Franke: ‘Echte macho’s tonen liefde’

VikIn de documentaire On Killing volgt Vik Franke de Amerikaanse Special Forces in Afghanistan op de voet. Deel 1 van een spannend interview over goed en kwaad, vredesmissies, liefde, kameraadschap en heldendom.

‘On Killing’: nieuwe film van Vik Franke over de Special Forces

‘verschrikking leidt tot inzicht’ ‘De mens is niet per se geneigd tot het goede’

Deel 1 van het interview met filmmaker Vik Franke: “De echte macho schaamt zich er niet voor om lief te zijn”

Vik

Vik Franke. Bron: vikfranke.com

Binnenkort komt de nieuwe documentaire On Killing van filmmaker Vik Franke uit. In On Killing volgt Franke (47) de Amerikaanse Special Forces in Afghanistan op de voet. Volgens de Amerikaanse overheid en de media zouden deze elite-troepen verantwoordelijk zijn geweest voor de liquidatie van Osama Bin Laden (Navy Seals), maar veel is er verder niet bekend over de Amerikaanse commando-eenheden. Ze doen hun werk veelal in het geheim. Franke lukte het echter om hun vertrouwen te winnen en een film over deze met mythes omgeven elite-troepen te maken.

On Killing is echter meer dan zomaar een oorlogsfilm. In zekere zin is het ook een existentialistisch document waarin Franke zich afvraagt wat oorlog met de psyche van een mens doet en waar het in het leven nu werkelijk om draait. Kort gezegd wil hij in zijn film achterhalen wat er met iemand gebeurt als hij de dood in de ogen heeft gekeken. ‘Hoe verandert een mens door een grenservaring als een vuurgevecht in een oorlog?’ lijkt Franke’s belangrijkste vraag.

Vik Franke kwam in 2006 in het nieuws omdat hij in Afghanistan met het Nederlandse leger had meegevochten tegen de Taliban. Uit zelfverdediging pakte de filmmaker midden in een gevecht een wapen en schoot op de strijders die hen hadden omsingeld. Vanwege deze feiten werd er een feitenonderzoek ingesteld naar Franke, maar dat leidde niet tot vervolging. Ook werden er in de Tweede Kamer meer dan 20 vragen over deze kwestie gesteld. Bovendien vielen de media over hem heen omdat hij partij had gekozen in het conflict en zo zijn ‘journalistieke’ onafhankelijkheid te grabbel zou hebben gegooid.

Vik

'On Killing' in Pre-Productie. Bron: vikfranke.com

Voorafgaand aan het interview vertelt Franke dat hij een frustrerende dag achter de rug heeft gehad. Door problemen met een lastige klant heeft hij zin om deze avond eens als een Maleier te gaan zuipen, vertelt hij. Zonder dronken te worden slaat hij zo’n tien Jack Daniels’ achterover, aangevuld met vele sigaretten. En passant vertelt hij dat Ibuprofen met Whisky een wondermiddel is tegen bijna alle kwalen. En als hij zich somber voelt, neemt hij een bierglas Whisky, waarna hij een uur gaat hardlopen, vervolgens een bloedhete douche neemt en koud afspoelt. Voor de meeste mensen zou deze zinnenprikkelende en enerverende cocktail van sensaties, eerder een hulpmiddel tot zelfdoding of een recept voor een hartaanval betekenen, maar Franke zweert er bij. In zijn geval lijkt het meer op het levenselixer van een gepassioneerde, rusteloze, romanticus op zoek naar intens leven.
Andere drugs zoals cocaïne heeft Franke naar eigen zeggen niet nodig. Franke: “Door mijn enigszins manisch-depressieve aanleg bezit ik immers al een soort natuurlijke cocaïne in mijn hersens. Dat heb ik van mijn Lieve Heer gekregen.”

Een gesprek met Franke over goed en kwaad, de charme van oorlog, vredesmissies, oorlogstrauma’s, manisch-depressiviteit, kameraadschap en heldendom.

