p.
Uitgeverij Verloren