Edda, Goden- en heldenliederen uit de Germaanse oudheid
De Edda is een wonderlijk boek. Niet alleen vanwege de inhoud: een serie vroegmiddeleeuwse goden- en liederen uit wat nu de Scandinavische landen zijn.
Wat het wonderlijk maakt, is wat voor uiteenlopend lezerspubliek het aanspreekt.
Jan de Vries
Een zoekopdracht op internet brengt je bij esoterische sites van heksen en druïden maar ook bij sites waar bij de makers het ‘Germaansch bloed’ nog door aderen stroomt. Een evenwichtiger blik op de Edda is er van literatuurcriticus Menno ter Braak die in 1938 Jan de Vries’ bewerking recenseerde en de uitgave zag als “een heuglijk feit, vooral in dezen tijd van ongekenden Germanenzwendel; want men leert de waarde of onwaarde van legenden nooit beter kennen dan door tot de oorspronkelijke bronnen terug te gaan.”
Klassieker
Het is zoals de Vries zelf schreef: “Wil men de Germaanse kunst ten volle genieten, dan moet men zich ook vertrouwd maken met de vormen die ze gekozen heeft; men moet weten welke elementen in een vers als mooi en welluidend werden beschouwd.” Als je zo’n zin leest, begrijp je dat De Vries’ bewerking van de Oude of Poëtische Edda op zich ook een klassieker is. De bewondering van De Vries voor de Noordse dichtkunst die hij in de inleidingen op de verzen uitspreekt, en het behoud van de tekstopbouw maken het een plezier om deze liederen door te nemen.
Prachtige verhalen
Het is een sterke keuze van uitgever Ankh Hermes dat er tijdens de herziening voor de twaalfde druk niet teveel gesleuteld is aan de originele bewerking; “voorop stond het opfrissen van de tekst, vooral van de toelichtingen”. Het is juist in de toelichtingen dat er enkele schoonheidsfoutjes zitten. Een typefoutje zoals schrikgodinnen in plaats van schikgodinnen (p. 20); dezelfde toelichting tweemaal (p. 43) of een toelichting op de verkeerde pagina (p. 54). De vergelijking met “ons triktrakspel” (p. 29) geeft de lezer in de eenentwintigste eeuw ook niet echt een aha-erlebnis. Slordig, maar niet schokkend. De tekst staat als een huis en de luchtigheid waarmee de Germanen hun goden beschreven, hun goede en slechte eigenschappen noemden, getuigt van een relativeringsvermogen die bij monotheïstische gelovigen soms ver te zoeken is. In de Edda vindt je geen dogma, geen Germaanse ‘Bijbel’, maar wel een verzameling prachtige verhalen.
Jan de Vries
Edda, Goden- en heldenliederen uit de Germaanse oudheid
(Twaalfde herziene druk; Utrecht 2012)
ISBN 9789020208146; € 29,95
Ankh Hermes