Wat was de reden dat je ooit begonnen bent met het maken van oorlogsdocumentaires en films?
Franke: “ Ik heb jaren geleden in dienst gezeten (luitenant geweest) en ben daarna reserve-officier geworden. Toen de oorlog in Bosnië begon, vond ik dat heel interessant. Ik zat tijdens mijn dienstplicht in het oprichtingsbestuur van ‘de vereniging officieren van het regiment Van Heutsz: traditie-dragers van het KNIL.’ Die vereniging zit bomvol met verhalen over gevechtshandelingen en oorlog en ik vond dat fantastisch. Ik zit er nu al ruim 25 jaar bij, dus ik ken al die mensen inmiddels behoorlijk goed. Ik ben met hen groot geworden. Elk jaar is er een Regimentsdiner. De oudste deelnemer is 91 en de jongste 19. Toen in 2002 de Taliban gevallen was en de Nederlanders naar Kabul gingen, heb ik tegen de toenmalige brigadecommandant gezegd dat ik er graag een film over wilde maken. Ik wilde met de jongens mee naar Afghanistan. Die brigadecommandant was Peter van Uhm die tegenwoordig CDS (Commandant Der Strijdkrachten) van de Nederlandse strijdkrachten is. De film, die ik geproduceerd heb, heet Smile and Wave (bioscoop-documentaire). Met van Uhm heb ik nog steeds veel contact. Dat contact heb ik altijd erg gekoesterd.”
“In Smile and Wave volgden we een christelijke, Nederlandse soldaat in Afghanistan. Ik wilde de reis van zo’n jongen uit Staphorst naar Kabul volgen. Die knaap was religieus gezien nog orthodoxer dan de meeste moslims daar. Zo’n jongen is in zijn dorp hoogstens een klap op zijn bek in de kroeg gewend en moet dan ineens naar een land waar al twintig jaar oorlog is. Daar gaat hij de vrede bewaken. Dat is een goed verhaal. Dat wilde ik zien. Van Uhm zag het meteen zitten, maar ik moest eerst langs de directie voorlichting. Ik wilde het plan daar uitvoerig uitleggen maar dat hoefde mede door de inbreng van Van Uhm eigenlijk niet eens meer. Er zat een voorlichter, Michael Callmeyer Meijburg, die het ook meteen zag zitten. Het ging vervolgens heel soepeltjes allemaal. Michael zei meteen: ‘gaan ! Je krijgt alle medewerking.’ Zo’n voorlichtingsfunctie is sterk afhankelijk van wie hem invult. Na Callmeyer Meijburg kwam er een stelletje angsthazen en dan kan er gelijk niks meer.”

Is je dienst-tijd een inspiratie geweest om oorlogsdocumentaires te gaan maken?
Franke: “Het was eerder een hele handige, praktische aanleiding. Dankzij die dienst-periode kende ik veel mensen. Dat heeft geholpen met het vertrouwen. Ze wisten wat ze aan mij hadden en waren er van op de hoogte dat ik geen linkse onderzoeksjournalist ben die op zoek is naar misstanden. Ik ben voornamelijk op zoek naar bijzondere en mooie verhalen.”

Je bezoekt regelmatig oorlogsgebieden en risicovolle landen. Daar maak je heftige dingen mee. Heb je altijd al naar gevaar verlangd? Zocht je als kind ook al kicks en spanningen op?
Franke: “Ja. Ik heb sinds kort een dochtertje en dat is – hoopt een trotse vader – een evenbeeld van mij toen ik baby was. Mijn moeder zei daar onlangs over: ‘Ik hoop alleen niet dat zij net zo’n randjes-loper als Vik wordt’. Ik was als kind altijd nieuwsgierig en niet bang. Ik was op zoek naar avontuur en vooral heel onderzoekend ingesteld. Toen ik heel klein was heb ik ellende uitgehaald op het spoor (NS) en ik was regelmatig dronken. Ik klom vaak in bomen, heb botten gebroken en in de gevangenis gezeten. Eigenlijk was het een politiecel, maar het klinkt veel beter als je zegt dat je in de gevangenis zat.”
“Wat ben je nou voor vent als je nooit in de cel of gevangenis hebt gezeten? Dan heb je ook niks geprobeerd!’

Wat is het gevaarlijkste gebied waar je ooit gezeten hebt?

Gevecht in Baluchi vallei. Bron: Wikipedia

Gevecht in Baluchi-vallei. Bron: Wikipedia

“De Baluchi-vallei in Afghanistan. De enige mensen die er buiten de plaatselijke bevolking kwamen, waren commando’s en één filmmaker. We hadden een tolk bij ons en die luisterde de hele dag de radio af van de Taliban. Vierentwintig uur per dag hadden ze het over ons. ‘We maken ze kapot’ ; ‘ze zijn binnen schootsbereik’ en ‘Mag ik vuren?’ klonk er door de speakers. Dat ging zeven dagen per week, vierentwintig uur per dag door. Wij werden er op den duur heel erg lacherig van. Ik ook. Dan denk je soms bij jezelf ’kom op dan!”
“Op een gegeven moment lagen er twee hinderlagen voor ons klaar op een route die we niet konden ontwijken omdat er geen andere weg was. Dat was bij een zogenaamd choke-point: een rivierbedding met twee rotsen. Je kon daar niet omheen en precies op dat punt was die hinderlaag. Er lagen een mannetje of veertig klaar om mij /ons dood te maken. Toen dacht ik wel: dit is de gevaarlijkste plek waar ik ooit in mijn leven geweest ben.”
“We zijn er uiteindelijk ongedeerd doorheen gekomen. Later gebeurde dergelijke incidenten de hele tijd. Je raakt er op een bepaalde manier aan gewend.”

En wat was de gevaarlijkste situatie waarin je ooit hebt verkeerd?
Franke: “Dat was de schietpartij uit On Killing, die we ternauwernood overleefd hebben, en waarbij vele Taliban-strijders zijn omgekomen. Ik had een jaap in mijn scherfvest en heb toen twee keer een schampschot langs mijn haar gevoeld. De zeer ervaren commando Jack uit mijn film zei later dat het een van zijn zwaarste gevechten ooit was geweest. Dan denk je wel even van nou nou.”

Voordat je met filmen begon, waren er toen journalisten of filmmakers die je bewonderde?

HunterFranke: “Ja, ik bewonderde de new journalism- en gonzo-journalist Hunter S. Thompson, maar dan zonder de drugs en met de wapens. En Ernest Hemingway uiteraard. Hij was, net als ik, van mening dat hoe dichter je bij de dood bent, hoe intenser je leeft. Sterker nog: vrienden van mij die eerst commando waren en nu huurling zijn, zeggen me dat wanneer je een keer zo’n vuurgevecht hebt meegemaakt, het levenslang een verslaving blijft. Je hebt zo intens geleefd op dat moment dat je dat nooit meer kwijtraakt. Dat cliché klopt gewoon. Het is echt waar. Alles wat je prachtig en belangrijk vindt, beleef je op dat moment in extreme mate. Alles wat dan mooi en belangwekkend is, blijft hangen en wordt vers geïmpregneerd in je voorste hersenkwabben.”
“Wat ook verslavend is in dat soort situaties en dat soort gebieden is dat ‘ alles er toe doet’. Alles wat je ziet, is belangrijk. Niemand is met onzin bezig. Als ik daar 360 graden om me heen keek, zag ik nergens onzin. Iedereen was bezig met overleven, eten verzorgen en aan zijn kinderen denken etc. Als ik daarentegen op het Leidseplein om me heen kijk, zie ik alleen maar onzin. Als je dan terugkomt van dat soort ervaringen, heb je voor die nonsens totaal geen geduld meer. Het duurt twee maanden voor je beseft dat het gewone alledaagse leven in Nederland eigenlijk normaal is en dat dat andere heftige bestaan in een oorlogsgebied juist niet gewoon was.”

Is dat ook de reden waarom veel Vietnam-veteranen na de oorlog niet meer konden aarden in de Amerikaanse maatschappij en daardoor soms ontspoorden?
Franke: “Ja, die haken af. Het dagelijkse leven is voor hen een beetje onzin geworden en niet meer zo belangrijk. Veel veteranen vinden hun thuis daarom weer in ruige, heftige biker-clubs als de Hells Angels, Veterans, of Satudarah etc. Ik ben zelf ook een motor-rijder.”

Is een oorlogssituatie waarbij je de dood in de ogen kijkt een soort grenservaring die zo overweldigend is dat ze nieuwe hoop en betekenis aan je leven geeft?
Franke: “Ja, zonder meer. Er is in mijn leven duidelijk een periode voor ik op mensen schoot en een periode daarna. Het heeft met een bepaalde zingeving te maken. Enerzijds word ik er heel melancholisch van. Ik vraag me dan af wat ik nu eigenlijk nog heftig moet vinden in het leven en zie het zwarte gat al voor me etc. Maar aan de andere kant heb ik door die ervaring ook wel het idee gekregen dat ik weet waar het om draait in het leven. Het gaat er volgens mij om dat iedereen gewoon een beetje aardig is voor elkaar.”

Klopt het dat een van de ‘charmes’ of pluspunten van oorlog is dat de kameraadschap er hechter is dan in de burgermaatschappij? Blijkt in dat soort omstandigheden wat vriendschap echt betekent?

Special Forces

Special Forces. Bron: Wikipedia

Franke: “Ja, en dat is eigenlijk het gehele en enige antwoord dat ik daarop kan geven. Toch ga ik het nog wat meer expliceren. Ik heb twee maanden met die jongens van de Special Forces geleefd en samen met hen naast de auto zitten poepen en ’s nacht tusen hen in geslapen in de woestijn. Ik heb samen met hen veel ellende en doden gezien.”
“Bovendien heb ik zij aan zij met hen gestreden. Vechten voor je leven en mensen doden is een van de meest heftige ervaringen die er is. Toen ik op het punt stond om weer terug te gaan naar Nederland kwam de second in command van de eenheid naar me toe. Dat was een hele intellectualistische jongen. Hij zei tegen me: ‘Vik, we hebben heel veel meegemaakt en een hoop gezien samen. Ik merk aan jou dat je er weinig moeite mee hebt, maar ik heb een hoop gelezen over Post Traumatische Stress (PTSS) en iedereen kan er op den duur last van krijgen, tot 20 jaar later. PTSS wordt soms vergeleken met een klein hondje (puppy). Kleine hondjes gaan immers vaak zomaar, zonder aanleiding, ineens keffen. Zo is dat met PTSS ook. Wetenschappelijk gezien is de sterkste remedie tegen het ontwikkelen van PTSS het erover praten met ervaringsgenoten. Als jij straks terug bent in Nederland, zul je er met niemand over kunnen praten, want niemand in jouw omgeving is ervaringsdeskundige. Hier is een lijst met de emails, adressen en telefoonnummers van ons allemaal. Anytime kun je contact met ons opnemen.”
“Toen deze commando’s een paar maanden later terug waren, gingen ze met de hele eenheid in Oostenrijk skiën ter ontspanning. Daarvoor werd ik ook uitgenodigd. Dat was heel erg belangrijk om alles te verwerken. Het bijzondere daaraan vond ik dat hun kameraadschap zich ook tot mij uitstrekte, terwijl ik geen commando ben. De mannen van de Special Forces redeneren nog steeds volgens Shakespeare’s adagium ‘For he that sheds his blood with me, shall be my brother’. Daar is na eeuwen nog niks aan veranderd.”

Je hebt dus nooit een trauma ontwikkeld?
Franke: “Nee, ik vermoed het niet. Ik denk dat die gesprekken met de commando’s me wel geholpen hebben om dat te voorkomen. Maar PTSS kun je ook twintig jaar later ontwikkelen. Het kan ineens opkomen. Je weet maar nooit.”

Ik heb gehoord dat je enigszins manisch-depressief bent. Is dat wellicht de reden van je hang naar snel leven, avontuur en risico’s nemen? Is heftig leven een soort medicijn tegen die kwaal?
Franke: “Nee, het is niet een genezing voor mij. Bij mij is de manische depressie ten eerste slechts in heel lichte mate aanwezig en ten tweede denk ik dat iedereen het wel enigszins in zich heeft. Iedereen heeft wel zijn ups en zijn downs. Als je een bipolaire stoornis hebt, is de amplitude wat groter waardoor de dalen dieper zijn en de pieken hoger. Als de pieken hoger zijn, ben je hypomaan en dat is een luxe situatie. Je bent dan tijdelijk tot meer in staat. Dan ben je extreem creatief, extreem goed in het enthousiasmeren van mensen. In zo’n gemoedstoestand krijg je alles voor elkaar. Je slaapt twee uur per nacht en het gaat allemaal als de brandweer. Je bent werkelijk creatiever omdat je meer verbindingen legt in je hersens en beter lateraal kunt denken etc.”
“Een hypomane situatie is fantastisch. Je hoeft er niet eens drugs voor te nemen. Dat doe ik dan ook niet. Als ik dat zou doen in een hypomane situatie wordt dat gegarandeerd mijn dood. Ik bezit immers al een soort natuurlijke cocaïne in mijn hersens. Dat heb ik van mijn Lieve Heer gekregen. Ik heb twee keer in mijn leven coke geprobeerd, maar toen kreeg ik dus ineens een overload aan energie. Ik merkte dat ik door het lint dreigde te gaan. Daardoor wist ik meteen dat ik dat nooit meer moest doen.”

Sommige thrill-seekers worden in extreme (vecht)situaties, waarin andere mensen in paniek zouden raken, juist rustig. Heb jij die neiging door jouw enigszins manische karakter ook wellicht?
Franke: “Toen we aangevallen werden in Afghanistan was ik totaal alert, together en adequaat. Ik heb gefilmd en was rustig. Waarschijnlijk klopt dat dus wel, ja.”

Was je toen zelfs rustiger dan bij je thuis op de bank of gaat dat te ver?

TalibanFranke: “Dat is tweeledig. Ten eerste ben je tijdens zo’n gevecht totaal niet rustig omdat je gigantisch veel adrenaline in je bloed hebt. Toen er een bom afging en we beschoten werden door 140 Taliban-figuren op 7 meter afstand, realiseerde ik me ‘dat dit het moment was’. Ik was bijna blij. Nu kon ik eindelijk laten zien wat ik in me had, en dat was een bevrijding. Een van de commando’s uit mijn film On Killing, Jack genaamd, zei na afloop tegen me: ‘you tested your mettle that day’. Daar is geen Nederlandse vertaling voor. Het is heel fijn als kerel om je mettle te testen en achteraf te kunnen constateren dat je goed hebt gepresteerd en precies gedaan hebt wat je moest doen.”
“Ik heb tijdens dat gevecht mijn batterijen leeg gefilmd en ben daarna doorgegaan met fotograferen. Ze zijn allemaal raak en werden wel 100 keer verkocht door het ANP.  Ik fotografeerde gewoon op film en alle foto’s zijn spot on. Je ziet gewoon dat elk moment goed is. Al je zintuigen staan namelijk op scherp waardoor je helderder en beter ziet. De adrenaline zorgt ervoor dat alles top functioneert, mits je niet in paniek raakt of verstijft natuurlijk. In dat soort gevallen slaat de adrenaline-productie dus door. Ik heb ook wel mensen gezien die verstijfd raakten in dat gevecht. Ik had het geluk dat ik dat niet had. Dat was als kind al zo. Ik was zes à zeven jaar oud toen ik in een kano zat en merkte dat ik kapseisde. Dat was behoorlijk eng. Mijn biologische vader zei later dat ik toch rustig bleef en meteen aan het kijken was wat ik op dat moment moest doen. Ik raakte niet in paniek. Dat is iets dat in je natuur zit. Het is heel fijn als je dat hebt.”
“Nadat ik uitgefotografeerd was tijdens het gevecht, heb ik een uur lang twee kisten munitie gedragen voor een machinegeweer-schutter. Hij was schiet-doof geworden terwijl ik nog goed kon horen. Ik vernam toen via de berichtgeving dat ‘op twee uur’ (noord-oostelijk van ons in militair jargon) tien pax Taliban stonden op 100 meter afstand. Onze machinegeweer-schutter hoorde dat niet en dus sloeg ik hem op zijn reet en vertelde wat er gezegd was. Hij draaide vervolgens zijn machinegeweer bij, aaide erover en zei ‘say hello to my little friend’ en schoot volautomatisch op tien van die lui. Dat was in dat gevecht waarbij ik heb meegevochten. Dat was prima.”

Heb je toen zelf ook mensen neergeschoten of gedood?
Franke: “Mijn echte vader (stiefvader) heeft in Nieuw-Guinea gevochten en als klein jongetje vroeg ik hem ook altijd die zelfde vraag: ‘heb je mensen doodgeschoten?’ Dat wil je gewoon weten. Het is een spannende vraag. Mijn vader antwoordde dan altijd:’Dat speelt zich allemaal af in de jungle. Je schiet op het gebladerte en ziet eigenlijk niks. Je weet niet wat je treft.’
Mijn antwoord is ook altijd: ‘Dat weet ik niet. Ik schoot op het mais.’ Maar om het iets nader te duiden: ik vind het eigenlijk een te intieme vraag. Ik kan aan iemand vragen: ‘heb je vannacht sex gehad? Daar zal hij of zij misschien nog wel ja of nee op antwoorden, maar als ik vraag of er door hem of haar ook gepijpt is en of er misschien sprake is geweest van anale sex dan is het antwoord meestal: ‘hé, daar heb je niks mee te maken.’Zo’n vraag over het ombrengen van een tegenstander is volkomen vergelijkbaar. Het is onkies om er op te antwoorden.”
“Mijn grootvader die fout was in de oorlog en bovendien een Oost-Groninger was, heeft aan het Oostfront gevochten en ook hij heeft zijn hele leven zijn bek gehouden over dat soort kwesties. Ik vind dat goed. Ik ben van mening dat ‘a gentleman never kisses and tells’. Het is chiquer om te zeggen dat je niet weet of je gedood hebt. Ik vind het niet deftig om te zeggen dat je iemand toen zo in zijn achterhoofd te pakken had. Dat is heel indiscreet naar die tegenstander toe. Je hebt namelijk een intieme relatie met de man die je doodschiet. Het klinkt wazig, maar het is wel zo. Het is ontstellend onbetamelijk en vunzig om dat in detail te gaan uitleggen. Je hoopt alleen dat zijn ziel op een goede plek is.”

Vanuit burgerlijk perspectief leef jij nogal extreem. Heb je een sterkere hang naar intens leven en avontuur dan de gemiddelde persoon?
Franke: “Ja, dat denk ik wel. Ik weet het wel heel zeker eigenlijk. Dat is omdat ik de lat steeds hoger leg voor mijzelf. Van jongs af aan zit dat er al een beetje in. Doordat ik de lat steeds hoger wilde hebben, is hij nu wel heel erg hoog komen te liggen. Ik moet je eerlijk bekennen dat ik sinds Afghanistan  in mijn melancholische buien vaak gedacht heb: ‘wat moet ik nu nog heftig vinden?’ Als mensen zeggen dat ik moet gaan bungeejumpen denk ik bij mezelf: ‘lekker belangrijk’ hoor. Wat een eigen-pijperige onzin is dat zeg. Wat kan mij zoiets schelen.’
“Het juiste antwoord op de vraag wat nog spannend voor me is, was de geboorte van mijn dochter. Dat vond ik wél heftig. Het was net zo’n heftige ervaring als in Afghanistan maar dan in omgekeerde richting.”
“Mijn dochter kwam er bij de geboorte krijsend uit: ‘Full of piss and vinegar and full of life.’ De eerste twee gedachten die toen als een bolbliksem door me heen gingen waren: één, voor jou sterf ik zonder meer en zonder na te denken. En twee: nu hoef ik niet meer voor mezelf te leven, maar nu leef ik voor jou. Dat was Redemption. In het Nederlands is daar niet zo’n goede vertaling voor. Het woord ‘Verlossing’ kan wel, maar dat heeft al snel iets religieus en dat bedoel ik er niet mee, hoewel het wel een soort mystieke oerervaring was.”
“Zo’n mystieke ervaring heb ik ook meegemaakt toen ik extreem liefdesverdriet had. Toen heb ik uit teleurstelling en woede in mijn eentje, in mijn spijkerbroek, de Mont Blanc beklommen. Dat deed ik ‘s nachts omdat er anders lawinegevaar is. Ik kwam om zeven uur ’s ochtends boven op het moment dat de zon opkwam. Als je dan bij het ochtendgloren op het hoogste punt van de Mont Blanc bent beland, sta je als enige in Europa in de zon. Toen had ik echt de neiging om met mijn armen gespreid te gaan staan als een soort priester of Christusfiguur.”
“Ik ging vol teleurstelling en woede de Mont Blanc op, maar ging er met een lekker gevoel weer vanaf. Het is geen moeilijke, maar wel behoorlijk zware klim. Ik deed het ongezekerd in mijn eentje waardoor je de hele tijd in doodsangst leeft. Je weet dat wanneer je struikelt, het meteen over is. Door die fysieke hardship overwin je jezelf en je angst, vermoeidheid en pijn. Zo krijgt je je zelfvertrouwen weer terug. Dat is keukenmeidenpsychologie, maar toch. Het is een ervaring die in heftigheid misschien die van je teleurstelling overtreft en dat is therapeutisch gezien fantastisch.”
“De kleine teleurstellinkjes in het leven van een onafhankelijk filmmaker verwerk ik door een limonade- of bier-glas whisky te drinken en daarna een uur te gaan hardlopen. Dan kom ik terug en neem ik een bloedhete douche, waarna ik ijskoud afdouche. Daarna voel ik me King of the World. Dat is echt geweldig. Ik kan het iedereen aanraden.”
Precies op dat moment wordt er in het Utrechtse café waar het interview plaatsvindt een rock ’n roll nummer gezongen waarin de woorden ‘King of the World’ ook voorkomen. Dit kan bijna geen toeval zijn, lijken we beiden te denken.”

De meeste mensen zouden na zo’n ‘dodelijke’ cocktail aan sensaties toch bijna een hartaanval krijgen of niet?

Jack

Jack Daniel's Whiskey. Bron: Wikipedia

Franke: “Nee hoor, een vriend van mij was commando-medic en daarna huurling en hij vertelde me dat de pijn van de meeste fysieke aandoeningen bestreden kan worden met het vrij verkrijgbare medicijn Ibuprofen en een glas whisky. Dat helpt tegen bijna alles. De whisky en Ibuprofen moet je tegelijk innemen. Het voelt super. Dat mengsel werkt als een soort morfine denk ik. Ibuprofen is een spierverslapper net als alcohol en samen zorgt het voor een gelukzalig gevoel. Als je je enorm slecht voelt is dat een zeer prettig effect.”
“Aan die ex-commando waar ik dat recept van heb zit trouwens een mooi verhaal verbonden. Die jongen heeft namelijk getraind voor de marathon door het roken van heel veel sigaretten en het drinken van bier. Hij stond na afloop met een biertje en een sigaret op de finish-lijn. Dat heeft natuurlijk een hoog fuck you gehalte. Daarmee zei hij eigenlijk ‘rot op mietjes. Jullie gaan jaren trainen voor de marathon terwijl ik hem gewoon ongetraind uitloop. Het zit namelijk gewoon in je kop en nergens anders.’ Die kerel heeft niks met competitie en daarom dreef hij de spot met die marathon. Ik heb ook niks met competitie. De enige competitie die ik heel interessant vind, is competitie tegen mezelf. Jezelf overwinnen vind ik boeiend, maar het overwinnen van een ander interesseert me geen flikker.”

Zijn je avonturen en belevenissen ook een soort vlucht uit de beschaving en de wereld van alle dag?
Franke: “Ja, schrijf het maar zo op zoals je het zegt. Ik geloof wel dat het zo zit. Ik heb nu een vriendin – de moeder van mijn dochter – die het gelukkig ziet zitten wat ik doe. Ik had namelijk twee non-negotiable voorwaarden gesteld voor ik met haar verder ging. Nummer één was: ik wil jarenlang zonder tijdslimiet op een zeilboot wonen, zwervend over de wereldzeeën. Dat ga ik sowieso doen. Haar antwoord was: ‘wanneer gaan we?’. Dat was een goede repliek. De andere voorwaarde doet er niet toe, maar kwam eigenlijk op het volgende neer: laat me vliegen.”

Welke eigenschappen moet je bezitten om in oorlogsgebieden te overleven? Wat zijn de belangrijkste kwaliteiten of karaktertrekken die daarvoor nodig zijn?
Franke: “Het is heel prettig als je een stabiel karakter bezit. Dat heb je of dat heb je niet. Maar misschien nog wel belangrijker is het om eerlijk te zijn. Je moet altijd eerlijk zijn naar jezelf toe en je afvragen hoe je er op het moment aan toe bent. Kan ik de situatie aan en ben ik een liability voor mijn omgeving of niet? Maar je moet ook vooral eerlijk zijn naar je maten toe. Die eigenschap kun je wel door zelfdiscipline leren. Ik vind iemand echt een held als hij op een heel precair moment in staat is te zeggen dat hij het niet meer trekt, mits duidelijk is dat hij tot het uiterste gegaan is plus tien procent. Dat heb ik van de commando’s geleerd.”
“Na mijn ervaringen met de commando’s van de Special Forces in Afghanistan heb ik mijn definitie van de macho bijgesteld. De echte macho schaamt zich er niet voor om lief te zijn, heb ik gemerkt. Dat bewezen ze ook tegenover mij. Tijdens het gevecht kwamen er mensen naar mij toe en zeiden tegen me: ‘hé Vik, gaat het nog een beetje? Je moet wel genoeg drinken hoor’. Dat deden ze onderling ook. Als er in die kringen iemand afknapt, om mentale redenen bijvoorbeeld, duidt niemand hem dat euvel. Commando Jack uit mijn film On Killing zegt dat iedereen zijn grens heeft. Die grens ligt bij ieder mens anders, maar iedereen krijgt evenveel respect.”
“Als je ze ontmoet zijn de mannen van de Special Forces enorm rustige en aardige, stabiele mannen. Ik ben er niet één praatjesmaker of traditionele macho tegengekomen. Dat soort gedrag wordt tijdens hun opleiding als onkruid gewied.”

Zie je in levensbedreigende situaties en gevechten na verloop van tijd gevaar instinctief aankomen? Ontwikkel je een soort zesde zintuig voor dat soort dreiging?
Franke: “Dat denk je bij jezelf wel, maar het is natuurlijk niet zo. Een kogel die er aankomt, gaat immers gewoon dwars door je kop heen. Ik zat wel steeds in te schatten waar ik gewond zou kunnen raken. Je wordt tenslotte niet op alle plaatsen beschermd door je body armour. Een schot in mijn nek zou een beetje lullig zijn dacht ik bij mezelf, maar is een klein doelwit met kleine kans. Gewond raken aan mijn been zou eigenlijk wel stoer zijn (hahaha). Dan kom je terug met een limp door een oude oorlogswond. Een schot door je hoofd schrikt dan weer enorm af. Je weegt continu goed af hoe groot het risico is van je acties. Ik heb namelijk geen death wish. Ik ga niet zoals die kolonel op het strand in Apocalypse Now te midden van de bombardementen iemand aanzetten om te gaan surfen. Dat is echt gelul. De werkelijkheid is totaal anders.”

“Toch zijn de commando’s ook weer niet in de eerste plaats bezig met zelfprotectie. Ze zijn getraind om voorwaarts te verdedigen. Toen er bij ons een bom afging en er een auto de lucht in vloog, zag ik plotseling dat er op zeven meter afstand 140 Taliban op ons aan het vuren waren. Weet je wat die commando’s vervolgens deden? Ze liepen recht het vuur in. Terwijl de Taliban heel wild om zich heen schoten, stonden de commando’s heel kalm op, renden naar de Taliban toe en vuurden vervolgens heel gericht met van die double taps (pang-pang) op de tegenstander. Dankzij die tactiek zijn we er allemaal levend uit gekomen. ‘Je moet het initiatief overnemen en dat initiatief behouden’ is het devies van de Special Forces. Ik vind die gedachte heel mooi. Het is eigenlijk een filosofische waarheid. De Taliban dachten dat zij ons aan het doodschieten waren, maar opeens werden ze gedwongen zich te verdedigen. Dan ben je verloren .”
“Dat is wel specifiek voor de commando’s denk ik. Het gaat er bij hen duidelijk anders aan toe dan bij gewone infanteristen.”

Zie voor het vervolg van dit interview: Interview met Vik Franke, deel 2.

Websites:
Vik Franke:   http://www.vikfranke.com/site/home.html

http://www.themediabrothers.nl

Website On Killing:      http://www.vikfranke.com/php/index.php?page=33

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Schrijf je in voor TOEN!